Vogelgriepvirus zit niet stil in Europa en Afrika

De vogelgriep breidt zich verder uit in Europa en Afrika. Het aantal ontdekte besmette wilde vogels in de omgeving van het Bodenmeer is tijdens het weekend van vier tot 26 gestegen. Ook Polen en Griekenland hebben nieuwe gevallen gemeld. De regering in Kameroen maakte bekend dat het virus voor het eerst is vastgesteld in het land. Een eend in het noorden van het West-Afrikaanse land bleek besmet. In Indonesië is nog een mens omgekomen aan de ziekte.

Samuel Jutzi, directeur van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO), verwacht dat de verspreiding van het virus door het warmere weer zal afnemen in Europa. "Bij temperaturen rond de 20 graden Celsius bedraagt de overlevingsduur van H5N1 hoogstens één dag, bij koud weer zijn dat dertig dagen", zei Jutzi aan het tijdschrift Focus.

De directeur van de vogelwacht Radolfzell, Wolfgang Fiedler, vulde echter aan dat het in die periode tot een "verrassend virus- transport" kan komen, waarvan het verloop pas in de herfst zichtbaar zal worden. Volgens beide experts zijn trekvogels maar een van verscheidene manieren waarop het virus zich kan verspreiden. Illegale vogelhandel en diervoeder zijn andere denkbare bronnen van besmetting.

In de omgeving van het Bodenmeer en in Konstanz werden zaterdag drie nieuwe dode eenden met het H5N1-virus ontdekt. Ook in Schaffhausen (Zwitserland) werd het virus ontdekt bij een eend. Daarmee zijn aan de Duitse zijde van het Bodenmeer (Baden-Württemberg en Beieren) tot nu toe elf gevallen vastgesteld. Aan de Zwitserse oever zijn dat er tien en aan Oostenrijkse kant gaat het om vijf bekende gevallen.

In Griekenland zijn vier besmette zwanen gestorven in de buurt van de havenstad Thessaloniki. Ook Polen bevestigde zondag een nieuwe H5N1-besmetting. In Indonesië werd volgens het ministerie van Volksgezondheid een twaalfjarig meisje het tweeëntwintigste slachtoffer van het H5N1-virus. Ze had voor haar dood nauw contact met zieke kippen.