Voedsel en landbouwhulp nodig voor drie miljoen Syriërs

Bijna drie miljoen Syriërs hebben ten gevolge van de burgeroorlog dringend voedsel nodig. De Syrische landbouw verloor bijna 1,5 miljard euro door het conflict. Het ontbreekt de getroffen boeren aan veevoeder, brandstof, zaaigoed en reparatiemateriaal voor hun beregeningssystemen. Dat blijkt uit het verslag van een missie van Wereldvoedselorganisatie FAO en Wereldvoedselprogramma WFP.

Anderhalf miljoen mensen in de gebieden die het zwaarst door het conflict getroffen worden, hebben de volgende drie tot zes maanden dringend hulp nodig. Daarna moet de internationale hulp nog uitgebreid worden omdat het aantal noodlijdende mensen tot drie miljoen kan oplopen.

De landbouw lijdt zware schade door het conflict. Gewassen en irrigatiesystemen zijn beschadigd of vernietigd. Veel tarwe- en gerstpercelen zijn vernield en schade is er ook in de teelt van olijven, kersen en groenten. Zelfs de veehouderij komt niet zonder kleerscheuren uit het conflict.

De meest kwetsbare Syriërs leven op het platteland en zijn voor hun inkomen en voedsel afhankelijk van landbouw. Ongeveer een derde van de plattelandsbewoners heeft onmiddellijk hulp nodig. Heel belangrijk is dat de veestapel op peil blijft en de wintergranen ingezaaid kunnen worden. FAO schat dat ongeveer 31 miljoen euro meteen nodig is om het komende half jaar 900.000 plattelandsbewoners te helpen.

Het Wereldvoedselprogramma startte in oktober 2011 met voedselhulp voor Syrië. In juli maakten meer dan een half miljoen mensen daarvan gebruik en dat aantal zal deze maand wellicht oplopen tot meer dan 800.000 mensen.