Vlaamse schapenhouders houden adem in bij dodelijk blauwtongvirus
ReportageDe Vlaamse schapenhouderij is in de ban van het blauwtongvirus dat zich in Nederland als een olievlek verspreidt en ook de Belgische grens genaderd heeft. “Het is een kwestie van tijd voordat de eerste gevallen in Vlaanderen opduiken”, stelt Werner Aerts van ’t Zwarthof, een vleesvee-schapenbedrijf met korteketenverkoop in Zoersel. De Kempenaar verloor bij een eerdere uitbraak in 2006 de helft van zijn veestapel. Ook nu is hij machteloos. Het wachten is op een nieuw vaccin of een flinke daling van de temperatuur waardoor de virusverspreidende knutten sterven.
De totale schapenstapel in Vlaanderen wordt op 70.000 geschat. Volgens de vzw Schapenhouderij zijn er zo 20 tot 30 professionele schapenbedrijven die de kost verdienen met natuurbeheer en met vleesverkoop in de korte keten. “Het is een zeer kleine sector en dat is juist het probleem. Daardoor wordt er weinig haast gemaakt met het ontwikkelen van een vaccin. Mocht het virus problemen in de melkveehouderij teweegbrengen, dan zou de landbouwsector op zijn kop staan”, reageert Werner Aerts op zijn bedrijf ’t Zwarthof waar hij met zijn vrouw An Schellekens koeien en schapen houdt.
Aerts startte zo’n dertig jaar geleden met de schapenhouderij en hield lange tijd een dertigtal ooien aan. Dat zijn de moederdieren die de lammeren voortbrengen wiens vlees hij verkoopt in de hoeveslagerij. De verkoop van het lamsvlees vindt uitsluitend in de korte keten plaats en door de grote vraag breidde de landbouwer zijn veestapel de voorbije jaren uit tot 120 ooien. Twee jaar geleden nam hij nog een nieuwe, open stal in gebruik.
De verspreiding van het blauwtongvirus in Nederland hangt momenteel als een donkere wolk boven zijn bedrijf en bij uitbreiding boven de Vlaamse schapenhouderij. Het virus is fel in opmars in Nederland. “Het is een kwestie van tijd voordat het virus Vlaanderen bereikt. Dit weekend wordt het twintig graden. De knutten (de insecten die het virus verspreiden) gedijen alleen bij warme temperaturen en komen met de wind over grote afstanden”, aldus de boer.
Verspreiding via insecten
De knut is een steekinsect dat zich voedt met het bloed van dieren. “De eerste besmettingen met blauwtong dateren van 2006-2008”, vertelt Els Goossens, diergeneeskundig expert bij Boerenbond. De dierenarts krijgt de laatste dagen onophoudelijk telefoontjes van schapenhouders met vragen over het blauwtongvirus. Nadat er een vaccin op de markt verscheen, is de eerste golf van blauwtongvirus gaan liggen.
In 2019 was er terug een mildere uitbraak van het blauwtongvirus dat van Frankrijk was overgewaaid. “Maar hier was het bestaande vaccin tegen bestand waardoor het virus gestopt werd. Op 5 juli van dit jaar is België weer virusvrij verklaard”, vertelt Goossens. Zij geeft aan dat er tegen de variant van het Nederlandse virus (Blauwtong type 3) nog geen vaccin bestaat in ons land.
Blauwtong manifesteert zich vooral bij schapen. Het leidt tot koorts, vermagering, een gezwollen en soms blauwe tong, long- of klauwontsteking en eventueel sterfte binnen de acht tot tien dagen. Bij koeien en geiten zijn de ziektesymptomen minder ernstig en vallen er minder sterftegevallen te betreuren.
Volgens André Calus, voorzitter van de vzw Schapenhouderij, bestaat er inmiddels ook een vaccin voor het nieuwe type virus in Zuid-Afrika en is het zaak dat de EU werk maakt van de erkenning ervan. Ook Calus, die 55 ooien heeft en aan korteketenvleesverkoop doet, maakt zich grote zorgen. “Tijdens de vorige uitbraak in de jaren 2006, 2007 en 2008 is 30 procent van mijn veestapel omgekomen.” Uit deze periode heeft hij geleerd dat een behandeling met insecticide – periodiek aan te brengen op de rug van de schapen – een preventieve werking heeft. Omdat het virus voorlopig ver verwijderd is van zijn bedrijf in West-Vlaanderen heeft hij deze strategie nog niet toegepast.
Dat geldt niet voor het bedrijf van Aerts dat in vogelvlucht op minder dan 20 kilometer van de Nederlandse grens ligt. De schapenhouder-beenhouwer heeft pijnlijke herinneringen aan de vorige uitbraak van het blauwtongvirus. “Toen hadden wij nog maar 30 dieren, maar daarvan is de helft omgekomen.” Ook de witblauwe vleesrunderen op het bedrijf ontkwamen niet aan het virus. “Maar daar is het ziektebeeld veel minder ernstig. De koeien hadden destijds een verminderde eetlust, maar er is geen enkel dier gestorven.”
Groot dierenleed en economische schade
Behalve het financiële aspect (inkomstenderving en dierenartskosten, red.), heeft de uitbraak van destijds ook psychologische sporen nagelaten. “Het is een vreselijk ziektebeeld. Schapen eten niet langer, hun bek zwelt op en in veel gevallen sterven ze na een aantal dagen. Dat is erg pijnlijk om te zien bij de dieren die je vanaf hun geboorte verzorgd en opgevolgd hebt”, vertelt de boer.
Om toch iets te kunnen doen, neemt de Kempenaar maatregelen volgens “grootmoeders” recept. “Ik heb look besteld bij de veevoederleverancier. Schapenfokkers hebben bij de vorige uitbraak goede resultaten behaald met het toevoegen van look in het rantsoen. Dat hebben de knutten niet graag”, legt hij uit.
Totdat het vaccin er is, is het verder vooral wachten op dalende temperaturen. “Als de temperatuur onder de 10 graden gaat, beginnen de knutten te sterven”, vertelt Els Goossens. Aerts zou het liefst zo lang niet wachten. “Het is mogelijk om op korte termijn een vaccin te hebben. Hier moet absoluut urgent werk van gemaakt worden om dierenleed te voorkomen.”
