VIRA beschrijft wel en wee van krimpende vissersvloot
nieuwsTegelijk met de vijfde editie van het Landbouwrapport verscheen het Visserijrapport, als aparte publicatie. Het staat in het teken van het nieuwe gemeenschappelijke visserijbeleid, dat in 2014 in werking trad. Het VIRA schetst bovendien internationale ontwikkelingen en beschrijft de visserij en de aquacultuur in Vlaanderen op basis van structurele, economische, sociale en milieu-indicatoren. De Vlaamse vissersvloot krimpt en bestond eind 2013 nog uit 80 commerciële vaartuigen. Dat jaar werd er 22.800 ton vis (+4%) aangevoerd op de havens, ter waarde van 73 miljoen euro (-4%).
Op 1 januari 2014 trad het nieuwe gemeenschappelijke visserijbeleid in werking. De Europese Unie kiest voor een ecosysteemgerichte benadering en streeft naar een duurzame exploitatie van de levende biologische rijkdommen van de zee. Het doel is een geleidelijk herstel en behoud van populaties van visbestanden boven een biomassaniveau dat de maximale duurzame opbrengst kan opleveren. De aanlandingsplicht wordt geleidelijk ingevoerd. Dat betekent dat vissers selectiever zullen moeten vissen, zodat er zo weinig mogelijk ongewenste vangsten zijn.
Het nieuwe Europees Fonds voor Maritieme zaken en Visserij verleent steun aan de uitvoering van de operationele programma’s van de lidstaten. Het fonds heeft voor de periode 2014-2020 een totaal budget van 5,75 miljard euro, waarvan ongeveer de helft naar vier lidstaten gaat: Spanje, Frankrijk, Italië en Polen. België heeft recht op ongeveer 42 miljoen euro. Het Belgisch operationeel programma 2014-2020 bevat een menu aan maatregelen waarvoor steun toegekend kan worden. De nadruk ligt daarbij op een visserij en aquacultuur waarin groei, werkgelegenheid en duurzaamheid centraal komen te staan.
Hoe is het gesteld met de visserij in onze regio? Het Sociaal Secretariaat van de Kust telde vorig jaar 541 zeevissers. De 80 Vlaamse vissersvaartuigen hebben een gezamenlijke capaciteit van 46.500 kiloWatt en 14.600 bruto tonnenmaat. De vloot is de voorbije decennia zwaar afgebouwd en vermindert nog elk jaar in aantal. 37 vaartuigen maken deel uit van het grote vlootsegment, dit zijn grotendeels grote bokkenvaartuigen. 43 vaartuigen behoren tot het kleine vlootsegment, dit zijn de kustvissers en eurokotters. Ongeveer 80 procent van het motorvermogen en drie kwart van de tonnage behoort tot het grote vlootsegment.
De Vlaamse visserij is in 2013 goed voor een aanvoer van 22.800 ton en een besomming van 73 miljoen euro. Het volume is in vergelijking met 2012 met vier procent gestegen, maar de waarde is er met hetzelfde percentage op achteruitgegaan. Het aandeel van de buitenlandse havens, hoofdzakelijk Nederlandse havens, stijgt tot 28 procent van de aanvoer en 22 procent van de besomming. Bij de Vlaamse havens is Zeebrugge de onbetwistbare nummer één, gevolgd door Oostende en het veel kleinere Nieuwpoort.
Schol is met een derde van het aanvoervolume de belangrijkste soort voor de Belgische visserij, maar in waarde uitgedrukt staat tong (35%) bovenaan het klassement. Bij tong valt er de laatste jaren een neerwaartse trend waar te nemen, voor schol meldt het Visserijrapport een omgekeerde beweging. Ook voor garnalen was 2013 een goed jaar.
De bedrijfsresultaten van 2012 laten een sector zien die nog net het hoofd boven water houdt. Het gemiddelde bruto bedrijfsresultaat bedraagt voor het kleine vlootsegment 57.100 euro en voor het groot vlootsegment 134.900 euro. De sector wordt geconfronteerd met stijgende kosten, vooral voor energie, en kampt met lage prijzen. Over alle havens bekeken daalde de gemiddelde visprijs tot 3,2 euro per kilo. Daarnaast is er de concurrentie van vis uit derde landen, die vaak goedkoper is door de lagere standaarden voor milieu en sociale rechten.
België is een netto-importeur van visserijproducten. De invoerwaarde in 2013 bedraagt 1,64 miljard euro. De uitvoer van visserijproducten klokt af op 835 miljoen euro. De export van Noordzeevis gaat voor 98 procent naar de buurlanden. België exporteert naar Frankrijk vooral schaal- en weekdieren en naar Nederland voornamelijk vis. Nederland is voor België veruit de grootste buitenlandse leverancier van visserijproducten.
Het gemiddelde thuisverbruik bedraagt volgens VLAM 9,4 kilo visproducten per Vlaming, goed voor een uitgave van 104 euro. In vergelijking met 2012 heeft er een substantiële daling plaatsgevonden. In de bestedingen gaat het om drie procent, in volume zelfs om acht procent. Kabeljauw en zalm zijn samen goed voor 42 procent van het gekochte volume van verse vis.
Raadpleeg het integrale Visserijrapport op de website van het beleidsdomein Landbouw & Visserij.
Beeld: ILVO