Veehouders financieren prijsstijging voedergrondstoffen
nieuwsVarkens- en pluimveehouders dreigen het kind van de rekening te worden van de prijsverhogingen van veevoedergrondstoffen, schrijft AgriHolland op basis van een rapport van ING Economisch Bureau. Volgens ING moet ofwel de voederprijs dalen ofwel de consumentenprijs van vlees en eieren stijgen. Al is er ook een pijnlijk derde scenario: bedrijven gaan over de kop zodat er in Europa minder geproduceerd wordt.
De prijzen voor veevoedergrondstoffen als korrelmaïs, tarwe en soja lopen door het dalende aanbod en de toenemende vraag dit jaar sterk op. Sinds 2009 heeft een Nederlandse zeugenhouder zijn liquiditeitsbehoefte door het duurdere voeder zien oplopen met circa 70 euro per gemiddeld aanwezige zeug.
In de vleesvarkenshouderij is dat bij doorberekenen van de hogere kostprijs van het big gemiddeld 19,5 euro per gemiddeld aanwezig vleesvarken. Een bedrijf met 5.000 vleesvarkens heeft daardoor op dit moment een kapitaalsbehoefte die 100.000 euro hoger ligt dan eind 2009, zo berekende ING Economisch Bureau.
Varkens- en pluimveehouders zijn nauwelijks in staat om hogere prijzen voor hun producten te bedingen op het moment dat hun kostprijs stijgt. Resultaat is dat ze hun hogere kostprijs zelf financieren uit eigen middelen, via de bank of door het later betalen van de factuur van de veevoederfirma. ING voorspelt dat een aantal veehouders uiteindelijk moet besparen op voeder, wat in feite het einde van hun bedrijf betekent.
"De intensieve veehouderij moet dus op zoek naar een nieuw evenwicht", meent ING. Dat kan er komen als de voederprijs opnieuw daalt - maar dat is moeilijk te voorspellen door de toenemende volatiliteit - of de consument bereid is om op te draaien voor de hogere kostprijs van veehouders via hogere retailprijzen.
De mix van kwaliteit en duurzaamheid in relatie tot betaalbare productie van varkens- en pluimveevlees is alleen haalbaar wanneer de kritische consument ook bereid is om al zijn aankopen in het duurdere segment aan te schaffen. Opmerkelijk, ING gelooft dat een dag geen vlees eten, kan bijdragen aan budgetreservering voor het duurdere vlees.
In het derde scenario blijft de voederprijs hoog en de winkelprijs van dierlijke producten laag zodat de productie van vlees en eieren noodgedwongen zal krimpen in Europa. ING verwacht in dat geval goedkope vleesimport uit derde landen, waar de voederkosten minder een financiële strop zijn voor veehouders omdat de productie van vlees en eieren er gekoppeld is aan akkerbouw. Dat laat boeren toe om eigen gewassen te gebruiken als diervoeder.
Meer info: ING 'Veehouders financieren prijsstijging voedergrondstoffen'
Bron: AgriHolland/eigen verslaggeving