"Uitwisseling van genen met wilde planten niet nieuw"
nieuwsDe kans dat genetisch gemodificeerd koolzaad in de vrije natuur een concurrentievoordeel heeft, is klein. Dat zegt Erik Toussaint, manager van de Plant Sciences Group, onderdeel van Wageningen Universiteit. Hij reageert op bevindingen van onderzoekers aan de Amerikaanse universiteit van Arkansas. Zij stelden vast dat wilde koolzaadplanten genen bevatten van ggo-koolzaad en wezen op de gevaren hiervan.
De onderzoekers verzamelden koolzaadplanten in de bermen langs 5.000 kilometer snelweg in de staat North Dakota en in de vrije natuur. Daaruit bleek dat 83 procent van de wilde koolzaadplanten genen bevat van genetisch gemodificeerd koolzaad.
De onderzoekers vonden ook twee koolzaadplanten met een dubbele resistentie tegen de onkruidbestrijdingsmiddelen Roundup en Liberty. Die combinatie is nooit ontwikkeld, waaruit de onderzoekers afleidden dat het spontaan ontstaan is in de natuur. De onderzoekers wezen daarom op de gevaren van een ongehinderde verspreiding van transgeen koolzaad in de natuur.
Erik Toussaint vindt dat de onderzoekers in de VS geen nieuws brengen. "Het was al bekend dat genen uit ggo-koolzaad terecht kunnen komen in ander koolzaad. Bovendien is het zo dat ook genen uit conventionele cultuurplanten terecht kunnen overgaan naar wilde planten. Maar dat heeft tot nu toe niet tot problemen geleid". Toussaint acht de kans klein dat ggo-koolzaad in de vrije natuur een concurrentievoordeel heeft ten opzichte van andere planten.
Dat koolzaad kruist met andere planten en zo het glyfosaatresistente gen doorgeeft, vindt Toussaint onwaarschijnlijk. Verspreiding van transgeen koolzaad doordat zaad op de akkers blijft liggen, is vooral een probleem voor de telers, stelt Toussaint. "Bij de teelt van koolzaad met ingebouwde resistentie tegen het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat, kan je in het vervolggewas problemen hebben om de opslag van koolzaad weg te krijgen".
Bron: Agrarisch Dagblad