Tom Van Craenem - Agro|aanneming
duidingDe voorbije winter deden verschillende gemeenten een beroep op landbouwers om hun wegen sneeuw- en ijsvrij te maken. Ze klopten aan bij Agro|aanneming, een cvba van inmiddels 320 boeren-vennoten, die landschapsonderhoud en andere werken voor derden uitvoert. De landbouwers kunnen hun machines beter benutten en ontvangen een bijkomend inkomen. De opdrachtgever kan de leef- en woonkwaliteit van de plaatselijke gemeenschap tegen een aantrekkelijke prijs verbeteren. Tom Van Craenem, coördinator van Agro|aanneming, over het hoe en waarom én de toekomstplannen van de vennootschap.
Wat doet Agro|aanneming en hoe zijn jullie ontstaan?
Wij zijn in 2004 operationeel geworden als dochter van Agro|bedrijfshulp, de vzw die mankracht uitstuurt naar bedrijven om ziekte, vakantie of piekperiodes op te vangen. We richten ons op twee soorten activiteiten: gespecialiseerde diensten zoals klauwverzorging, het scheren van rundvee en stalreiniging, en een nieuwere dienst die wij agrarisch aannemingswerk noemen. De eerste activiteiten - hebben een sterke link met Agro|bedrijfshulp. De tweede poot zijn we volop aan het uitbouwen en kan op heel wat interesse rekenen. We denken daarbij vooral aan landschapsbeheer: het aanplanten en onderhouden van hagen en bomen, het maaien van rietvelden en bermen enzovoort. Maar eigenlijk komen alle werkzaamheden waarvoor boeren over de nodige ervaring en machines beschikken, in aanmerking, zoals ook het sneeuw- en ijsvrij houden van openbare wegen en privéterreinen.
Waarom voeren land- en tuinbouwers dit soort werk via jullie uit?
We merkten dat verschillende boeren er iets bij wilden doen naast hun bedrijf, maar dat ze niet op de juiste omkadering konden terugvallen. Voor veel werken moet je over registraties en dergelijke beschikken om aan een aanbesteding te mogen deelnemen. Dat soort administratieve rompslomp en het aanbestedingsproces nemen wij op ons. We bieden ook een oplossing voor het fiscaal luik waardoor je als landbouwer je nevenactiviteit met een forfaitaire btw-aangifte kunt combineren. Eigenlijk voer je als vennoot alleen het werk uit, wij verzorgen al de rest. Dat gaat van aanbestedingen uitzoeken, het werk plannen, facturen opmaken, tot het uitbetalen van vergoedingen voor het geleverde werk. Het enige wat je daarvoor als boer moet doen, is symbolisch een aandeel van 10 euro kopen om vennoot te worden.
Welk profiel hebben jullie leden?
We zijn intussen met 320 vennoten in heel Vlaanderen. Dat is een zeer verscheiden groep met erg uiteenlopende bedrijven. Van jong tot oud, van ondernemende boeren die het agrarisch aannemingswerk als een nieuwe opportuniteit zien, tot land- of tuinbouwers die uit noodzaak naar een extra inkomen op zoek zijn. Onze vennootschap staat open voor land- en tuinbouwers in hoofd- of bijberoep, loonwerkers en tuinaannemers. Daarbij zijn mensen die forfaitair worden belast, maar ook anderen. Sommigen worden vennoot om één bepaald werk te kunnen uitvoeren. Anderen willen op een permanentere basis samenwerken. Nu onze werking door concrete realisaties bekender wordt, zien we ook dat meer en meer geïnteresseerden zelf naar ons komen in plaats van wij naar hen.
Deze winter hebben een aantal gemeenten jullie ingeschakeld om te strooien. Hoe ging dat?
Er zijn verschillende manieren. Drie jaar geleden hebben we in de gemeente Pepingen in Vlaams-Brabant een aanbesteding binnengehaald. In deze gemeente werken we nauw samen met het gemeentepersoneel. Zij blijven strooien met het materiaal dat ze hebben, wij vullen hun capaciteit met twee tractoren met strooiers aan. Enkele vennoten hebben, vooral met het oog op de werkbreedte en strooihoeveelheid, een paar kleine aanpassingen gedaan aan hun kunstmeststrooier en dat lukt perfect. De voorbije winter is deze werking uitgebreid naar Boutersem, Tielt-Winge, Londerzeel, Hoegaarden, Sint-Genesius-Rode en een aantal andere gemeenten die occasioneel een beroep doen op ons. In Hoegaarden en Sint-Genesius-Rode is zelfs de volledige coördinatie van de winterdiensten uitbesteed. Daar bestelt de gemeente bij wijze van spreken alleen nog het zout. Wij houden samen met de politie het weer in de gaten en zorgen ervoor dat onze strooiers tijdig paraat zijn. Tot hiertoe kreeg een van onze coördinatoren telkens een ‘wintergsm’ mee, zodat hij indien nodig iedereen kon optrommelen. Vanaf volgend jaar hopen we een en ander te automatiseren.
Land- en tuinbouwers hebben ook geholpen om de vliegtuigen in Zaventem te laten opstijgen?
Dat klopt. Brussels Airport Company zocht versterking voor een aantal personeelsleden die zich al jaren vrijwillig voor de winterdienst opgeven. We hebben hen met 33 boeren uit de regio geholpen. Omwille van de veiligheid kwam daar wel een en ander bij kijken. De geïnteresseerde land- en tuinbouwers moesten allemaal een zesdaagse opleiding volgen. Ze hadden onder meer een speciaal luchthavenrijbewijs nodig en moesten als test een simulatie doorstaan. Dat is allemaal erg vlot verlopen. Uiteindelijk heeft iedereen in een ploegensysteem meegedraaid: de ene week waren ze overdag van wacht, de volgende week ‘s nachts en de week daarna waren ze vrij. Ook dit aanbod van winterdiensten hebben we al positief geëvalueerd. Het was een zware winter en dus een ideale testcase. Zowel op de luchthaven als in de verschillende gemeenten was onze conclusie dat we klaar zijn om onze service naar andere regio’s uit te breiden. Naar volgende winter toe onderzoeken we hoe we met pekel in de plaats van droog strooizout aan de slag kunnen gaan.
Welke andere werken willen jullie al dan niet binnenhalen?
Een troef van winterdiensten is dat ze een jaarlijks terugkerende activiteit zijn, die voor een groot deel met gangbare landbouwmachines kan worden uitgevoerd. Maar er zijn nog veel meer mogelijkheden. Agro|aanneming bouwt de werking verder uit met steun van het project Eco2, dat verschillende actoren zoals Boerenbond, de Vlaamse Landmaatschappij (VLM), het Agentschap voor Natuur en Bos, het Limburgs Steunpunt Rurale Ontwikkeling vzw en Rurant vzw samenbrengt. Dat zijn zeer uiteenlopende partijen die nauw betrokken zijn bij het inrichten en beheren van natuur- en landschapselementen. Samen met hen zijn we aan het bekijken hoe we structureel kunnen samenwerken. Meestal gaat dat over lokale projecten, zoals het aanleggen en beheren van ruiterpaden, het onderhoud van holle wegen, het knotten van wilgen, het herinzaaien van sportvelden enzovoort. Uiteraard moeten de gangbare aanbestedingsprocedures gevolgd worden, maar wij hebben het voordeel dat boeren over heel wat knowhow beschikken en dat we min of meer in elke regio wel een geschikte kandidaat-landbouwer vinden.
Hoe ruim interpreteren jullie agrarisch aannemingswerk?
De basisidee blijft dat we werken aannemen die boeren met hun huidige machines kunnen uitvoeren. Ik weet het, boeren kunnen veel. Toch bakenen we ons domein bewust niet te scherp af omdat we willen kijken waar zich kansen voordoen. Waar we niet op focussen, is de particuliere markt waarop vooral tuinaannemers actief zijn. Ook de echt grote landinrichtingsprojecten met wegenbouw en grote grondwerken zijn doorgaans geen spek voor onze bek. Al kan het wel dat een bepaald deel daarvan in onderaanneming aan ons wordt uitbesteed. Er zal altijd een spanningsveld blijven met andere spelers in de sector. Zo overwegen we om een houthakselaar aan te kopen. We denken daarbij niet aan de machines die sommige boeren zelf hebben, en ook niet aan de grootste machines. Maar er bestaat een tussensoort die voor onze activiteiten wel interessant lijkt. In de praktijk bekijken we waar zich kansen voordoen en polsen we bij onze vennoten wie er eventueel iets in ziet. Op die manier bepaalt de marktwerking mee de invulling van onze activiteiten.
Hoeveel omzet draaien jullie intussen en hoe zien jullie de toekomst evolueren?
In 2009 bedroeg onze omzet 380.000 euro. De komende jaren hopen we uiteraard verder te groeien. Onze naam is intussen bij heel wat potentiële opdrachtgevers bekend en we kunnen al een aantal mooie referenties voorleggen. Ook in het buitenland merken we dat vergelijkbare werken door boeren worden uitgevoerd, onder meer in Nederland en Duitsland. Al organiseert men dat daar helemaal anders dan bij ons. Voornamelijk omdat op wetgevend vlak de situatie sterk van elkaar verschilt. Momenteel steunen we voor onze werking deels op Europese fondsen via een Efro-project. Voor de komende jaren hopen we dit project te kunnen verlengen. Op iets langere termijn denken we om ons coördinatiewerk te financieren vanuit de opdrachten en via een zekere steun van uit de overheid. Dat lijkt haalbaar: zowel de overheid als de Vlaamse land- en tuinbouwers kunnen op het platteland een economische en ecologische meerwaarde realiseren.