Praktijkonderzoek naar energieproductie uit hout

Op een terrein van 18,5 hectare in Lochristi werden dit voorjaar meer dan 110.000 stekken uitgeplant van 12 verschillende soorten snelgroeiende wilgen en populieren. "Met het vierjarige project ‘Popfull’ inventariseren onderzoekers van de Universiteit Antwerpen alle relevante parameters rond groei, uitstoot en opbrengst", legt hoogleraar plantenecologie Reinhart Ceulemans uit.

Het hout van de snelgroeiende boomsoorten wordt na twee jaar geoogst en versnipperd. Die snippers worden dan omgezet in elektriciteit en warmte. De volledige energie- en broeikasgassenbalans en ook de economische balans worden in kaart gebracht, vandaar de projectnaam ‘Popfull’, een samentrekking van ‘populier’ en ‘full’ (volledig, nvdr).

De onderzoeksgroep Planten- en Vegetatie-ecologie van de Universiteit Antwerpen wil nagaan of het telen van bomen voor biomassa economisch rendabel, interessant op het vlak van energie en broeikasgasneutraal is. Professor Ceulemans verklaart dat door te werken op grote schaal een veel realistischer beeld van de CO2-uitstoot wordt bekomen. "Door machines te gebruiken, brengen we in rekening dat tractoren ook broeikasgassen produceren", aldus Ceulemans.

De onderzoekers zijn niet aan hun proefstuk toe, want ook in Boom hebben zij door het aanplanten van bomen op een halve hectare al energie geproduceerd. "Volgens onze berekeningen kunnen op die manier vijf gezinnen per hectare van energie worden voorzien", vertelt Ceulemans. Een combinatie van verschillende alternatieve energiebronnen", acht hij niettemin belangrijk. "Om energiewinning uit bomen economisch interessant te maken, zou het natuurlijk goed zijn indien de overheid, zoals in Zweden, taksen zou heffen op broeikasgasproductie", suggereert Ceulemans.