Op welke percelen laat ik een bodemscan nemen?

Wil een landbouwer bij precisielandbouw meer doen dan enkel recht rijden of overlap vermijden, dan komt hij als snel tot het variabel bewerken van een perceel, zegt B3W. Een eerste stap daarbij is het in kaart brengen van de variatie binnen het perceel via een bodemscan.

22 augustus 2022  – Laatste update 23 augustus 2022 12:33
Lees meer over:

Met die informatie kan de landbouwer dan aan de slag door bijvoorbeeld over het volledige perceel variabel kalk of compost (of andere organische producten) toe te dienen. Daarnaast kan hij ook proberen het perceel op te delen in zones met verschillend productiepotentieel om binnen deze zones gericht maatregelen te nemen. Het in kaart brengen van de variatie binnen een perceel kan op verschillende manieren: met satellietbeelden, drones, gewassensoren, opbrengstmetingen, maar ook bodemscans. Met de Veris-bodemscan werd in Vlaanderen al veel ervaring opgebouwd.

Veris brengt de zuurtegraad (pH-KCL), het organische koolstofgehalte, de hoogte (reliëf) en de elektrische geleidbaarheid (EC) van de bouwlaag en van de laag 0-90 cm in kaart. Vervolgens worden er adviezen geformuleerd die toelaten om plaatsspecifiek te werken aan de algemene bodemvruchtbaarheid, deze vormt namelijk de basis van het perceel. Zo krijgt de boer een variabel bekalkingsadvies en een advies voor toediening van organisch materiaal. Aan de hand van een combinatie van de elektrische geleidbaarheid en het organische koolstofgehalte kunnen binnen het perceel vaak ook zones afgebakend worden met een verschillend productiepotentieel. Zo kan er gevarieerd worden in plantdichtheid en bemesting, of kunnen andere teeltmaatregelen genomen worden.

Voordat een landbouwer beslist een perceel te laten scannen met de Veris-bodemscanner, is het nuttig om eens na te denken welke percelen hiervoor het meest in aanmerking komen. Volgens de ervaring van B3W zijn dat percelen met opbrengstverschillen, verschillen volgens de bodemkaart of verschillen die zichtbaar zijn op satellietbeelden. Ook samengevoegde percelen komen in aanmerking.

b3W1

Opbrengstverschillen

Een landbouwer kent zijn perceel vaak het beste. Percelen waarvan hij weet dat er binnen het perceel opbrengstverschillen bestaan, zijn zeker interessant om een bodemscan te laten uitvoeren. Dit kunnen percelen zijn met gekende slechte en goede plekken, of percelen waar bij de oogst een machinale opbrengstmeting werd uitgevoerd zodat de landbouwer beschikt over een gedetailleerde opbrengstkaart (zie figuur 1). Met behulp van een bodemscan kan er dan gezocht worden naar de oorzaak van deze verschillen en de zones duidelijker afbakenen. Vaak voorkomende oorzaken (voor opbrengstverschillen tussen de zones) zijn een niet-optimale zuurtegraad of een hogere of lagere hoeveelheid aan organisch materiaal. Ook verschillen in grondsoort en waterhuishouding kunnen een oorzaak zijn.

Bodemkaart

Iedere landbouwer kan online verschillende kaarten raadplegen van al zijn percelen, waaronder de bodemkaart. Deze bestaat voor heel België en geeft aan of er veel verschillen in de bodemopbouw en ondergrond van een perceel te vinden zijn. Is dit het geval, dan kunnen deze verschillen met behulp van de bodemscan meer in detail onderzocht worden. Verschillen in grondsoort zullen bij de bodemscan heel vaak aanleiding geven tot variaties in de elektrische geleidbaarheid en hebben een grote invloed op het vochtgehalte op die plaats van het perceel. Je kan de bodemkaart gratis bekijken via deze website.

Samengevoegde percelen

Ook samengevoegde percelen vertonen heel vaak grote variaties. De verschillende deelpercelen kennen een heel andere voorgeschiedenis, wat bij een bodemscan meestal zorgt voor duidelijk afgebakende zones. Het is voor dergelijke percelen dan ook aangewezen de verschillende delen variabel te bekalken of meer organisch materiaal toe te dienen binnen zones die duidelijk armer zijn. Op die manier kan de boer zijn perceel omvormen tot een uniformer geheel.

b3W2

Satellietbeelden

Een andere manier om naar de gewastoestand binnen een perceel te kijken, is via satellietbeelden. Een belangrijk voordeel van satellietbeelden is dat er ongeveer om de vijf dagen nieuwe actuele beelden beschikbaar zijn die gratis kunnen bekeken worden. Bovendien is het heel nuttig om ook naar beelden van voorgaande jaren te kijken (Figuur 2). Zo kan een landbouwer nagaan of de verschillen binnen een perceel zowel voorkomen in natte als droge jaren en bij verschillende gewassen. Wanneer er belangrijke verschillen aanwezig zijn, is een bodemscan aangewezen om de oorzaak ervan te achterhalen en nadien op basis van de bodemscan taakkaarten aan te maken om plaatsspecifieke toepassingen uit te voeren.

Landbouwers die percelen hebben met te verwachten variaties en die een Veris-bodemscan willen laten uitvoeren, kunnen contact opnemen met Vantage-Agrometius. In samenwerking met Bodemkundige Dienst van België worden de resultaten van deze bodemscan en de bodemstalen verwerkt tot een plaatsspecifiek advies en worden verschillende taakkaarten (Figuur 3) opgesteld. "Het variabel bekalken is ook een maatregel die in aanmerking komt als pre-ecoregeling bij het departement Landbouw en Visserij", zo klinkt het bij B3W.

Tijdstip bodemscan

De belangrijkste voorwaarde om een bodemscan te kunnen uitvoeren, is dat de scanner gekoppeld aan een tractor over het perceel kan rijden, bijgevolg wordt de scan uitgevoerd voor het planten/zaaien of na de oogst. Scannen na de oogst heeft als voordeel dat de adviezen voor het volgend seizoen tijdig klaar zijn en er ruimte is om te werken aan de bodemkwaliteit. Scannen op de stoppel gaat zeer goed indien deze niet kurkdroog is. De aanwezigheid van een vanggewas of groenbedekker later op het jaar vormt geen probleem voor het scannen.

b3w3
b3w4

Meer weten?

In september en later op het jaar organiseert B3W nog twee thematische uitwisselingsmomenten waar deze techniek op het veld wordt getoond (zie evenementenpagina). Voor meer informatie over werken aan de bodemkwaliteit van een perceel heeft B3W een kennispunt dat ter beschikking staat van de landbouwers. Wie achteraf nog met vragen zit, kan contact opnemen: davy.vandervelpen@b3w.vlaanderen.be.

Over B3W

Dertien Vlaamse praktijk- en onderzoekscentra zetten hun schouders onder de Begeleidingsdienst voor een Betere Bodem- en Waterkwaliteit (B3W). Samen beheren ze het kennisnetwerk en vertalen ze die kennis naar direct toepasbare richtlijnen en handvaten voor land- en tuinbouwers in functie van een oordeelkundige bemesting en een geïntegreerd bodembeheer. B3W vindt het belangrijk om ook de land- en tuinbouwers te betrekken en hun ervaring en kennis op te nemen, alsook om hun creativiteit te stimuleren.

De medewerkers, met name de adviseurs en onderzoekers van de praktijk- en onderzoekscentra, brengen de verzamelde kennis ook rechtstreeks tot bij de land- en tuinbouwers. Het multidisciplinaire team heeft belangrijke troeven om de adviesdienst tot een succes te maken:

  • In elk deel van Vlaanderen zet het begeleiders in met kennis van het specifieke terrein en de aanwezige sectoren en teelten;

  • De begeleiders hebben uitgebreide ervaring in het begeleiden van land- en tuinbouwers en het demonstreren van goede praktijken;

  • Er is ook academische expertise in het consortium aanwezig, waardoor de B3W-werking continu gevoed wordt met de laatste wetenschappelijke inzichten rond duurzaam bodem- en nutriëntenbeheer.

Op zoek naar meer info? www.b3w.vlaanderen.be

Bron: Davy Vandervelpen

In samenwerking met: B3W

Beeld: B3W

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek