Omschakelaar enige nieuwkomer in uitdovende konijnenhouderij

Jos Pijnenborg stapte drie jaar geleden van de melkveehouderij over naar de konijnenkweek. Daarmee is hij een uitzondering in een uitdovende sector. De konijnenhouderij telt nog maar tien bedrijven in Vlaanderen en de helft daarvan dreigt te verdwijnen als er volgend jaar nieuwe huisvestingsregels gelden voor de voedsters. “Jammer”, zegt Pijnenborg als we zijn bedrijf tijdens de Week van het Konijn bezoeken. “Er is minder productie dan vraag, de teelt is duurzaam en het vlees heeft zeer goede eigenschappen.”

29 januari 2024  – Laatst bijgewerkt om 29 januari 2024 14:02 Jerom Rozendaal
Lees meer over:
DSC07722

Met 45 koeien en een bindstal was het bedrijf van Jos Pijnenborg uit Meerle, bij Hoogstraten, niet bepaald toekomstbestendig. “Wij waren veertigers en moesten een beslissing nemen over de toekomst”, blikt de landbouwer terug. Nadat verschillende opties de revue passeerden, kwam de boer uiteindelijk uit op de konijnenhouderij. “Deze investeringen waren relatief klein, zeker in verhouding tot de investeringen die nodig waren voor een modern melkveebedrijf”, verklaart hij.

In 2020 was de stal klaar en werden de eerste konijnen verwelkomd. Met 680 voedsters en 5500 vleeskonijnen behoort Pijnenborg tot een gemiddeld Vlaamse konijnenbedrijf. Wel heeft hij de nieuwste stalinrichting in een sector die het al jaren moeilijk heeft. “De konijnenhouderij is de laatste decennia sterk teruggelopen en Vlaanderen telt momenteel nog maar een tiental bedrijven”, vertelt Frank De Boeck, directeur van Lonki uit Temse, één van de twee Vlaamse konijnenslachterijen in Vlaanderen.

De andere slachterij is Van Assche in Deinze. De slachterijen, die een constante jaarprijs onderhandelen met de kwekers, hebben de terugloop van de konijnenhouderij in Vlaanderen kunnen compenseren met import. “Wij hebben in de loop der jaren steeds meer konijnen van Nederlandse kwekers erbij gekregen”, vertelt  De Boeck. Het aantal bedrijven in Nederland wordt nog op 40 geschat, maar onze noorderburen hebben geen slachterij.

Door het verdwijnen van bedrijven is de Vlaamse zelfvoorzieningsgraad volgens De Boeck sterk teruggelopen en bedraagt niet meer dan 15 tot 18 procent. De Vlaamse konijnen worden aangevuld met import uit Europese landen. De verkoop in de supermarkt valt uiteen in bereide producten en vers vlees. Waar slachterijen tijdens de winter inzetten op vers vlees, worden in de zomermaanden meer bereide producten verkocht. Deze producten worden gemaakt van konijnen die in de zomer niet verkocht raken en ingevroren worden.

Week van het Konijn

De teruggang in de Vlaamse konijnenproductie houdt gelijke tred met de dalende consumptie. Het jaarverbruik van de Vlaming daalde van 0,256 kilo in 2017 tot 0,179 kilo vorig jaar. “In Nederland ligt de consumptie nog lager en daar wordt er buiten de wintermaanden nauwelijks konijn gegeten”, weet Pijnenborg.

Konijnenvlees is vooral populair onder 65-plussers. Bij de jongere leeftijdsgroepen en gezinnen met kinderen, die vaak minder tijd hebben om te koken, is konijn minder populair. Dat constateert het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing (VLAM). De marketingorganisatie organiseert dezer dagen (van 24 tot 31 januari, red) voor het vierde jaar op rij de Week van het Konijn, een actie waarmee de voordelen van het konijnenvlees onder de aandacht worden gebracht. Daarbij wil het consumenten die kiezen voor konijnenvlees, sensibiliseren om te kiezen voor konijnenvlees van eigen bodem.

“Het Vlaamse konijnenvlees komt uitsluitend van parkkonijnen”, duidt  Pijnenborg de verschillen met importkonijnen. Een verrijkt park is minstens 1.80m lang, en elk konijn heeft minstens 800cm2 ter beschikking, er is een platform, knaagmateriaal en er zijn schuilmogelijkheden aanwezig. Deze vorm van huisvesting, waarbij de konijnen meer ruimte hebben dan in de standaard kooien, wordt als meer diervriendelijk beschouwd en is sinds 2016 de norm in Vlaanderen.

Het feit dat de geïmporteerde konijnen niet aan deze huisvestingsnormen voldoen en in de praktijk dichter op elkaar zitten, brengt België in een oneerlijke concurrentiepositie, aldus Kurt Janssens van Boerenbond. Dit verklaart volgens hem mede waarom de marges onder druk staan en het aantal konijnenkwekers de voorbije jaren zo sterk is teruggelopen.

Mogelijke halvering van de sector

Volgend jaar worden de verrijkte parken ook verplicht voor de voedsters, de moederdieren die om de zes weken een nest jongen werpen. Hierdoor zou het aantal konijnenkwekers in Vlaanderen mogelijk kunnen halveren, stellen experts. “De sector is sterk vergrijsd en het rendement is laag. Oudere landbouwers zullen de investering in nieuwe huisvesting daarom niet willen aangaan”, aldus Janssens. Hij constateert dat er geen overnemers in de sector zijn. “Investeringen en schaalvergroting van de bestaande bedrijven is noodzakelijk en dat ligt gezien het stikstofakkoord moeilijk.”

Alhoewel Vlaanderen mondiaal voorop loopt op het gebied van konijnenwelzijn, hebben individuele bedrijven recent veel kritiek gekregen van dierenwelzijnsorganisaties. Vorige week constateerde dierenrechtenorganisatie Ongehoord op basis van beelden van illegaal geplaatste camera’s dat een konijnenhouder ruw omsprong met zijn dieren en de konijnen ook verwondingen vertoonden.

Afgelopen weekend protesteerde dierenrechtenactivisten van Bite Back in Antwerpen. Daarbij vroegen ze een onmiddellijke stopzetting van de konijnenhouderij. "We willen aantonen dat konijnen enorm lijden in de industrie", zegt Anthe Lainé van Bite Back. Het sterftecijfer van konijnen in kwekerijen blijft ondanks tal van maatregelen voor betere leefomstandigheden erg hoog, argumenteert Bite Back nog. "Eén op vier konijnen sterft vroegtijdig", zegt Lainé. De organisatie riep consumenten ook op om te stoppen met het eten van konijnen.

De familie Pijnenborg reageert teleurgesteld op de berichtgeving die de hele sector in een kwaad daglicht stelt. “Boeren worden als criminelen neergezet, terwijl ze juist het beste voor hebben met hun dieren al was het alleen maar om de beste economische resultaten te hebben”, stelt Wilma, de vrouw van Jos. "Met een vergrootglas kan altijd een verwond dier gevonden kan worden. Dat is helaas nooit helemaal uit te sluiten.”  

De konijnenhouders verwerpen het gebruik van illegaal geplaatste camera’s en zeggen open te staan voor een dialoog om het dierenwelzijn verder te verbeteren. “Wij hebben daar altijd voor open gestaan en doen dat nog steeds.” Zoals het nu gaat, worden konijnenhouders en in bredere zin veehouders weggepest uit Vlaanderen. “En dan bereik je het averechtse effect. Dan verschuift de productie naar landen met veel minder strenge dierenwelzijnseisen.”

Omschakeling bij stikstofplafond

Ondanks de uitdagingen blijven de familie Pijnenborg en ook Frank De Boeck van Lonki hoopvol over de toekomst. Zo opperde De Boeck twee jaar geleden, toen de varkensprijzen door een diep dal gingen, dat de konijnenhouderij een interessant alternatief is voor bijvoorbeeld varkenshouders die in de toekomst ook tegen een stikstofplafond stoten. Pijnenborg beaamt dit en ontving de voorbije jaren meerdere boeren met transitieplannen op zijn bedrijf. “Vooral in de varkenshouderij en pluimveehouderij kan het interessant zijn, omdat de stal vrij eenvoudig omgebouwd kan worden.

Voor het zover komt, moet in ieder geval ook het nieuwe stikstofkader in de plooi vallen. Zo is de konijnenhouderij niet in het decreet opgenomen en bestaan er geen amoniakemissiereducerende technieken. “Ook dit staat een ontwikkeling in de weg. Daar kun je tegenaan lopen als je de stal zou willen uitbreiden”, vertelt Wilma die buitenshuis gaat werken, maar bijspringt in de konijnenhouderij als het werk dat vraagt. Drukke momenten zijn bijvoorbeeld het werpen en de inseminatie.

Drie jaar na dato kijkt de familie Pijnenborg tevreden terug op de overstap van melkvee naar de konijnen. “Het werk is ergonomisch, zeer goed te plannen en de voorbij drie jaar hebben wij onze boterham kunnen verdienen”, legt Jos uit. Alhoewel ook het knuffelgehalte van konijnen geroemd wordt, heeft hij de koeien nog niet helemaal los kunnen laten. “Als ik moet kiezen, zie ik toch het liefst een koe”, besluit hij met een knipoog.

Bron: Eigen berichtgeving

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek