duiding

Noël Devisch - Boerenbond

duiding
"Natuurlijk heb ik wakker gelegen van alle miserie"
30 december 2008  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:52
Lees meer over:
Volgende week zwaait Noël Devisch af bij Boerenbond. Tijdens zijn twaalf jaar durend voorzitterschap heeft hij alle plagen van Egypte over zich heen gekregen, waaronder de dioxinecrisis en de mestoverschotten. Of hij er in de donkerste periodes aan gedacht heeft om de handdoek in de ring te gooien? “Dat is nooit bij me opgekomen". We gingen op zoek naar de mens achter de baron.

U stamt uit een groot boerengezin. Denkt u met plezier terug aan uw jeugd?
Noël Devisch: Ik ben als nummer zeven uit een gezin met tien kinderen opgegroeid op een gemengd bedrijf, nauwelijks op drie kilometer van het Belfort in Brugge. Het was een pachthoeve, maar we produceerden van alles: karnemelk, boter, aardappelen. Op ons erf was het een permanent komen en gaan van stedelingen. Daar heb ik de liefde voor de boerenstiel geërfd, want tijdens de vakantieperiodes was het werken geblazen, hé. Van dat verleden blijven helaas alleen herinneringen over, want de stad heeft het ouderlijk bedrijf al lang opgeslokt.

Welke levenslessen heeft u op de boerderij geleerd?
Sober leven en hard werken, maar ook de geborgenheid in ons gezin is me steeds bijgebleven. We golfden echt op het ritme van de seizoenen, ook al omdat het leven toen een stuk eenvoudiger was dan nu. Dat we van mijn ouders mochten gaan studeren, was een echt privilege. Ik zal nooit vergeten dat we in schoolverband ’s zondags na de vespers altijd mochten gaan kijken naar een film, waar ze weliswaar de mooie vrouwen hadden uitgeknipt. (lacht)

Kan de hedendaagse landbouw nog iets opsteken uit die periode of is de agrarische geschiedenis pure nostalgie?
De agrarische sector is natuurlijk wel drastisch veranderd: vijftig jaar geleden waren er geen paperassen op een boerderij. De veldwachter kwam langs voor de jaarlijkse telling en schreef alles zelf op, terwijl de belastingen dan weer ingevuld werden door consulenten. Iedere avond waren de boeren fysiek moe van het werk, maar ze hadden verder geen kopzorgen. Het leven was eigenlijk een aaneenschakeling van evidenties. Wie geboren werd in een landbouwersgezin had een grote kans om boer te worden, zo simpel was het. Vandaag moet je een manager zijn om een landbouwbedrijf te leiden. En toch blijft de boerenstiel net als vroeger een levenswijze. Ook het avondwerk, de bedrijfsrisico’s en de grillen van de weergoden blijven onlosmakelijk aan de job verbonden.

Wat blijft er nog over van de diepgelovige boeren die met handen en voeten gekluisterd zitten aan het grond- en familiepatrimonium?
Destijds woonden de rijke boeren in de polders. Ik weet nog heel goed dat wij vroeger met ons bedrijf net aan de verkeerde kant van de scheidingslijn met de zandgrond zaten. Tot de prijzen voor de akkerbouwproducten de mist ingingen en de zandboeren met hun intensieve landbouwpraktijken toch de kop boven water konden steken. Vandaag lijkt het tij andermaal te keren: de akkerbouw staat er weer en de grond wordt opnieuw naar waarde geschat, geholpen door de ontkoppelde premies die enkel kunnen geactiveerd worden op basis van grondgebruik.

Negen jaar lang heeft u als ambtenaar en kabinetsmedewerker gewerkt in de Europese Commissie. Welke gevoelens heeft u bij het parcours dat het Europees landbouwbeleid in de loop der jaren heeft afgelegd?
Het landbouwbeleid met z’n interventiesteun, exportsubsidies en invoerheffingen heeft nooit veel geld gekost zolang er slechts cyclische productieoverschotten uit de markt moesten genomen worden. Dat veranderde natuurlijk op het ogenblik dat interventievlees op de markt verkocht moest worden aan prijzen waarmee we zelfs de opslagkosten niet meer konden financieren. De Europese landbouwministers hebben onvoldoende moed gehad om ogenblikkelijk in te grijpen, al stonden ze natuurlijk onder zware druk van de boerenorganisaties. Ik herinner me nog het felle verzet toen ik als Europees ambtenaar het revolutionaire systeem van de melkquota kwam uitleggen bij Boerenbond. Dat was dan ook de eerste keer dat de landbouwers beperkingen opgelegd kregen.

Is Europa voor de Vlaamse landbouw tot hiertoe een last of een lust geweest?
Geen twijfel mogelijk. Enkel dankzij de afschaffing van de Europese binnengrenzen hebben we ons kunnen specialiseren in tomaten, varkens en kippen. Veiling Hoogstraten produceert jaarlijks twintig miljoen kilogram aardbeien. Stel u voor dat we dit volume zouden moeten kwijtraken op de Vlaamse markt. De Europese Unie is voor onze land- en tuinbouw ronduit een zegen geweest, net zoals dat het geval is voor bijvoorbeeld de Nederlandse agrohandel. Daarom stoort het me verschrikkelijk dat de Balkenendes van deze wereld vandaag met hun rekenmachine in de hand de voordelen van het Europese project in vraag stellen. De eenheidsgedachte is jammer genoeg ver weg, wat me het ergste doet vrezen voor de besprekingen die volgend jaar van start gaan over de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid na 2013. Ook in Sarkozy ben ik overigens niet gerust.

Wanneer dacht u voor het eerst aan de voorzittersstoel bij Boerenbond?
Die ambitie heb ik nooit gekoesterd. Toen Jan Hinnekens het mij is komen vragen, heb ik een maand lang fameus getwijfeld. In Europa zat ik immers dicht bij het beslissingscentrum. En toch heb ik nog geen dag spijt gehad van mijn uiteindelijke keuze. Bij Boerenbond had ik veel meer contacten met de boeren, waardoor de abstracte landbouwmaterie een concreet gezicht en veel meer diepgang kreeg.

Boerenbond was jarenlang een bastion met een waaier aan commerciële activiteiten. U heeft de boedelscheiding zelf aangestuurd?
Die operatie is overigens een successtory geworden. De tijd was gewoon rijp om grotere gehelen te vormen. De wereld rondom Boerenbond veranderde, en het was kwestie om de trein niet te missen. Met Cera alleen hadden we nooit de rendabiliteit van KBC kunnen opbouwen.

Wat is het grootste probleem waar de landbouw tijdens uw voorzitterschap mee te maken kreeg?
Met grote voorsprong het mestprobleem. Met de doelstellingen van de milieuorganisaties is niks mis, maar voor de boeren stond hun boterham op het spel, hé. We hadden een grote varkensstapel, maar geen technologie om de geproduceerde mest te verwerken. Het was destijds ook een gigantisch pedagogisch project om aan de landbouwers uit te leggen dat de nitraatconcentraties in het water geen fait divers waren. Zowel de technologie als de geesten moesten rijpen, en dus kwam het er als landbouworganisatie op aan om tijd te winnen. Het was ook een zeer ondankbaar dossier: voor de boeren was elke toegeving er één teveel, terwijl we met onze mestoverschotten zeker ook niet op applaus moesten rekenen van de buitenwereld. Nachtelijke zittingen zijn geen pretje als je op voorhand weet dat je na afloop toch op je kop krijgt, eender wat de uitkomst is van het compromis.

De nitraatrichtlijn is bijna twintig jaar oud en nu pas zijn de mestoverschotten zo goed als weggewerkt. Kon het allemaal niet wat sneller?
In de praktijk is dat onmogelijk gebleken. Men zegt altijd dat we tien jaar verloren hebben, ik zeg u dat we door hard te werken tien jaar gewonnen hebben…

Onlangs noemde u Vera Dua één van de plagen waar u tijdens uw carrière mee moest afrekenen. Geef toe dat ze een wegbereider is geweest voor een meer duurzame landbouw in Vlaanderen.
Met haar verhaal rond duurzame landbouw had ze zeker een punt. Ik heb haar ook de hand gereikt om samen te werken, maar blijkbaar was haar entourage niet rijp om op dit verzoek te kunnen ingaan. Dat is jammer, want anders hadden we bijvoorbeeld inzake het mestbeleid en de beheerovereenkomsten sneller stappen vooruit kunnen zetten. Vera Dua is als persoon zeer aangenaam in de omgang en erg intelligent, maar ze heeft de landbouw eigenlijk in de vernieling gepraat ten voordele van de alternatieve productie. Ik heb niks tegen bio, maar dat is een niche. Na de passage van de groenen hebben we veel meer kunnen realiseren voor het milieu.

De landbouw maakte het voorbije decennium een zware crisisperiode door. Hoe zwaar weegt dat op het persoonlijk leven van een Boerenbond-voorzitter?
Ik durf zeggen dat ik veel nachten wakker gelegen heb. De crisisdossiers volgden elkaar zo snel op dat je uiteindelijk de vraag gaat stellen of we er nog ooit uitgeraken. Vaak zat ik ook met een gevoel van onrechtvaardigheid opgezadeld, zoals ten tijde van de dioxinecrisis. De boeren hadden niks te maken met de contaminatie, maar hadden voor jan en alleman wel de boter gegeten. De manier waarop ik in de parlementaire onderzoekscommissie werd aangepakt…

Zijn er momenten geweest dat je wilde opgeven?
(heftig) Het zit in mijn opvoeding ingebakken om niet achteruit te gaan. Zeker niet in de moeilijke periodes. Over sommige knelpunten hebben we in het hoofdbestuur hard en lang gediscussieerd, maar ik had altijd het gevoel dat de boeren achter mij zijn blijven staan. Net zoals ik me steeds als één van hen gevoeld heb.

De koning heeft u tot baron gekroond. Was dat voor u een belangrijke gebeurtenis?
Ik ben er natuurlijk fier op, maar het was in de eerste plaats een erkenning voor Boerenbond en de landbouwsector. Het is een indicatie dat de agrarische sector weer ernstig genomen wordt. Maar wees gerust, als mens heeft die onderscheiding me niet veranderd.

Aan wie zou je zelf een prijs uitreiken voor zijn of haar verdiensten voor de landbouw?
(denkt na) Aan Leterme. Als minister-president vond hij het de moeite waard om ook de landbouwportefeuille te beheren. Hij heeft de landbouw altijd tot het uiterste verdedigd, ook al kreeg hij soms het hoongelach van andere politici over zich heen. Voor iemand die niet van boerenafkomst is, is dat heel bijzonder. Door zijn houding heeft hij voor een keerpunt gezorgd in de Vlaamse landbouw.

Welk dossier heeft u in al die jaren het meeste plezier bezorgd?
Dat is moeilijk te zeggen. De landbouw heeft me een erg boeiend beroep geschonken en ik kreeg de kans om me in te zetten voor mensen die ik graag zie. Hun vertrouwen is de grootste cadeau die ze me ooit gegeven hebben, daar doe je met plezier al het nachtwerk voor. Heel interessant was ook mijn twee jaar durend voorzitterschap van Copa, waardoor ik me kon uitleven in mijn vroegere biotoop van ministers en commissarissen. Het was een fantastische uitdaging om steeds weer te sleutelen aan compromissen tussen de boerenorganisaties uit heel Europa. Als Belgen zijn we nu eenmaal zeer bedreven in dat werk, hé.

Hoe zal Noël Devisch in de annalen van Boerenbond herinnerd worden?
(zucht) Ik ben iemand die het altijd goed meende, maar ik zal wel voor altijd geassocieerd blijven aan de miserie die de landbouw de voorbije jaren doorworsteld heeft.

U toonde zich erg tevreden met de conclusies van het jongste Boerenbondcongres. Zelf had u liever al veel eerder resoluut de kaart van de maatschappelijke openheid getrokken?
Misschien wel, maar de liefde moet natuurlijk van twee kanten komen. De maatschappij heeft zich op sommige momenten wat ongeduldig opgesteld tegenover de landbouw, vanuit een gebrek aan respect voor de voedselproductie. Tot vóór de recente prijsstijgingen was alles veel te evident geworden, volgens kerels à la Dirk Verhofstadt kunnen we het ons zelfs permitteren om al ons voedsel te importeren. Maar met de hulp van kijkboerderijen en plattelandsklassen hebben de mensen en zelfs de media geleidelijk opnieuw de weg naar de boer gevonden. Straks gaan ze nog programma’s ‘Vrouw zkt Boer’ moeten uitzenden.(lacht)

Wat is de komende jaren de belangrijkste uitdaging voor Boerenbond als organisatie?
Boerenbond is op de goede weg. Als brede plattelandsorganisatie is ons ledenaantal ondanks de inkrimping van het boerenbestand al zes jaar aan het stijgen. De integratie van de landbouw en het plattelandsbeleid is dan ook een belangrijke uitdaging. Onze organisatie moet zijn landelijke beweging koesteren.

Zonder ongelukken wordt Piet Vanthemsche uw opvolger. Als u hem één gouden raad mag geven, wat is dat dan?
Ik moet hem helemaal geen raad geven. We werken nu bijna een jaar samen, en Piet is ongetwijfeld de juiste man op de juiste plaats. Hij heeft een klaar inzicht, een rijke background en gaat voluit voor zijn standpunten. Op 3 maart wordt hij voorgedragen als voorzitter, en dan doe ik het licht uit.

Bent u optimistisch over de toekomst van de landbouw?
De ruimtelijke afbakening blijft ondanks de herbevestigde gebieden een pijnpunt en als er vroeg of laat toch een WTO-akkoord uit de bus komt, hebben we meer dan ooit nood aan systemen van risicobeheersing. Veel boeren en tuinders werken immers met bedrijfsvreemde arbeidskrachten en kapitaal, en dikwijls zijn ze gespecialiseerd in één enkele teelt. Een nieuw tomatenbedrijf kost al gauw drie miljoen euro, hé. Maar voor de rest oogt de toekomst rooskleurig: na een veertig jaar durende prijsdaling wordt voedsel weer belangrijk dankzij de toenemende koopkracht in het Verre Oosten en de opmars van bio-energie. En van zodra de Brazilianen beseffen dat ze weer beter graan telen in plaats van varkens te kweken, zal ook onze veehouderij zich herstellen.

Bent u bevreesd voor het zwarte gat?
Ik heb geen hobby’s, en heb er ook nooit behoefte aan gehad. Als Boerenbond-voorzitter word je geleefd, maar ik besef ook wel dat dit nu allemaal gaat veranderen. Na mijn afscheid ga ik eerst genieten van een goeie vakantie en daarna zal ik zelf structuur aan mijn leven moeten beginnen geven. Maar ik krijg gelukkig de nodige hulp: mijn vrouw heeft al een heel lijstje met activiteiten opgesteld.
 

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek