Nieuwe fiscale regels zorgen voor zware administratieve overlast voor pachters
nieuwsDoor een wetsontwerp dat net voor het kerstreces in de Kamer werd goedgekeurd, zullen landbouwers in de toekomst bijkomende inlichtingen moeten verschaffen over de huur en de identiteit van de verhuurders van pachtgrond bij hun inkomensbelasting. Een oproep van het Agrofront om pacht vrij te stellen van deze verplichting, viel in dovemansoren. “Het is quasi onmogelijk voor land- en tuinbouwers om die informatie aan te leveren”, klinkt het.
Een nieuw wetsontwerp over diverse fiscale bepalingen werd op donderdag 28 december in de plenaire zitting van de Kamer besproken en goedgekeurd. Eén van die bepalingen is de verplichting om de huurprijs en huurlasten te introduceren in het Wetboek Inkomensbelastingen (WIB). Concreet betekent dit dat huurder die een aangifte in de inkomensbelastingen moeten indienen, worden verplicht om bepaalde inlichtingen te vermelden over de huur en identiteit van de verhuurders.
Dat die verplichting ook wordt opgelegd aan pachters stuit op onbegrip bij de drie Belgische landbouworganisaties Boerenbond, ABS en FWA die zich verenigd hebben in het Agrofont. “Dit zal voor pachters een enorme administratieve last teweegbrengen”, schrijven de organisaties in een brief aan minister van Financiën Vincent Van Peteghem. “Pachter worden verplicht om verregaande informatie mee te delen waarover ze in de praktijk niet beschikken: identificatiegegevens van de verhuurders (naam, adres, rijksregisternummers of KBO-nummer van alle verpachters), adres van het verpachte goed (vaak zijn er geen adresgegevens beschikbaar door de ligging “ergens te velde”), pachtprijs, enz.”
Mondelinge overeenkomsten
Het Agrofront wijst erop dat de naleving van deze nieuwe verplichting in het kader van de pacht onhaalbaar is omdat het overgrote deel van de lopende pachtovereenkomsten in Vlaanderen mondelinge overeenkomsten zijn. Het nieuwe Vlaamse pachtdecreet schuift wel schriftelijke contracten naar voor, maar er geldt geen generieke verplichting om alle bestaande mondelingen overeenkomsten om te zetten in schriftelijke pachtcontracten. Bovendien kunnen ook in de toekomst nog mondelinge contracten afgesloten worden als geen van beide partijen aandringt op een schriftelijke overeenkomst. Ook in Wallonië is er nog sprake van mondelinge pachten.
Maar dat is niet alles. “Landbouwers hebben bovendien vele en vaak ook kadastraal kleine percelen in pacht en pachten vaak gronden van diverse eigenaars die in onverdeeldheid zijn of woonachtig zijn in een ander landsgedeelte of in het buitenland. Landbouwers baten tientallen gebruikspercelen uit die dikwijls vanuit verschillende kadastrale percelen zijn samengevoegd tot één groter gebruiksperceel waarbij dan soms ook percelen worden geruild, in seizoenpacht worden gegeven enz. Het is onmogelijk om per kadastraal perceel de gevraagde informatie in de aangifte op te nemen”, meent het Agrofront.
Geen vrijstelling voor pacht
Niet aan deze verplichting voldoen, is geen optie, menen de drie landbouworganisaties. “Wanneer pachters deze informatie niet doorgeven, worden de betaalde vergoedingen niet beschouwd als beroepskosten. Deze sanctie is buiten alle proportie en onaanvaardbaar”, luidt het. Om die reden schreven de organisaties een brief naar bevoegd minister Van Peteghem. Ook N-VA-kamerlid Sander Loones ontving de brief en bundelde de bezorgdheden in een amendement zodat pachters vrijgesteld zouden worden van deze verplichting.
“Er wordt met deze wetgeving een verplichting opgelegd aan een groep ondernemers waaraan zij niet kunnen voldoen”, argumenteerde Loones in de Kamer. Landbouwers die grond pachten zullen informatie moeten meedelen die zijn in de praktijk niet hebben, terwijl dit geen impact heeft op de belastinginkomsten want zijn worden niet belast op de werkelijke huurprijs, maar op het geïndexeerd kadastraal inkomen van de gronden die zijn uitbaten. Belastingmatig heeft het dus geen impact, maar op administratief vlak is de impact gigantisch.”
Het amendement van Loones dat pachters moest vrijstellen van de nieuwe wettelijke regeling, werd echter weggestemd. In de Kamer gaf minister Van Peteghem aan dat de bezorgdheden in de landbouwsector hem bekend zijn. “Die opmerkingen hebben ons al eerder bereikt. Het gaat vaak over kleine bedragen”, aldus de minister. “We zijn met de administratie aan het bekijken hoe we aan deze bezorgdheden tegemoet kunnen komen. We nemen dit graag mee.”
