Mangalitsa-varken maakt intrede op landgoed Altembrouck

In 1994 kocht de Nederlandse zakenman Wim Claessen het adembenemende kasteel Altembrouck in 's-Gravenvoeren. Op het landgoed kweekt hij hoogwaardig vee, zoals het Wagyu-rund en het Kurohitsu-lam. Eerder deze maand werden enkele drachtige Mangalitsa-varkens geleverd. "Ik wil niet zomaar dieren kweken", zegt Claessen in De Standaard.

Landgoed Altembrouck is een domein van 55 hectare bos, landbouwgrond, vijvers en weilanden. Aan de rand bevindt zich een prachtig kasteel, waarvan de oudste gebouwen dateren uit de veertiende eeuw. "De laatste permanente bewoners waren de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog", zegt de 55-jarige Claessen, die al vijftien jaar een groot deel van zijn tijd, energie en kapitaal steekt in restauratiewerken. Tot hiertoe investeerde hij zo'n tien miljoen euro in Altembrouck.

Of hij onmiddellijk wist wat hij na de aankoop met het landgoed zou aanvangen? "Nee. Ik dacht dat ik een kasteel met wat grond had gekocht, maar kreeg er een pak problemen bovenop. De grond zat vol olie omdat één van de pachters zich had toegelegd op het herstellen van tractoren. De overtollige melk werd in de vijvers gegooid, zodat er nauwelijks nog vis in zat. Bovendien zat ik met een grote vraag: welke activiteiten moet ik ontwikkelen om het landgoed weer tot leven te brengen?", vertelt Claessen.

Ooit was Altembrouck het centrum van de Vlaamse schapenteelt en dat bracht de Nederlander op het idee om zich op de veeteelt te concentreren. "Behalve het Wagyu-rund kweken we sinds een jaar of drie ook het Kurohitsu-lam, dat eveneens van Japanse origine is en dezelfde gezonde eigenschappen heeft als het Wagyu-rund. Recent is daar ook het Mangalitsa-varken bijgekomen, dat afkomstig is uit Hongarije. Het was bijna uitgestorven, maar wordt nu opnieuw gekweekt".

In 1895 zou de Hongaarse varkensstapel bijna 6,5 miljoen dieren geteld hebben, waarvan 94 procent tot het Mangalitsa-ras behoorde. Het varken was destijds zeer geliefd vanwege zijn robuustheid en de gemakkelijke aangroei van vet. In 1973 werden echter nog maar 39 zuivere zeugen geregistreerd, waarna de Hongaarse regering besloot om het ras te ondersteunen.

Maar vanwaar de drang naar het kweken van hoogwaardig vee op Altembrouck? "Ik wil niet zomaar dieren kweken. Fine foods, ons kweekprogramma, is één van de vier pijlers van landgoed Altembrouck. Private dining, de tweede pijler, is daar nauw mee verbonden. We beschikken over enkele gerestaureerde ruimtes, waar gezelschappen van tien tot 120 gasten in alle privacy kunnen dineren. Smaakbeleving staat daarbij centraal", legt Claessen uit.