Luc Verbeke - Versele-Laga
duidingDe crisis in de varkenssector en de rundveehouderij is vooral het gevolg van de fors gestegen voederkosten. Hoe hebben jullie dat fenomeen zien evolueren?
Luc Verbeke: Het is moeilijk om op de prijsstijging een eenvormig cijfer te plakken. We maken in totaal gebruik van bijna honderd grondstoffen, die tot drie grote families behoren: primaire landbouwproducten zoals granen, nevenstromen van de voedingsindustrie zoals pulp en sojaschroot, en tot slot zijn er de toevoegingen zoals aminozuren en vitamines. Afhankelijk van de diersoort en de fase in de levenscyclus is een aparte voedersamenstelling vereist. Het is logisch dat de ene samenstelling al erger dan de andere geleden heeft onder de prijsstijging van de grondstoffen. Vorig jaar hebben we eerst de zetmeelbronnen zien stijgen, in de tweede helft van het jaar zijn de eiwitbronnen gevolgd. Formules die voor 35 procent soja bevatten, zijn op dat ogenblik dus ook flink duurder geworden. Voor deze overzeese producten is overigens niet alleen de prijs van de grondstof op zich sterk gestegen, maar bijvoorbeeld ook het transport is een belangrijke kostenfactor. Door de economische groei in het Verre Oosten zijn ook de tarieven van de zeeschepen omhooggeschoten.
In welke grootteorde hebben jullie veehouders hun voederkosten tot hiertoe zien stijgen?
Dat verschilt dus sterk, afhankelijk van de hoeveelheid zetmeel en eiwitten die in het product aanwezig zijn. Maar je mag rekenen op een gemiddelde prijsstijging van 30 à 35 procent, en daarmee hebben we een deel van de kostenstijging niet eens doorgerekend. Maar sowieso blijven de hogere tarieven een zware dobber voor varkensboeren als je weet dat het voeder ongeveer zestig procent van de productiekost vertegenwoordigt. Een cruciaal knelpunt is dat de prijscyclus van het afgewerkt product niet synchroon verloopt aan die van de grondstoffenprijzen. De druk van de grootdistributie maakt het immers erg moeilijk om kosten door te rekenen, hetgeen nog maar eens frappant tot uiting gekomen is in het dossier van de ggo-vrije voeders. De varkensboeren hebben de voorbije jaren gelukkig wel wat reserves kunnen opbouwen, maar ik vrees dat die intussen opgebruikt zijn. We kennen in elk geval veehouders die er na hun afmestronde tijdelijk de brui aan geven. En dan is het nog maar de vraag of die bedrijven later weer zullen heropstarten.
Een boer kan er niet voor opteren om tijdelijk wat meer eiwitarme en zetmeelarme voeders in te kopen?
Aan het technisch rendement mag hoegenaamd niet geraakt worden. Wie het niet zo nauw neemt met de resultaatscurve van de dieren, haalt zijn bedrijfsfundamenten onderuit. Vergeet ook niet dat de slachthuizen het binnenkomend vlees een kwalificatie geven. Veehouders die zouden opteren voor minderwaardig voeder bedriegen dus zichzelf. Zelf geven we ook geen duimbreed toe op kwaliteit. In onze fabrieken hebben we voor ieder eindproduct een voederprofiel opgemaakt. Ingenieuze rekenprogramma’s becijferen via welke samenstellingen dat profiel het best kan benaderd worden. De intrinsieke voederwaarde is steeds identiek, maar de samenstelling varieert in functie van de grondstoffenprijzen. Zo combineren we optimale teeltresultaten met een scherpe prijzenpolitiek.
En die prijzen volgen jullie op de voet?
Die informatie stroomt permanent binnen, en we hebben ook een strategisch inkoopcomité. De dalende graanprijzen in Europa hebben er de voorbije twintig jaar weliswaar voor gezorgd dat het aandeel overzeese grondstoffen in onze formules wat gekrompen is, maar dat bedraagt toch nog altijd zo’n dertig procent. Die landbouwproducten kopen we via internationale handelshuizen op termijnmarkten, waar wij als reële verbruikers van die grondstoffen steeds meer concurrentie ondervinden van beleggingsfondsen die er met gigantische kapitalen tegenaan gaan en de prijs verder opdrijven. Switchen naar goedkopere vervangproducten is niet eenvoudig: de maniokproducenten kennen de prijs van graan evengoed als wij.
Het aandeel van de grondstoffen in de prijs van het mengvoeder is allicht substantieel?
De grondstoffen vertegenwoordigen 75 à 80 procent van onze totale productiekost. Quartes probeert wel het verschil te maken door zijn uitgebreide dienstverlening en nutritionele innovaties, maar finaal hebben we toch te maken een product dat moeilijk differentieerbaar is. De winstmarges zijn dus flinterdun waardoor de opbrengst op het geïnvesteerd vermogen globaal laag is, en dan zitten we in onze branche ook nog eens met een overcapaciteit van ongeveer dertig procent. Op de koop toe moeten we afrekenen met de concurrentie van de Nederlanders, die vooral in de grensstreek actief zijn en al zo’n vijftien procent van onze markt afgesnoept hebben.
Alleen al de concurrentie tussen de lokale mengvoederfabrieken is moordend.
Het is eigenlijk ongelooflijk dat in onze sector nog altijd een 150-tal bedrijven actief zijn. Wij hebben door de samenvoeging met Dossche productiecapaciteit uit de markt genomen, Aveve deed dat met de overname van Spoormans, Hendrix heeft Haeck overgenomen. Maar voor de rest is de opschaling in Vlaanderen nog niet gebeurd, zoals wel het geval is in Nederland.
In welke mate maakt het Europese ggo-beleid de kostprijs van het menvoeder duurder?
15 procent van onze producten is gegarandeerd ggo-vrij, op basis van een gecertificeerd lastenboek. Het gaat om voeders voor vleesvee en varkens, niet voor melkkoeien omdat de zuivelsector niet in dit systeem gestapt is. Als de consument de vrije keuze wenst tussen gemodificeerde en klassieke voeding, dan kunnen wij hieraan dus beantwoorden met een ruim assortiment. Anderzijds ondervinden we natuurlijk wel aan den lijve dat transgene gewassen in Brazilië en Argentinië steeds meer de bovenhand nemen, waardoor onze ggo-vrije voeders steeds duurder worden. Het prijsverschil wordt stilaan gigantisch groot. Sinds het verbod op het eiwitrijke diermeel als gevolg van de BSE-crsis moeten we overigens veel meer soja importeren. Het mes snijdt aan alle kanten.
Het diermeelverbod zit jullie nog altijd dwars…
Sommigen hebben destijds de regels niet nageleefd, en daardoor hebben we het kind met het badwater weggegooid. Diermeel wordt sinds mensenheugenis gevaloriseerd, maar werd de jongste jaren in die mate verketterd dat deze waardevolle grondstof het moeilijk zal krijgen om weer in de gratie van de publieke opinie te raken. De Europese Voedselautoriteit EFSA heeft mits adequate controles het licht op groen gezet om diermeel van varkens te voederen aan kippen en vice versa, maar ik vrees dat er op korte termijn geen politieke doorbraak komt in dit dossier. Hoezeer het gezond verstand daar ook om smeekt, want door het diermeelverbod op te heffen, kunnen we een stuk van het Amazonewoud redden.
Mengvoederbedrijven hebben een nauwe band met hun klanten. Hoe percipiëren jullie de crisis bij de boer?
De graanboeren horen we natuurlijk niet klagen, maar in de varkenshouderij zal de schaalvergroting zich door deze moeilijke periode allicht nog sterker doorzetten. Efficiënte en kapitaalkrachtige bedrijven zullen aan een nog sneller ritme de bedrijven van minder goed boerende collega’s overnemen.
Brengt zo’n crisis ook het rendement van een reus zoals Quartes aan het wankelen?
Onze vrachtwagens rijden rond met 25 ton voeder. Als de facturen dan onbetaald blijven, loopt de averij snel op, hé. In mei presenteer ik het jaarverslag aan de raad van bestuur en daarin zal staan dat we in 2007 slechts een voorzichtige groei behaald hebben. Die danken we aan het feit dat we fabrieken gesloten hebben op het moment dat we die sanering moesten doorvoeren. Op langere termijn maken we ons wel zorgen over de marktfluctuaties waar de landbouw in toenemende mate aan blootgesteld wordt. We blijven sowieso al een eigenaardige sector die door zijn verwevenheid met de grillen van de natuur de conjunctuur van de algemene economie niet volgt. Als dan onder druk van de WTO de stabiliserende mechanismen van het landbouwbeleid afgebouwd worden, evolueren we naar een toestand waarbij de consument voor het eerst sinds lang weer zal moeten leren dat goedkoop voedsel geen verworven basisrecht is. Misschien is het moment niet meer zover af dat de criticasters van destijds gaan roepen om de herinvoering van een aantal interventieregelingen in de Europese landbouwpolitiek.
Wanneer gaan de prijzen van het voeder weer dalen?
Voor de nieuwe oogst verwacht ik weinig verandering. Daarna zal veel afhangen van de opbrengstcijfers en de houding van de grote beursspeculanten. De prijzen op de termijnmarkten liggen momenteel iets lager dan het actuele prijsniveau, maar voor de komende vijf jaar verwacht ik alleszins dat de grondstoffenprijzen niet meer dalen tot het niveau van twee jaar geleden. Ze zullen standhouden op een hoog niveau en tegelijkertijd onderhevig zijn aan sterke fluctuaties. Verder is de impact van de bio-energie nog onduidelijk. Een flinke daling van de voederprijzen zit er in elk geval niet echt aan te komen.
Verwachten jullie dat de overheid iets doet?
Overbruggingskredieten kunnen de veehouders helpen, zolang ze de normale marktwerking niet ondermijnen. Een stabiel beleidskader op Europees niveau dat bovendien voor alle lidstaten gelijkgeschakeld wordt, zou ook welkom zijn. Voor de rest kan de overheid voor ons weinig doen, vrees ik.