Lidstaten steunen ggo-verbod in Hongarije en Oostenrijk
nieuwsDe ministers van Milieu van de EU-lidstaten hebben maandag op een bijeenkomst in Brussel een verbod op de teelt van genetisch gemanipuleerde maïs in Hongarije en Oostenrijk gesteund. Ook België stemde tegen de opheffing van het moratorium in beide landen.
Tot ergernis van de Europese Commissie handhaven Oostenrijk en Hongarije al jaren een verbod op de teelt van MON810, een genetisch gemanipuleerde maïssoort van het Amerikaanse concern Monsanto. De twee landen maken gebruik van de zogenaamde voorzorgsclausule omdat ze vrezen dat de maïssoort een bedreiging kan vormen voor het milieu.
De Europese Commissie probeerde maandag op een bijeenkomst van de Europese milieuministers in Brussel een opheffing van de voorzorgsmaatregel in Hongarije en Oostenrijk te forceren, maar ze kwam van een kale reis terug. Een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten steunde het moratorium in beide landen. Enkel Groot-Brittannië, Zweden, Denemarken, Nederland en Estland schaarden zich aan de zijde van de Commissie.
Aan de stemming ging diplomatiek overleg op het hoogste niveau vooraf. Daarbij kwam België in het oog van de storm terecht. In de aanloop naar de bijeenkomst leek het er immers op dat het Belgische standpunt van doorslaggevend belang kon worden en dat de Commissie het pleit zou kunnen winnen indien België voor een onthouding koos. Vervelend, want België werkt momenteel samen met Hongarije aan de voorbereiding van het Europese voorzitterschap in 2010.
Als gevolg van de verdeeldheid binnen de federale regering overwoog België om zich te onthouden. Toen Duitsland maandagochtend bekendmaakte dat het de kant van Oostenrijk en Hongarije koos, bleek ons land echter niet langer als 'swing state' te fungeren. "Uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om terug te vallen op het standpunt dat België eerder heeft ingenomen", zei de Waalse minister Benoit Lutgen (cdH).
België stemde in december 2007 al eens tegen de opheffing van de voorzorgsmaatregelen. Lutgen verzekerde dat hij maandagochtend contact heeft opgenomen met de gesprekspartners binnen de federale regering om rugdekking te krijgen voor zijn houding tijdens de stemming. Naast de gewijzigde machtsverhoudingen onder de lidstaten verwees de minister ook naar diplomatieke overwegingen om alsnog de kant van Oostenrijk en Hongarije te kiezen.
MON810 is al sinds 1998 toegelaten in de Europese landbouw, maar wordt pas sinds 2003 in Spanje en later ook in een zestal andere landen geteeld. Het product van Monsanto, dat een gif tegen insecten bevat, komt echter steeds meer onder vuur te liggen omdat er nieuwe vragen rijzen over de impact op het milieu. Frankrijk besloot vorig jaar de voorzorgsmaatregel in te roepen, en ook in Duitsland gaan steeds meer stemmen op om de toelating van de maïssoort opnieuw te bekijken.
De Commissie verwijst steevast naar een wetenschappelijk advies van het Efsa, dat stelt dat de teelt van MON810 geen risico's inhoudt. De Commissie is ook gevoelig voor de druk binnen de Wereldhandelsorganisatie, waar belangrijke handelspartners steeds minder begrip opbrengen voor de weerbarstige houding van de Europese landen ten opzichte van genetisch gemanipuleerde producten.
Het is inmiddels de vierde keer op rij dat de lidstaten een verzoek van de Commissie tot opheffing van nationale voorzorgsmaatregelen van de hand wijzen. Bevoegd eurocommissaris Stavros Dimas blijft vooralsnog echter volhouden dat hij wettelijk gebonden is om procedures te lanceren tegen voorzorgsmaatregelen die wetenschappelijk niet gerechtvaardigd zijn.
"Dit is een overwinning voor het milieu, landbouwers en consumenten en een vervelend resultaat voor de Commissie", zo reageert campagnemedewerker Jonas Hulsens van milieu-organisatie Greenpeace. "De Europese regeringen hebben voor de vierde keer een Commissievoorstel om een nationaal verbod op genetisch gewijzigde gewassen op te heffen, verworpen. Het lijkt wel of de Commissie het duidelijke 'nee' van de lidstaten niet wil begrijpen".
Bron: Belga