Geurhinder varkenshouderij is complexe problematiek
nieuwsGeur is een zeer complex en toenemend probleem in de varkenshouderij. Er is geen eenduidige meetmethode en er bestaat geen pasklare oplossing. Bovendien blijft geurhinder een subjectief gegeven en zijn de ervaringen zeer persoonsgebonden. Zo vat het Varkensloket de belangrijkste conclusies samen van twee studiedagen rond geurhinder in de varkenshouderij.
Tijdens twee studiedagen rond geurhinder in de varkenshouderij werd vanuit verschillende invalshoeken nagedacht over de problematiek van geurhinder in de varkenshouderij. Een eerste hinderpaal is de afwezigheid van een eenduidige meetmethode. Vandaag worden verschillende methodes gehanteerd: de chemische analyse, sensorische methodes zoals olfactometrie, de zogenaamde ‘snuffelploegen’ die nagaan tot hoever ze een bedrijf kunnen ruiken, enzovoort.
De geur die varkensstallen uitstoten, is afkomstig uit bijproducten die door bacteriën worden gevormd uit de afbraak van mest en ander organisch materiaal. Tegenover deze bacteriële afbraak is de rechtstreekse emissie van een dier te verwaarlozen. De geurconcentratie wordt uitgedrukt aan de hand van geuremissiekengetallen. Op basis van die kengetallen bepaalt een omzendbrief uit 2012 welke maatregelen getroffen kunnen worden om de geurhinder te reduceren.
Welke maatregelen zijn dat precies? Met andere woorden, hoe kan die geur bestreden worden? Ook op deze vraag zijn meerdere antwoorden mogelijk. Er zijn enerzijds de ‘end of pipe’-technieken die aan het uiteinde van de stal worden geplaatst, zoals luchtwassers, biobedden, vernevelsystemen, verlengde kokers en windsingels. Anderzijds zijn er de ‘front of pipe’-oplossingen, geplaatst in de stal, zoals ammoniakemissiearme stalsystemen, het varkenstoilet, mestadditieven, ionisatie, enzovoort.
De verschillende technieken zorgen voor verschillende resultaten. Een chemische luchtwasser kan voor een geurreductie van 30 procent zorgen, terwijl het reductiepercentage van een biofilter kan oplopen tot meer dan 90 procent. Maar niet alle technieken kunnen op elk bedrijf worden toegepast: zo heeft het verhogen van het emissiepunt geen nut wanneer de personen die geurhinder ondervinden zich binnen een straal van 200 meter van het bedrijf bevinden.
Bij het verkrijgen van een milieuvergunning wordt het geuraspect steeds belangrijker. Toch bestaat er vooralsnog geen algemeen juridisch kader voor de beheersing van geurhinder. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de schaal van het bedrijf: intensieve bedrijven met meer dan 900 zeugen of 3.000 vleesvarkens moeten een milieueffectenrapport (MER)-screeningsnota laten opmaken. Om de impact in te schatten, worden modelberekeningen gemaakt die ook rekening houden met de omliggende bedrijven.
De studiedagen kaderden in het ADLO-project ‘Hoe geuremissies beheersen’ en het project ‘Duurzaam geuremissies beheersen’ van de provincie Vlaams-Brabant en zijn een initiatief van VEMIS, Inagro, Innovatiesteunpunt, UGent, ILVO en de provicie Vlaams-Brabant. De Vlaamse overheid, het Europese Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling en de provincie Vlaams-Brabant zorgden voor de financiering.
Meer weten? Abonneer u hier op de nieuwsbrief van het Varkensloket en het Praktijkcentrum Varkens.
Bron: Varkensloket.be