Fedustria hamert op loonhandicap en dure grondstoffen

De economische crisis is in de Belgische textiel-, hout- en meubelindustrie nog niet voorbij. Ondanks lichte omzetstijgingen omwille van scherp gestegen grondstoffenprijzen die beperkt werden doorgerekend, bleef de productie nagenoeg ongewijzigd op het lage niveau van 2009. Dat zei Fa Quix, directeur-generaal van beroepsorganisatie Fedustria, ter gelegenheid van de algemene vergadering.

"Niettegenstaande een lichte stijging van de textielomzet met ongeveer zeven procent in 2010, ligt de omzet van de textielindustrie nog steeds zowat een vijfde lager dan voor de crisis. De omzet van de hout- en meubelindustrie steeg vorig jaar met 3,4 procent, na twee jaar van omzetdalingen voor een totaal van 20,4 procent", aldus Quix.

“Om ten volle te kunnen profiteren van de economische heropleving, moeten onze bedrijven voldoende gewapend zijn", zegt Guy Van Steertegem, adjunct-directeur-generaal van Fedustria, "maar net daar wringt het schoentje." Hij wijst op allerlei handicaps voor de Belgische bedrijven zoals de hoge loonkost. "Onze concurrenten strijden met betere wapens, terwijl onze leden internationaal competitief moeten zijn want de Belgische markt is veel te klein voor onze industrie", aldus Van Steertegem. Gemiddeld exporteren Fedustrialeden zowat 70 procent van hun omzet.

Hij wijst ook op het probleem van beschikbaarheid en van prijs van vrijwel alle grondstoffen. In de textielsector zijn in 2010 de grondstoffenprijzen (textielvezels) gestegen tussen 30 en 140 procent (voor katoen). In de houtsector gingen de grondstoffenprijzen de hoogte in met gemiddeld 10 tot 40 procent, al naargelang de houtsoort. "In de houtsector zijn de overheidssubsidies voor het verbranden van hout als groene energie de hoofdoorzaak van het aanbodtekort voor de industriële verwerking ervan", meent Van Steertegem.

Fedustriavoorzitter Philippe Corthouts wil daarom dat de Belgische en Europese overheden "alles in het werk stellen om de toegang tot de grondstoffenmarkten voor onze productiebedrijven te verzekeren", dat de toenemende grondstoffenkosten doorgerekend worden aan de klanten, dat de regio's de politiek van het toekennen van subsidies voor hout(resten) als brandstof dringend herzien en dat een gesprek op gang komt "over de problematiek van de inflatie en de automatische indexering van de lonen".

Fedustria stelt dat de textiel-, hout- en meubelindustrie momenteel in een transformatieproces zit en werkte concrete voorstellen uit ter ondersteuning van innovatie en legde die voor aan de regionale overheden. Fedustria is de beroepsorganisatie van de Belgische textiel-, hout- en meubelfabrikanten en vertegenwoordigt in België 2.285 ondernemingen (vooral kmo’s), die samen een omzet halen van 11,2 miljard euro, waarvan circa 70 procent uit export. Textiel haalt zes miljard euro omzet met ongeveer 800 bedrijven. De hout- en meubelbedrijven halen een omzet van 5,2 miljard euro in ongeveer 1.500 bedrijven.

Lees binnenkort meer over de beschikbaarheid van hout als grondstof in geVILT.