Erik Mathijs, Gert Engelen & Dirk Van Gijseghem (The New Food Frontier)
duidingHet verkennen van aantrekkelijke toekomstperspectieven voor landbouw en voeding is noodzakelijk en dringend. Daar is de denktank ‘The New Food Frontier’ van overtuigd. De initiatiefnemers - dromers, denkers en doeners rond duurzame landbouw en voeding uit overheid, onderwijs, bedrijfswereld en belangengroepen - hebben voor de Vlaamse context een transitieproces uitgestippeld. Een groep van 35 geselecteerde mensen ontwikkelt momenteel een aantal concrete en gedurfde visies voor een duurzaam landbouw- en voedingssysteem in Vlaanderen. Die ‘straffe beelden’ moeten boeren, bedrijven, belangenorganisaties en de overheid overtuigen om deel te nemen aan het transitieproces. Over 20 tot 30 jaar moet dat resulteren in een bloeiend, ecologisch verantwoord agrovoedingscomplex waar boeren graag en goed hun boterham verdienen en de bevolking fier op is.
Wat willen jullie met ‘The New Food Frontier’ bereiken?
Dirk Van Gijseghem: Meer nog dan vandaag zal ons landbouw- en voedingssysteem moeten bijdragen tot de levenskwaliteit van producenten en burgers/consumenten en in het algemeen tot een meer rechtvaardige en duurzame samenleving. Maar even goed dient onze voeding en de rol die de verschillende actoren in het landbouw- en voedingssysteem spelen ‘geherwaardeerd’ te worden. Vlaanderen zal daartoe zijn specifieke troeven moeten inzetten, zoals zijn bodem en klimaat, zijn kennis en zijn afzetmarkt. Om stappen te zetten naar zulke aantrekkelijke toekomstperspectieven, hebben we een transitieproces uitgestippeld. Zo’n proces doorloopt verschillende fasen: van systeemanalyse en visievorming over het uitzetten van transitiepaden en experimenten tot het opvolgen en verankeren van de inzichten en ervaringen.
Gert Engelen: Tot mei gaan we nadenken over hoe zo’n transitie van het landbouw- en voedingssysteem er zou kunnen uitzien. Vervolgens is het moment aangebroken dat we met ‘straffe’ beelden uitpakken waar landbouworganisaties, voedingsindustrie, ngo’s en de overheid warm van worden. Die beelden of visies moeten de voedselketen inspireren en mobiliseren en nieuwe verkenningen in gang zetten. Met ‘straf’ bedoelen we dat er abstractie gemaakt wordt van de huidige beleidskaders en courante denkkaders.
Erik Mathijs: Niet alle individuele actoren moeten mee de boot in willen. Bij innovatie is het ook zo dat de ene ondernemer sneller mee is met een ontwikkeling dan een ander. Maar de beelden moeten wel voldoende gedragen worden. Op korte termijn kunnen onderzoeksprojecten worden ingediend en innovatietrajecten worden opgestart. Dat is concreet wat er kan gebeuren in de ‘experimenteerfase’ de komende twee jaren. De Vlaamse landbouw zal immers niet van de ene op de andere dag transformeren naar een meer duurzame variant.
Waarom is dit initiatief er nu gekomen?
Gert Engelen: Een planeet met een groeiende wereldbevolking en daarmee samenhangende vraagstukken rond voedselzekerheid, eindige hulpbronnen en een veranderend klimaat vraagt om nieuwe modellen voor landbouw en voeding. Hoewel er de voorbije 15 jaar veel vooruitgang is geboekt op het vlak van duurzaamheid, moeten er nog grote doorbraken worden gerealiseerd. Al is het natuurlijk belangrijk dat dit gebeurt op het ritme van landbouwers en voedingsbedrijven.
"Vlaanderen als broeikamer voor innovaties"
Dirk Van Gijseghem: De landbouwsector heeft de voorbije jaren een aantal crisissen meegemaakt. Denk maar aan een aantal nieuwe ziekten die zijn opgedoken, maar ook aan de blijvende druk op het arbeidsinkomen in bepaalde sectoren. Tegelijk staat de wereld voor grote uitdagingen zoals de groeiende bevolking, de voedselvoorziening die daarvoor nodig is, klimaatverandering, schaarste aan natuurlijke hulpbronnen, biodiversiteit, enz. Daar wordt vandaag geen afdoend antwoord op geformuleerd. Gelukkig kunnen crisissen opportuniteiten vormen voor nieuwe innovaties. Aangezien Vlaanderen gezegend is met vruchtbare landbouwgrond, een gunstig klimaat en goede ondernemers zouden we een ‘broeikamer’ kunnen vormen voor innovaties als iedereen zich achter het transitieproces schaart.
Erik Mathijs: Urgentie zie je pas wanneer het te laat is. Voor een aantal zaken is het reeds te laat, alleen zien wij de gevolgen (nog) niet en hebben wij er (nog) geen last van. Denk maar aan de klimaatverandering, die kunnen we niet meer terugdraaien. Het klopt dat de Vlaamse landbouw zijn CO2-uitstoot verminderd heeft, maar dat mag gerust wat sneller gaan. Een transitie kan die dynamiek versnellen. De technologie is vaak al aanwezig, het is dus inderdaad een kwestie van doorbraken realiseren.
Wie maakt deel uit van The New Food Frontier?
Gert Engelen: Naast de 35 mensen die momenteel werken aan de lange termijn perspectieven, zijn er een tiental personen die het initiatief genomen hebben. Zowel Erik, Dirk als ikzelf zijn daarbij. Dankzij Erik hebben we connectie met de academische wereld, dankzij Dirk alsook Ilse Dries is dat eveneens het geval met de Vlaamse overheid. Ik leg met mijn collega Jan Wyckaert van Vredeseilanden de link naar middenveldorganisaties. Met het oog op draagvlak in Vlaanderen is voor Marc Rosiers van Boerenbond en Ann Nachtergaele van de Federatie Voedingsindustrie (FEVIA) een sleutelrol weggelegd. Voorts denken medewerkers van het Vlaams Overleg Duurzame Ontwikkeling (VODO) en onderzoeksinstelling VITO met ons mee. Tot slot zitten ook twee ‘creatieve denkers’ mee rond tafel: Philippe Vandenbroeck en Julie Arts. Samen vormen deze mensen een ideale mix van competenties: ervaring met agrovoeding enerzijds en de capaciteit om vernieuwende processen in gang te zetten anderzijds. Het proces wordt daarenboven methodisch uitstekend begeleid door de expertisebureaus Pantopicon en Levuur.
Dirk Van Gijseghem: Als initiatiefnemers zorgen wij voor een goede voorbereiding en organisatie. Daarmee kan een groep van 35 zorgvuldig geselecteerde mensen, elk op één of andere manier betrokken bij het agrovoedingssysteem, aan de slag in een beeldengroep. In vier sessies zullen zij tot ‘nieuwe beelden’, nieuwe visies op de Vlaamse landbouw komen. Om dat proces te bevorderen, voerden we een systeemanalyse uit die de toestand van ons voedingssysteem blootlegt.
Al enig idee hoe Vlaamse boeren in de nieuwe visies op het landbouw- en voedingssysteem hun boterham zullen verdienen?
Gert Engelen: Er mag dan wel een vrij grote eensgezindheid zijn over de problemen waarmee het landbouw- en voedingssysteem te maken krijgt, die is er niet over de oorzaken en de oplossingen. Daarom is er nood aan een systeemanalyse en -synthese die meer inzicht biedt in de patronen die de problemen veroorzaken en inspiratie bieden voor mogelijke oplossingsrichtingen. Kennis van deze principes en hefbomen is belangrijk voor de ontwikkeling van toekomstvisies, voor de evaluatie en keuze van transitie-experimenten en voor het uitzetten van de transitiepaden.
"Duurzaamheid betekent nu alleen extra kosten"
Erik Mathijs: In het huidige landbouw- en voedingssysteem zit een systeemfout. Het is noodzakelijk dat voedselproducten die beantwoorden aan een waaier van duurzaamheidscriteria goedkoper worden aangeboden dan producten die daar niet aan voldoen. Vandaag zadelt duurzaamheid de producent alleen met extra kosten op zonder dat daar baten tegenover staan. Dat moet fundamenteel veranderen en een transitie is bedoeld om dat te doorbreken. Externe kosten verrekenen in de kostprijs van het product is één manier om dat te doen. Bij producten die op olie gebaseerd zijn of verre transporten vergen, gebeurt dat vandaag al, zij het onvoldoende.
Dirk Van Gijseghem: We zijn nog volop op zoek naar ideeën of randvoorwaarden om oplossingen te vinden die resulteren in een duurzamer landbouw- en voedingssysteem. De transitie zal bijvoorbeeld leren hoe we moeten omgaan met de kloof tussen de burger die vragende partij is voor duurzaam geproduceerd voedsel en de consument die er niet voor wil betalen. We stellen ons dus de vraag hoe je de consument helpt kiezen voor de ‘juiste’ voedingsmiddelen zodat de boer een eerlijk inkomen verwerft. De transitie belangt dus niet alleen de producent aan, maar evenzeer de consument.
Wanneer is de transitie voor jullie geslaagd?
Gert Engelen: Over deze fase zullen we tevreden zijn wanneer we het enthousiasme hebben van de actoren die mee in dit denkproces zijn gestapt om door te gaan naar de volgende fase van de transitie. Dat betekent dat zij geïnspireerd zijn door de sterke beelden uit de eerste fase en plannen willen maken voor de komende jaren. Daarmee breekt dan een periode aan van experimenteren.
Erik Mathijs: Finaal is het doel dat we over 20 of 30 jaar een bloeiend en duurzaam landbouw- en voedingssysteem hebben in Vlaanderen. Dat betekent een ecologisch verantwoorde sector maar ook een aantrekkelijke sector waarvoor mensen willen werken. Ondernemers zullen dus goed hun boterham verdienen en de sector zal kunnen bogen op een prima reputatie bij de bevolking.
Meer weten? The New Food Frontier