Effect erosiebestrijding is zichtbaar in slibruiming
nieuwsDit jaar zal de Vlaamse Milieumaatschappij 15 slibruimingen uitvoeren om in totaal meer dan 200.000 m³ hinderlijk sediment te verwijderen. De jaarlijkse sedimenttoename in de grote, onbevaarbare waterlopen wordt geschat op 150.000 m³. De buffercapaciteit en waterdoorstroming van waterlopen vrijwaren, is dus een continue opdracht voor VMM die daarvoor een beroep doet op aannemers. Doordat er minder vervuild afvalwater in het oppervlaktewater terechtkomt en ‘zandvangen’ een efficiënte verwijdering van het slib toelaten, daalt het kostenplaatje per kuub slib. “Ook erosiebestrijding door landbouwers werpt zijn vruchten af”, zegt VMM-woordvoerder Katrien Smet.
De natuurlijke afvoer van regenwater wordt in Vlaanderen een handje geholpen door de Vlaamse Milieumaatschappij die in onbevaarbare waterlopen van categorie 1 het slib laat verwijderen. Dit jaar wordt er niet minder dan 208.621 m³ hinderlijk sediment verwijderd. Het gemiddelde in de periode 2012-2016 bedraagt zo ruim 144.000 m³ slib. Mocht dat steeds weerkerende werk niet gebeuren, dan zouden onze waterlopen op den duur nog weinig water kunnen slikken. Ieder jaar komt er namelijk 150.000 m³ sediment in Vlaamse waterlopen terecht.
Bij het ruimen van slib geeft VMM prioriteit aan projecten die de waterafvoer herstellen in gebieden met gevaar voor overstromingen. Ook plaatsen waar slibtoename andere functies van de waterloop belemmert (natuur, recreatie, landschap), worden aangepakt. Vaak is het sediment verontreinigd waardoor de slibruimingen zorgen voor het ecologisch herstel van de waterloop.
Woordvoerder Katrien Smet legt uit dat slibruiming zowel de ecologische kwaliteit als de waterdoorstroming en de buffercapaciteit herstelt, “wat heel belangrijk is in het overstromingsgevoelige Vlaanderen”. De slibruimingen komen de waterkwaliteit ten goede en ook het waterleven krijgt meer kansen. VMM is niet de enige beheerder van waterlopen. Ook de gemeenten, provincies en Waterwegen & Zeekanaal zijn op dit terrein actief. Het zijn de grotere, onbevaarbare waterlopen van categorie 1 genre Demer en Nete die aan VMM zijn toevertrouwd.
De Vlaamse Milieumaatschappij stelt vast dat de kostprijs voor de verwijdering van één kuub slib daalt. Daar zijn een aantal redenen voor. Katrien Smet noemt erosiebestrijding omdat landbouwers het probleem bij de bron proberen aan te pakken. Door de verstrenging van het erosiebeleid worden de inspanningen vanuit de landbouwsector nog opgevoerd. Het mag dan ook een opsteker heten dat de resultaten daarvan zichtbaar zijn in het beheer van waterlopen.
Ook ingrepen in de waterinfrastructuur hebben slibruiming de voorbije jaren goedkoper gemaakt. Om te beginnen wordt er meer huishoudelijk afvalwater gezuiverd. “Wanneer het slib niet-vervuild is, kan het op de oever gedropt worden of afgevoerd worden voor hergebruik in de landbouw of in het natuurbeheer. Dat is goedkoper dan de afvoer van vervuild slib voor verwerking of reiniging”, weet Smet.
Zandvangen hebben op hun beurt de ruiming (kosten)efficiënter gemaakt. “Door op goed bereikbare plaatsen het sediment te laten bezinken, hoeft een waterloop niet over de volledige lengte gebaggerd te worden. Dat is niet alleen goedkoper maar het is ook beter voor de natuur. De kans is kleiner dat er schade aan oevers wordt berokkend en er hoeven dan ook geen vissen afgevangen te worden.”
Bron: Nieuwsbrief VMM / eigen verslaggeving
Beeld: VMM