Eerste boeren bleven nog jagen en vissen

Onze voorouders bleven nog eeuwenlang trouw aan hun oude levensstijl van vissen, jagen en verzamelen wanneer ze in boerderijen gingen wonen. De neolithische revolutie is geen abrupte omwenteling, maar een geleidelijk proces, beweert een onderzoeksteam onder leiding van Oliver Craig van de universiteit van York in het wetenschapsblad PNAS.

De eerste boeren trokken er nog geregeld op uit, op zoek naar voedsel, aldus de groep Deense, Duitse en Britse onderzoekers. In 5.000 tot 6.000 jaar oude etensresten uit 132 potten uit de late steentijd vonden zij vetzuren uit zuivelproducten, maar ook opvallend veel visvetzuren.

Aan de kust van Denemarken bleek 20 procent van de potten visresten te bevatten, in het binnenland was dat zelfs 28 procent. Een duidelijk teken dat de eerste boeren ook toen ze boerderijen met dieren hadden, nog eeuwenlang trouw bleven aan hun oude leefstijl van vissen, jagen en verzamelen, stelt het onderzoeksteam. Zij gaan in tegen de heersende opvatting dat economieën volledig veranderden door de komst van de landbouw.

"De neolithische revolutie is een oud beeld", bevestigt de Nederlandse steentijdarcheoloog Harry Fokkens, die zelf niet betrokken was bij het onderzoek. "Als je niet meer achter dieren aan hoefde te rennen, dan greep je die kans meteen, meende men. Maar inmiddels weten we dat het tempo sterk per plaats en per tijdstip verschilde, en dat de overgang vaak heel geleidelijk ging."