Duizenden Nederlandse landbouwbedrijven zonder opvolger
nieuwsDe komende tien tot vijftien jaar zullen 17.000 tot 19.000 landbouwbedrijven in Nederland te koop komen. De bedrijfsleiders van deze bedrijven zijn 50 jaar of ouder en hebben geen opvolger. Dat blijkt uit een studie van het onderzoeksinstituut LEI, onderdeel van Wageningen Universiteit. Als de evolutie in België gelijke tred houdt met Nederland, zullen er in ons land 11.000 tot 13.000 boerderijen te koop komen.
In het rapport 'Opvolgers gezocht voor het boerenbedrijf' beschrijft het Nederlands onderzoeksinstituut LEI de leeftijdsopbouw van landbouwers en het al dan niet klaar staan van een opvolger voor meer en minder perspectiefvolle landbouwbedrijven. De leeftijdsopbouw van het landbouwersbestand is een belangrijk criterium voor de vitaliteit en het toekomstperspectief van de sector. LEI voerde ook een internationale vergelijking uit om na te gaan in hoeverre de situatie in Nederland afwijkt van die in omringende Noordwest-Europese landen.
De leeftijdsopbouw van landbouwers in Nederland, België, Denemarken en Duitsland is vrijwel gelijk en in de periode tussen 1990 en 2007 niet of nauwelijks veranderd. Het LEI becijferde dat het percentage bedrijfshoofden ouder dan 55 jaar in deze vier landen ongeveer 40 procent bedraagt. Ook de ontwikkeling van het aantal land- en tuinbouwbedrijven in deze landen verloopt vrijwel gelijk. Tussen 1990 en 2007 nam het aantal bedrijven met circa 40 procent af.
In Nederland bedroeg het percentage landbouwbedrijven dat in 2008 een bedrijfshoofd van 50 jaar of ouder heeft en geen opvolger 31 procent. Naar verwachting houden de komende 15 jaar minstens 17.200 landbouwbedrijven op te bestaan of komen ze beschikbaar voor bedrijfsopvolging. De autonome ontwikkeling van het aantal bedrijven voorspelt een nog grotere daling van 19.000 landbouwbedrijven. Bij de biologische bedrijven ligt de gemiddelde leeftijd van de bedrijfsleider iets lager, net zoals het percentage bedrijven zonder opvolger.
De middelgrote en grote land- en tuinbouwbedrijven in Nederland realiseerden tussen 2004 en 2007 een inkomen dat meer dan dubbel zo hoog lag als het inkomen van kleine bedrijven. Het is dan ook vooral die laatste groep die weinig perspectieven heeft voor de toekomst. Anderzijds hadden circa 3.700 kleine landbouwbedrijven met een bedrijfsleider ouder dan 50 wel een opvolger klaarstaan. Deze opvolgers zou meer perspectief kunnen worden geboden door overname van de vrijkomende middelgrote en grote bedrijven, mits dat financieel mogelijk is. In 2008 hadden ongeveer 5.700 middelgrote en grote landbouwbedrijven in Nederland immers geen opvolger klaarstaan.
Het LEI meent dat de 2.000 overnamekandidaten die nog tekort zijn, kunnen worden ingevuld door schaalvergroting van de overblijvende bedrijven en anders moeten die bedrijven noodgedwongen worden stopgezet. Het onderzoeksinstituut vraagt extra aandacht voor voldoende potentiële overnamekandidaten, zeker als de opvolgingssituatie in de Nederlandse landbouw nog zou verslechteren.
Als de evolutie in België gelijke tred houdt met Nederland zoals dat de voorbije twintig jaar het geval was, zullen er in ons land 11.000 tot 13.000 landbouwbedrijven te koop komen. François Huyghe van Boerenbond verwacht evenwel geen massale golf van faillissementen of openbare verkopen van boerderijen. "Wat we eerder gaan zien, is dat kleine boerderijen overgenomen worden door collega's uit de streek".
Een boerderij wordt steevast overgenomen door iemand uit een landbouwersfamilie, stelt François Huyghe van Boerenbond vast. "Vers bloed is meer dan welkom, maar nieuwkomers van buiten de landbouw zien we niet". "Het zijn alleen boerenzonen of -dochters die de zaak verder zetten. Als die er niet zijn of er geen zin in hebben, dan krijgt een kleine, familiale boerderij het moeilijk om als zelfstandig bedrijf verder te gaan", zegt Huyghe.
Bron: eigen verslaggeving/De Morgen