"Beleid moet gezonde landbouwbodems als uitgangspunt nemen"

Een gezonde bodem kan een antwoord bieden op heel wat uitdagen waar de Vlaamse land- en tuinbouw voor staat. Bovendien is het geen klassiek polariserend strijdpunt tussen landbouworganisaties en natuur- en milieubewegingen. Maar om dat mogelijk te maken moet er op drie fronten gewerkt worden: landbouwers moeten voldoende grond ter beschikking hebben, die grond moet betaalbaar zijn en de kwaliteit van de grond moet voorop staan. Dat schrijft Joris Relaes, administrateur-generaal in een opiniestuk.

9 november 2022  – Laatst bijgewerkt om 9 november 2022 10:36
bodem

In zijn opiniestuk in De Standaard van 4 november 2022 pleit Bram Bombeek ervoor om een kwalitatieve bodem als uitgangspunt te nemen voor een nieuw mestbeleid. Ik kan dat alleen maar volop beamen. Als Instituut voor landbouw-, visserij- en voedingsonderzoek pleiten wij al verschillende jaren om meer aandacht te hebben voor een gezonde bodem. ILVO doet zelf volop inspanningen om dit op onze 220 hectare proefvelden in de praktijk te brengen.

Politiek voordeel is dat de bodem geen klassiek polariserend strijdpunt hoeft te zijn tussen landbouworganisaties en natuur- en milieubewegingen. Er zijn weinig thema’s waar de belangen van de diverse stakeholders zo gelijklopen. Een bodem in optimale conditie is inderdaad bevorderlijk voor de waterkwaliteit (de kans op niet-door-het-gewas gebruikte meststoffen verkleint). Maar er zijn verbazend veel andere voordelen: zo’n bodems zijn goed voor het milieu, voor het klimaat (ze kunnen meer koolstof opslaan in de bodem), voor de biodiversiteit (ze bevatten meer bodemleven) en voor het bestrijden van erosie. Allemaal zaken waar de milieu- en natuurorganisaties van wakker liggen.

Maar een kwalitatieve bodem is ook een verzekering voor de portemonnee van de landbouwer. Het is conditio sine qua non om op termijn een goede oogst te blijven behalen en het verhoogt de weerbaarheid van de land- en tuinbouwgewassen tegen ziekten en plagen. Op die manier heeft het een belangrijke patrimoniumwaarde voor het landbouwbedrijf.

En of je nu zweert bij biologische, biodynamische, agro-ecologische, regeneratieve, low input of de meer klassieke landbouw, een gezonde landbouwbodem zal en moet in elk systeem het fundament zijn.

Een kwalitatieve bodem is conditio sine qua non om op termijn een goede oogst te blijven behalen en het verhoogt de weerbaarheid van de land- en tuinbouwgewassen tegen ziekten en plagen

Joris Relaes - Administrateur-generaal ILVO

Om dit mogelijk te maken moet er gewerkt worden op drie fronten:

1/ de betaalbaarheid van de grond

Het is dringend nodig dat een aangepaste, moderne pachtwetgeving eindelijk het licht ziet om ervoor te zorgen dat er voldoende gronden ter beschikking blijven van de pachters tegen billijke prijzen die ook voor de verpachter voldoende aantrekkelijk zijn. Tegelijkertijd moeten de nefaste gevolgen van het systeem van seizoenpachten onder ogen worden gezien. Een landbouwgrond maar één seizoen in gebruik hebben, leidt te vaak tot een niet duurzame landbouwpraktijk.

2/ de beschikbaarheid van de grond

Ongeveer 46 procent van de oppervlakte van Vlaanderen is nog in landbouwgebruik. Hoewel er nog extra hectares zullen nodig zijn voor bebossing en natuur, moeten we er als samenleving voor zorgen dat we het landbouwgebied vrijwaren van allerlei nefaste zonevreemde bedreigingen. Ook hier komt er best snel een wettelijke doorbraak. In het zuiden van Europa rukt de verwoestijning tegen een zeer hoog tempo op. Uit gesprekken met Zuid-Europese collega’s leid ik af dat zij op ons rekenen om in de toekomst het Middellands Zeegebied mee van voldoende voedsel te voorzien. Daarom is het onze plicht om er in ons al bij al nog relatief gematigd klimaat voor te zorgen dat we het landbouwpotentieel maximaal vrijwaren.

3/ de kwaliteit van de grond

De afgelopen decennia is er binnen de landbouw al te lang vanuit gegaan dat elke bodem mits de nodige externe inputs zomaar landbouwgeschikt kon gemaakt worden. Gelukkig wordt de bodem terug meer en meer als een levend organisme gezien dat moet gekoesterd worden. Maar de landbouwer mag er niet alleen voorstaan. Ook de verwerkende bedrijven hebben hier een belangrijke verantwoordelijkheid. Zo mag bij wijze van spreken een aardappelverwerkend bedrijf de aardappeltelers niet dwingen om hun aardappelen te oogsten op momenten wanneer dit niet kan. Bijvoorbeeld wanneer het pijpenstelen regent. En dit louter omdat de verwerkingslijnen in de aardappelfabriek continu moeten kunnen draaien.

Vertrekken vanuit het gemeenschappelijk belang van een gezonde bodem kan ons leiden naar een toekomst waarbij we op een gezonde manier voor mens en milieu, gezonde voeding kunnen blijven produceren.


De auteur

Met dit opiniestuk wil de auteur een bijdrage leveren aan het maatschappelijk debat. Hij schrijft in eigen naam en zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de tekst. 

Joris Relaes is administrateur-generaal van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO).

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek