Bedreigde soorten massaal aanwezig op visserijbeurs
nieuwsIn de hallen van de Heizel toonden 1.400 exposanten uit maar liefst 140 landen hun lekkerste producten, gaande van allerhande sushi, geurig gewokte reuzegarnalen, zachte tonijncarpaccio tot de iets minder elitaire visworstjes en visburgers. Maar wie er rondliep met iemand van Greenpeace, durfde amper nog te proeven van al dat lekkers, schrijft Cathy Galle van De Morgen. "De beurs hier is het beste bewijs van hoe 'big' deze business wel is", werd haar tijdens een rondgang in het oor gefluisterd door marinebioloog Pavel Klinckhamers van Greenpeace Nederland. "Terwijl we er ons net allemaal dringend van bewust moeten worden dat als het zo doorgaat er over enkele jaren gewoon geen vis meer zal zijn".
De eerste stand die de journaliste en de milieuactivist aandeden, bood niet meteen een aanblik om het water van in de mond te krijgen. Voor hen lag een enorme tonijn met wazige ogen en opengesperde bek op een bedje met ijs. "Een geelvin", aldus Klinckhamers. "Het is niet te geloven dat ze op de belangrijkste visbeurs ter wereld nog zoveel bedreigde tonijn aanbieden, terwijl de tonijnbestanden sinds de jaren vijftig met zowat 90 procent zijn afgenomen. Tonijn is ernstig overbevist en de vangstmethoden vernietigen hele ecosystemen. Zo worden er ook vaak dolfijnen meegevangen in de tonijnnetten. Toch wordt tonijn nog volop gepromoot. Onbegrijpelijk".
De bewuste tonijn bleek echter gekweekt te zijn in een grote Aziatische 'farm'. Maar dat maakt volgens de Greenpeaceman niet eens zoveel verschil. "Gekweekte vis wordt vaak als een goeie oplossing gezien, maar dat is eigenlijk onzin. Om tonijnen te kweken, moeten er nog altijd jonge tonijnen in het wild worden gevangen die dan vervolgens vetgemest worden. De wilde tonijnen krijgen dus niet de tijd om volwassen te worden en zich voort te planten".
Op de Seafood Exhibition lag overigens meer dan de helft van de stands vol met 'farmfish'. Volgens de exposanten hét alternatief om bedreigde vissoorten weer een kans te geven. 'Because nature matures', is een vaak gelezen zinnetje op de beurs. Een goeie marketingtruc, vindt Klinckhamers. Maar ook niet meer dan dat. "Kweken kan net zo goed schadelijk zijn voor het milieu", zegt Klinckhamers.
"De vissen worden vaak in grote netten gevangen gehouden. Om ziektes te vermijden, kappen ze er grote hoeveelheden antibiotica bij. Vetmesten is een intensieve bezigheid. Om 1 kilogram zalm te kweken heb je 3 kilogram voer nodig. Voor 1 kilogram tonijn is dat zelfs 20 kilogram. "De resten van voer en medicijnen sijpelen door de netten en ontregelen eigenlijk het hele gebied waarin de farms zich bevinden. Bovendien nemen de kwekerijen, die vaak heel grote industriële fabrieken zijn, ook werk en inkomen af van de lokale vissers", aldus de marinebioloog.
Vooral de aanwezigheid van Zuid-Amerikaanse, Afrikaanse en Aziatische garnalen op de vakbeurs viel op. Tropische garnalen zijn over de hele wereld bijzonder populair. Ze zijn groter dan de eigen Noordzeegarnaal en ook stukken goedkoper. Alleen spijtig van die grote bijvangst. "In de netten van die garnaalvissers zitten vaak ook andere vissoorten, schildpadden en zelfs albatrossen", stelt Klinckhamers. "Er is soms wel 10 kilogram bijvangst voor 1 kilogram garnalen. Maar de intensieve kweek ervan is zo mogelijk nog erger. Voor de aanleg van de farms worden hele mangrovebossen gekapt, wat zorgt voor verzilting van het zoetwater. Die bossen zijn een natuurlijke buffer voor de zee. Waar het kappen van die buffer toe leidt, hebben we gezien bij de grote tsunami", luidt het.
Even later was het schrikken wanneer het duo oog in oog stond met een zeeduivel. In zijn opengesperde bek zat een kleiner visje. "Deze soort is zeker bedreigd en zou hier niet mogen liggen", zuchtte Klinckhamers. Bij de stand met haaievinnen werd het hem helemaal te gortig. "Wist je dat de haaien van hun vinnen worden beroofd en daarna, levend, teruggegooid worden in zee? Daar kunnen ze dan alleen maar dood gaan".
De hele rondgang op de beurs leverde een aardig lijstje aan bedreigde vissoorten op. Het sterkt de marinebioloog van Greenpeace nog meer in zijn overtuiging dat het tijd is voor drastische veranderingen. "De vraag naar allerhande vis blijft erg hoog. En we kunnen niet verwachten dat een gewone consument nog weet wat wel en wat niet te eten. Het is de sector zelf die dringend moet ingrijpen. Door bijvoorbeeld meteen al de vangstmethoden te verbeteren en de farms te verplichten om met afgesloten bassins te werken. Maar wat we ten gronde nodig hebben, is een veel kleinschaliger visserij. Alleen dan kunnen we de boel misschien nog redden".(KS)
Bron: De Morgen