duiding

Bart Staes (Groen) & Bavo Verwimp (bioboer)

duiding
EU-parlementslid Bart Staes op bezoek bij De Kijfelaar
17 juni 2013  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 15:53
Lees meer over:

Europarlementslid Bart Staes (Groen) organiseerde eind vorig jaar een conferentie over agro-ecologie om het geloof in een alternatief voor het heersende landbouwmodel te verspreiden. Staes vertolkt de mening van een groeiende sociale beweging. Bij beleidsmakers en onderzoekers is de animo minder groot. En de boeren zelf? “Die zullen onafhankelijker worden van toelevering en distributie”, belooft Staes. “Beleidsmakers moeten een andere weg inslaan dan die van het goedkope voedsel en de subsidies voor de producenten”, valt bioboer Bavo Verwimp hem bij. Zelden zoveel gedurfde ideeën gehoord als tijdens het gesprek met Verwimp, Staes en diens medewerker Barbara Redant op bioboerderij De Kijfelaar in Herentals. Een kleine greep hieruit: “Haal biolandbouw uit de marge. Sleep niet nodeloos met voedsel maar schroef de export van landbouwproducten terug. Laat het groeimodel los en organiseer de landbouw binnen de fysieke grenzen van de beschikbare grond en het ecosysteem.”

Begripsverwarring loert om de hoek als het over ‘agro-ecologie’ gaat. Wagen jullie je aan een definitie?
Bavo Verwimp: Agro-ecologie is een landbouw die weinig externe inputs nodig heeft, maar intensief is in het gebruik van de grond en de benodigde arbeid per hectare. Veel aandacht gaat ook uit naar de toepassing van het kringloopprincipe.
Bart Staes: Landbouwers, wetenschappers en de sociale beweging die nadenkt over voedsel zien in agro-ecologie een alternatief voor het huidige landbouwmodel. Dat model is niet duurzaam vanwege het uitputten van de bodem, het hoge gebruik van (dure en energieverslindende) pesticiden en kunstmest, en de afhankelijkheid van de landbouwers die daardoor vergroot. Agro-ecologie plaatst boer en bodem centraal. De productiviteit per arbeidskracht is kleiner, maar per hectare duidelijk groter. Door een holistische visie onderscheidt het zich van gangbare landbouw, die de milieukosten van het productieproces bijvoorbeeld niet verrekent in de prijs.

Kunnen we agro-ecologie niet simpelweg gelijkstellen aan biolandbouw?
BartStaes.DeKijfelaar.2.jpgBavo Verwimp: Je kan biolandbouw beschouwen als een gelabelde vorm van agro-ecologie. Het label dient om het vertrouwen van de Westerse consument te winnen. Hier kunnen we ons de (kosten van) controles op de biologische keten veroorloven, elders is dat niet realistisch. De principes van agro-ecologie zijn daarentegen overal toepasbaar, ook in een arm continent als Afrika.

“Onze voedselvoorziening dreigt in handen te komen van multinationals”

Welke socio-economische visie op de boerenstiel volgt uit agro-ecologie?
Bart Staes: De pleitbezorgers van agro-ecologie zijn zich heel bewust van de onhoudbare uitputting van onze planeet. Ze vragen zich af hoe je in de toekomst negen miljard mensen kan voeden op een duurzame manier. En ze willen een antwoord bieden op de vele uitdagingen voor landbouw: de boerenpopulatie die steeds kleiner wordt en vergrijst, schaalvergroting van landbouwbedrijven, de voedselketen die in handen komt van multinationals, de klimaatverandering, de gigantische kost voor de samenleving van ongezonde voeding, enz. Als het landbouwmodel niet verandert, zal het platteland ontvolken en versterkt een handvol grote bedrijven zijn greep op landbouw.

Bavo, strookt agro-ecologie helemaal met jouw pleidooi voor een ‘stationaire economie’?
DeKijfelaar.1.jpgBavo Verwimp: De stationaire economie is een kritische succesfactor voor het agro-ecologische landbouwmodel. Het omarmt de principes van de ecologische economie: de grenzen van het eco-systeem kan je niet verruimen. Zet dus eerst het kader uit en bekijk vervolgens hoe je de (landbouw)economie zo efficiënt mogelijk kan organiseren binnen die fysieke grenzen.
Bart Staes: Ook in andere sectoren, de financiële wereld op kop, leek lange tijd alles mogelijk. Uiteindelijk ontploft de bubbel. Ga daarom op een zeer zuinige manier met onze planeet om en doe niet alsof er geen grenzen zijn.
Bavo Verwimp: Landbouw botst sneller op die fysieke grenzen omdat je werkt in een natuurlijke omgeving. De vraag is hoe we de economie in de toekomst kunnen organiseren want het huidige neoliberale model is niet los te koppelen van groei. Daar wordt te weinig over nagedacht en ook te weinig onderzoek naar verricht. En wie dat wel aandurft, wordt versleten voor communist.

“Steek als overheid geld in productiebeheersing in plaats van in subsidies”

Hoe zouden jullie het aanpakken?
Bart Staes: Onderwijs, onderzoek en beleid kiezen als vanzelfsprekend voor het gangbare model. Dat is in Vlaanderen zo, maar ook elders in de Europese Unie. Ik vind dat problematisch. Van de miljarden euro’s die gespendeerd worden aan landbouwonderzoek gaat te weinig naar de alternatieven voor ‘steeds meer’. Kies daarentegen voor een landbouw volgens agro-ecologisch model waarbij externe inputs worden verminderd, de samenhang der dingen opnieuw zichtbaar wordt en de band tussen consument en producent nauw aangehaald wordt.
Bavo Verwimp: In het organiseren van aanbodbeheersing moet de overheid een belangrijke rol spelen. Kijk naar Canada, waar een quotasysteem in de zuivelsector de melkveehouders een betere prijs garandeert zonder de consumenten op te zadelen met duurdere melk. In Europa worden de melkquota afgeschaft, terwijl ik overtuigd ben van het nut ervan. Een bijsturing van het bestaande systeem was zinvoller geweest.

Biedt agro-ecologie betere (financiële) perspectieven voor boeren?
groente.bio.2.jpgBart Staes: De boer zit vandaag tussen hamer en aambeeld, geprangd tussen toelevering en distributie. Onethisch is ook de speculatie met voedsel en het idee dat voedsel een doorsnee verhandelbaar product is. Volgens mij kan je voedsel niet in een vrijhandelssysteem steken.
Bavo Verwimp: In het huidige systeem is een betere producentenprijs fictie. Kijk maar naar de discussie over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, die gaat vooral over subsidies en amper over de te lage prijzen van landbouwproducten. We evolueren dus verder in de richting van goedkoop voedsel en subsidies voor de producenten. Vriend en vijand zijn het er nochtans over eens dat er iets moet veranderen. In de brochure ‘Andere landbouw, andere economie’ lanceer ik een aantal voorstellen. Een overheid die geld steekt in het organiseren van aanbodbeheersing in de landbouw bespaart op subsidies aan zijn landbouwers.

“Met voedsel wordt te veel heen en weer gesleurd”

Is de competitieve Vlaamse agrovoedingsindustrie ten dode opgeschreven wanneer het groeimodel wordt losgelaten?
hoeveverkoop.1.jpgBavo Verwimp: Een stationaire economie is nog altijd economie, en houdt dus ook handel in. Export kan, nodeloos transport niet. En in een Vlaanderen waar we over 600.000 hectare beschikken om zes miljoen mensen te voeden, zouden we ook beter niet te veel exporteren. Door onze hoge bevolkingsdichtheid zijn we immers al aangewezen op voedselimport. Je kan overigens ook competitief zijn op de eigen markt, waarbij ik liever in regio’s en kilometers denk dan naar landsgrenzen kijk.
Bart Staes: Met voedsel wordt te veel heen en weer gesleurd. Alle respect voor de Vlaamse groentetelers, maar ik stel mij vragen bij de Flandria-tomaten die ik hartje zomer in het zuiden van Portugal in de supermarkt vond. Een economie waar vrachtwagens rijdende opslagplaatsen worden, noem ik niet duurzaam. Voeding verslepen, vergroot ook de gevoeligheid voor fraude, denk maar aan het paardenvleesschandaal.
Bavo Verwimp: Het transportvraagstuk wordt een grote uitdaging voor het lastenboek bio. Vandaag bestaan er geen beperkingen voor de afstand die een bioproduct aflegt. Als die er ooit komen, is het nog maar de vraag hoe je dat - op een fraudebestendige manier - gaat controleren. Maar zoals het nu is - alle bioproducten zijn jaarrond beschikbaar - klopt er ook iets niet. We moeten durven zeggen dat er nu geen appels en peren zijn, in plaats van de winkelrekken vol te leggen met Argentijns fruit.

Bij de adepten van agro-ecologie en biolandbouw lijkt de aversie tegenover grootschaligheid en nieuwe technieken diep ingebakken. Dat doet ongewild denken aan geitenwollen sokken…
Bavo Verwimp: Biolandbouw is zeker en vast niet allergisch voor nieuwe technieken, zolang we het maar kunnen betalen. Ik gebruik bijvoorbeeld de waarschuwingsberichten voor ziekten en plagen om mijn gewassen tijdig te beschermen. Duurdere technieken zoals een GPS-systeem zijn helaas niet weggelegd voor een kleinschalig, gemengd biobedrijf.

Vlaanderen is nog 26.000 land- en tuinbouwbedrijven rijk. Telt een agro-ecologisch landbouwmodel meer of minder boeren om ons voedsel te produceren? Veel belang hechten aan de grondgebondenheid van de veehouderij zou hier wel eens averechts kunnen werken.
BoerenstebuitenTV.2.jpgBavo Verwimp: Een heroriëntatie, meestal richting groenteteelt, maakt dat je met meer boeren op dezelfde oppervlakte aan landbouw kan doen. Als het over ruimte voor landbouw gaat, zou de overheid eens moeten uitrekenen hoeveel landbouwgrond verloren gaat aan paardenhouderij en andere vormen van recreatie. Hierover zijn geen goede cijfers voorhanden, laat staan dat er vanuit het beleid actie wordt ondernomen. De grond die er in het kleine Vlaanderen is, zou beter ten dienste staan van voedselproductie.

Is al het voorgaande een pleidooi voor evolutie of revolutie? Of voor de steeds vaker geopperde transitie van het landbouwsysteem?
Bart Staes: De beweging die nadenkt over onze voedselvoorziening wordt steeds groter zodat de druk op de overheid toeneemt om agro-ecologie kansen te geven. Dat is zeer hoopgevend. Ik geloof dat we op een omslagpunt zitten.
Bavo Verwimp: De tijd is voorbij dat één landbouwmodel toepasbaar is voor alle boeren. De diversiteit in bedrijfsvormen neemt toe en dat is een goede zaak. Alleen mogen we niet eindigen in de situatie dat een beperkt aantal grootschalige boeren op de klassieke manier aan landbouw doet en enkele bioboertjes zich in de marge wat mogen ‘amuseren’. Dat is geen gewenst scenario. Het tegenovergestelde hoeft ook niet: alle landbouwers moeten niet plots bioboer worden.

Tot slot, wat onderscheidt een voorstander van agro-ecologie van een zelfverklaarde wereldverbeteraar die misschien alle lof verdient, maar “de mallemolen van het systeem” niet kan veranderen?
Bavo Verwimp: Ik durf geloven in verandering. Neem nu biovoeding in de supermarkten. Twintig jaar geleden was dat nog ondenkbaar. Hoe de markt en de wereldhandel nu werken, is geen natuurlijke wetmatigheid waar we niet onderuit kunnen. Het is het gevolg van menselijke beslissingen en keuzes, dus veranderbaar.
Bart Staes: Agro-ecologie is niet een marginaal iets. Het gedachtegoed leeft op allerhande fora, ook bij de Verenigde Naties dankzij het baanbrekende werk van voedselrapporteur Olivier De Schutter. De wetenschappers in ons land - vooral in Wallonië - die agro-ecologie onderzoeken en de boeren die de principes toepassen, zijn geen wereldverbeteraars. Zij denken gewoon goed na over waar ze mee bezig zijn. Er zit veel beweging in onze maatschappij, en vaak is dat uit noodzaak.

Meer weten over agro-ecologie? Lees het dossier in het zomernummer van Landgenoten. En bekijk de video en de foto’s van het bezoek van EU-parlementslid Bart Staes aan bioboerderij De Kijfelaar.

Bavo Verwimp schakelde het gangbaar melkveebedrijf van zijn ouders om naar bio. Hij reduceerde de veestapel van 90 melkkoeien naar 30 vleesrunderen, waarvan hij de mest op eigen grond kan gebruiken. Verder is er op het bedrijf 30 hectare ruwvoederwinning en akkerbouw aanwezig en intensieve groenteteelt voor verkoop op de hoeve.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek