Aalst en Asse slaan handen in elkaar voor hoperfgoed

De gemeenten Asse en Aalst richten samen een vereniging op om het rijke hoperfgoed van de regio nieuw leven in te blazen. Dit samenwerkingsinitiatief dat 't Stakenhuis zal heten, moet een vervolg breien aan de plattelandsprojecten 'Faluintjes' en 'Heraanleg van een hopveld in Asse', die op 30 juni dit jaar aflopen. De initiatiefnemers hopen dat andere gemeenten zich bij de vereniging zullen aansluiten.

Het hoperfgoed van de streek Aalst-Affligem-Asse vindt zijn oorsprong in de 14de eeuw, toen ontdekt werd dat bier beter bewaard kon worden door toevoeging van hop. Hopranken maakten bijgevolg eeuwenlang deel uit van het landschap in de streek. In het begin van de 20ste eeuw kregen de plaatselijke hopboeren het moeilijk door de arbeidsdruk en de dalende vraag naar inlandse hop. De meesten hebben dan ook hun activiteiten stopgezet. Desondanks is de hopteelt nooit volledig uit de streek verdwenen.

Als eerbetoon aan dit hoperfgoed en om de hopranken opnieuw in het landschap te introduceren, dienden de gemeenten Asse en Aalst eerder een aanvraag in voor twee projecten in het kader van het Programma voor Plattelandsontwikkeling (PDPO II): 'Faluintjes’ en ‘Heraanleg van een hopveld in Asse’. Daarbij werd de creatie van hopvelden en de ontwikkeling van een eigen bier gekoppeld aan allerlei educatieve en toeristische activiteiten.Omdat beide projecten op 30 juni dit jaar aflopen, wordt een nieuw intergemeentelijk samenwerkingsverband ’t Stakenhuis opgericht. Dit zal de bestaande project overnemen en nieuwe initiatieven toevoegen. Aalst en Asse hopen dat andere gemeenten later tot de vereniging zullen toetreden.