Wetsvoorstel steunt engagement meewerkende echtgenote
nieuwsIn 2005 werd, mee onder impuls van vrouwenvereniging KVLV, het zogenaamde 'maxistatuut voor meewerkende partners' ingevoerd. Voortaan zouden partners van zelfstandigen een volwaardige sociale bescherming op eigen naam hebben en een eigen pensioen opbouwen. Volgens KVLV zijn er nog enkele kinderziektes. Kamerleden Nathalie Muylle en Leen Dierick willen die wegwerken met een wetsvoorstel.
Zeven jaar na de invoering van het 'maxistatuut voor meewerkende partners' staat KVLV opnieuw op de barricade voor een betere pensioensopbouw bij zelfstandige onderneemsters. "De invoering van het verplicht maxistatuut voor de meewerkende partner was een goede zaak, maar er zijn kinderziektes die dringend weggewerkt moeten worden", verduidelijkt KVLV.
Eén van deze kinderziektes is het feit dat niet voorzien is dat deze meewerkende echtgenotes ook beperkte inkomsten op eigen naam kunnen verwerven. KVLV ziet in de praktijk ondernemende vrouwen mandaten opnemen in adviesraden of besturen. Vrouwen op land- en tuinbouwbedrijven ontvangen groepen op hun bedrijf, of spelen een rol binnen het socio-cultureel vormingswerk. Soms gaan deze engagementen gepaard met een beperkte vergoeding, op eigen naam van deze vrouwen.
Vandaag kan je als meewerkende echtgenote niets op eigen naam bijverdienen, zonder het risico te lopen gekatapulteerd te worden naar het statuut van zelfstandige in hoofdberoep, en zo de voordelen van het statuut meewerkende partner te verliezen. "In vele gevallen betekent dit dat de inkomsten uit deze engagementen lager zijn dan de hogere sociale bijdragen die men hierdoor plots moet betalen", legt KVLV de vinger op de wonde.
De vrouwenvereniging wil de participatie van deze vrouwen in hun sector en binnen de maatschappij aanmoedigen en pleit daarom voor een beperkt toegelaten eigen inkomen onder het sociaal statuut meewerkende partner. Het aankaarten van deze problematiek heeft geresulteerd in een recent wetsvoorstel van CD&V, ingediend door de politica’s Nathalie Muylle en Leen Dierick. Dat passeerde de inoverwegingnemingen in de Kamer en kan nu besproken worden in de bevoegde commissie.
Dit wetsvoorstel wil de meewerkende echtgenote met een beroepsactiviteit die een inkomen van minder dan 3.000 euro per jaar oplevert, een bedrag gelijkaardig aan de vrijwilligersbijdrage, nog steeds laten beschouwen als meewerkende echtgenoot zodat de voordelen van het maxistatuut behouden blijven. "We vinden het belangrijk dat meewerkende echtgenoten ook maatschappelijk actief zijn en zich sociaal engageren", zegt federaal parlementslid Nathalie Muylle.