Wereld voert bestrijding tegen mond- en klauwzeer op

De VN-voedselorganisatie (FAO) en de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) slaan de handen in elkaar om de dierziekte mond- en klauwzeer uit te roeien. Voor het welslagen van hun strategie doen ze beroep op overheden, dierenartsen en veehouders. Recente uitbraken van MKZ hebben aangetoond dat een globale aanpak nodig is aangezien de ziekte geen rekening houdt met landsgrenzen.  

De Werelddiergezondheidsorganisatie zal de dienstverlening door dierenartsen evalueren zodat deze in alle landen in overeenstemming gebracht kan worden met de kwaliteitsstandaarden van OIE. De VN-voedsel- en landbouworganisatie gaat aan de slag met een stappenplan. Dat wil in de eerste plaats werk maken van de monitoring van MKZ, maar het legt ook de nadruk op gezamenlijke acties van lidstaten om het probleem in een regio onder controle te krijgen.

Wanneer FAO en OIE er in slagen om wereldwijd de dienstverlening door dierenartsen te verbeteren, dan zal dit ook de bestrijding van andere dierziekten ten goede komen. De FAO put vertrouwen uit het succesverhaal van runderpest. Die ziekte werd uitgeroeid dankzij de inspanningen van wetenschappers, overheden, dierenartsen en veehouders. Ook voor MKZ is het de bedoeling om het aantal uitbraken wereldwijd te reduceren tot uiteindelijk alle landen volledig verlost zijn van de dierziekte.

Mond- en klauwzeer leidt vooral bij jonge runderen, varkens en schapen tot sterfte. De economische schade door gewichtsverlies, een verminderde vruchtbaarheid en een lagere melkproductie is zo mogelijk nog groter. De verliezen en de kosten van vaccinatie worden wereldwijd geschat op vijf miljard dollar per jaar. Bij een ernstige uitbraak zoals in 2001 in het Verenigd Koninkrijk liepen de directe en indirecte kosten op tot 30 miljard dollar.