"WTO is niet langer club van enkele rijke landen"
nieuwsTen tijde van de GATT-rondes verliepen de onderhandelingen helemaal anders, vertelt een topvertegenwoordiger van de Braziliaanse missie bij de WTO. "De rijke landen stelden hun markt open, wij waren vrijgesteld. Maar we genoten ook niet van de voordelen van het systeem. De liberalisering gold enkel voor de sectoren die van belang waren voor de ontwikkelde landen, zoals industriële goederen. Textiel en landbouw waren uitgesloten. Op papier deden we mee aan die rondes, maar het was eigenlijk schijn".
In de Uruguay-ronde groeide het besef dat het zo niet verder kon. Er werd beslist een organisatie op te richten waar iedereen toegevingen moest doen én de vruchten kon plukken van vrije wereldhandel. Landen als Brazilië en India moesten een hele lijst met invoerbeperkingen opgeven, in het vooruitzicht dat de onderhandelingen zouden uitgebreid worden naar diensten, landbouw en textiel. Voor de minst ontwikkelde landen zou er een pakket beschermende maatregelen komen.
Ontwikkelingslanden slaagden er ook in het geschillenmechanisme aan te wenden van zodra de zogenaamde 'peace close' was opgegeven. Brazilië spande claims aan tegen Europese suiker en Amerikaanse katoen, die Brazilië overigens allebei won. De Europese Unie hervormde reeds haar suikerregime, de VS heeft het moeilijker met de afbouw van de katoensteun aan zijn boeren.
De macht van de grote ontwikkelingslanden zal in de toekomst enkel toenemen. De Indiase export stijgt met 20 procent per jaar. Net zoals Brazilië, China, Zuid-Afrika en enkele Zuidoost-Aziatische landen is het een handelsmagneet geworden. Een land als Brazilië heeft zich uit de schuldencrisis gewerkt waardoor rijke landen niet langer met het dreigement kunnen uitpakken dat ze de geldkraan dichtdraaien indien ze niet toegeven. "Dit keer moet er echt onderhandeld worden", luidt het in het Braziliaanse kamp.
Vorig weekend gaf Brazilië nog mee bereid te zijn de staatsgemonopoliseerde verzekeringssector op tafel te leggen. Voor de VS en de EU is dat een grote vis. Maar er is slechts één voorwaarde: dat de ontwikkelde landen bewegen op het vlak van landbouw. De Brazilianen onderhandelen erg agressief omdat ze voelen dat dit hun ronde kan worden. "Je kan geen wereldsysteem hebben met vrijhandel voor industriële goederen en een beschermde zone voor landbouwproducten", aldus de Braziliaanse diplomaat.
De Doha-ontwikkelingsronde zou wel eens de ronde kunnen worden van de grote ontwikkelingslanden, die op hun beurt de armste in de steek laten. Die hebben namelijk geen interessante markt als pasmunt. Toch voelen de meeste arme landen zich niet in de steek gelaten door hun grotere broers. "Ze willen tenminste strijden voor landbouw. Want ons belangrijkste agendapunt hebben we met hen gemeen: we willen voor onze landbouwproducten absoluut een taksvrije, quotavrije toegang tot de markten van de ontwikkelde landen", aldus een Afrikaanse diplomaat.