Verdere WTO-onderhandelingen goedgekeurd
De 147 WTO-landen geraakten het zondagmorgen na vijf volle dagen overleg eens over een kader voor verdere vrijhandelsonderhandelingen. Het overleg in Genève spitste zich vooral toe op de landbouw, traditioneel het moeilijkste onderwerp bij handelsonderhandelingen. Nadat alle landen het eens waren geraakt over de landbouwtekst, kwam er ook snel een akkoord over de andere onderwerpen van de handelsagenda.
Volgens het WTO-kaderakkoord komen er binnen de instelling onderhandelingen over de afschaffing van alle uitvoersubsidies voor landbouwproducten. Europa geeft nu nog jaarlijks 3 miljard euro aan uitvoersubsidies, in hoofdzaak voor suiker, zuivel en rundvlees. Een datum voor het einde van alle uitvoersubsidies moet later vastgelegd worden. Maar het is al duidelijk dat Europa mikt op een periode van zeker tien jaar voor de volledige afschaffing van de uitvoersubsidies.
Ook de Verenigde Staten moeten hun langetermijnuitvoerkredieten afschaffen. Er komen tevens onderhandelingen om andere vormen van uitvoersteun aan banden te leggen. Het gaat om de Amerikaanse uitvoerkredieten op korte termijn en de voedselhulp die de Verenigde Staten gebruiken om landbouwoverschotten op te kopen. Ook de Canadese en Australische staatsbedrijven die de handel in sommige landbouwproducten monopoliseren, worden onder de loep genomen.
Behalve de afbouw van uitvoersteun moeten ook andere vormen van landbouwsubsidies verminderen. Er komen onderhandelingen over een formule om de productiegebonden steun af te bouwen. En ook de invoertarieven voor landbouwproducten moeten omlaag, al kunnen de tarieven voor sommige 'gevoelige producten' hoog blijven om de markt af te schermen. Dergelijke gevoelige producten zijn in Europa bijvoorbeeld melk en rundvlees.
Voorts komt er bijzondere aandacht voor katoen, dat was uitgegroeid tot een symbooldossier in het WTO-landbouwoverleg. De speciale aandacht voor katoen is een uitdrukkelijke vraag van enkele West-Afrikaanse katoenproducerende landen die als gevolg van de Amerikaanse uitvoersubsidies voor katoen in de problemen geraken. Katoen krijgt in de landbouwonderhandelingen een prioritaire behandeling en er wordt onderzocht of de West-Afrikaanse katoenproducenten internationale steun kunnen krijgen.
Volgens de Europese Commissie is het WTO-kaderakkoord 'aanvaardbaar'. Want, op de afschaffing van de uitvoersubsidies na, gaan de WTO-onderhandelingen niet verder dan de landbouwhervormingen die in Europa al zijn doorgevoerd, klinkt het bij de Commissie. Het WTO-akkoord betekent dus geen nieuwe aderlating voor de Europese boeren.
Maar de Boerenbond heeft toch bedenkingen bij het WTO-akkoord. Volgens Boerenbond-woordvoerder Roger Saenen heeft Europa al grote inspanningen geleverd en is het nu aan de anderen. "In Europa hebben de opeenvolgende landbouwhervormingen al geleid tot een daling van de prijzen en de uitvoersubsidies. Het is aan de andere industrielanden om ook hun vormen van uitvoersteun en hun landbouwsteun te verminderen. Denk maar aan de Farm Bill in de Verenigde Staten. Die geeft de Amerikaanse landbouwers steun waar de Europese boeren alleen maar van kunnen dromen. En landen zoals Argentinië en Brazilië houden in hun landbouw geen rekening met het milieu, dierenwelzijn of het geven van een respectabel loon aan hun boeren. Dat zijn ook vormen van subsidies die aangepakt moeten worden".
Meer informatie: de "July package"
