Schaap Dolly viert tiende verjaardag in museum

Het Roslin-instituut wilde destijds onderzoeken of het mogelijk zou zijn om genetisch veranderde dieren te klonen. Doel was uiteindelijk om met behulp van bijvoorbeeld schapen eiwitten te produceren die in de geneeskunde kunnen toegepast worden. De geboorte van het gekloonde schaap leidde tot een heftig maatschapelijk debat over de wenselijkheid van klonen.

Dolly kreeg al op vijfjarige leeftijd last van ouderdomsverschijnselen en gewrichtsproblemen. Het schaap overleed uiteindelijk op 14 februari 2003 aan een ernstige longaandoening. Het schaap bleek te lijden aan Jaagziekte, een bij schapen regelmatig voorkomende ziekte.

Na Dolly ging de ontwikkeling door: muizen, geiten, runderen, varkens, paarden en andere dieren werden op diverse plaatsen in de wereld gekloond. De finaliteit van al die experimenten was niet altijd even zonneklaar. De techniek die gebruikt werd om Dolly ter wereld te brengen, leidde ook tot wilde speculaties over wat mogelijk zou zijn. Sommigen opperden plannen om in het ijs geconserveerde mammoets te klonen.

Maar tot hiertoe is enkel Steven Spielberg in een dergelijk project geslaagd, merkt het Agrarisch Dagblad schamper op. Het klonen van dieren lukt voorlopig alleen met behulp van celkernen waarin de chromosomen nog functioneren.