"Resoluut kaart trekken van familiale landbouw"
nieuws91 procent van de genetisch gewijzigde sojabonen en 97 procent van de genetisch gewijzigde maïs is afkomstig van Monsanto. Een kwart van de volledige voedings- en drankenverkoop in de wereld is in handen van amper tien bedrijven, met het Zwitserse Nestlé als grootste. Ruim acht procent van alles wat mensen in de hele wereld kopen in winkels komt uit de rekken van de Amerikaanse supermarktreus Wal-Mart. Naar schatting treden in Europa nog slechts 110 aankoopverantwoordelijken van supermarktketens op als tussenpersonen tussen 3,2 miljoen landbouwers en 160 miljoen consumenten.
Dat zijn beangstigende cijfers, waar Aertsen zich echter niet op wil blindstaren. "Want een aantal koplopers tonen dat boeren niet per se gekneld moeten zitten tussen de bedrijven van de input en output", luidt het. Zo sluit Alpro, een bedrijf uit de Vandemoortele-groep, overeenkomsten op lange termijn met zijn sojaboeren. Bovendien helpt Alpro in hun productieproces en zorgt het voor een vergoeding als de oogst mislukt. Nog een voorbeeld is het gezamenlijke project van Vredeseilanden en Colruyt voor de productie en verkoop van rijst in Benin, in de eerste plaats voor de lokale markt.
Aertsen wijst er verder op dat kleine boeren in Indonesië van Unilever een hogere prijs krijgen dan de marktprijs. Daar is overigens een goede reden voor, want het concern zit verlegen om meer en betere zwarte sojabonen, een ingrediënt van de succesvolle zoete saus Kecap Bango. "De boeren profiteren mee: doordat de tussenhandelaars wegvallen, krijgen ze een prijs die tien tot vijftien procent hoger ligt", weet Aertsen.
Natuurlijk willen ook Alpro, Unilever en Colruyt winst maken. Aertsen: "We moeten waakzaam blijven. Denk maar aan de kritiek die Unilever en zijn palmolieleveranciers in Indonesië krijgen. Maar als die bedrijven én winst maken én boeren een plaats onder de zon kunnen geven, schieten we toch een eind op".(KS)