Regen goed voor voldoende ziektedruk in ggo-veldproef
nieuwsHet nattere en meer wisselvallige weer van de jongste weken is erg gunstig voor het welslagen van de veldproef met aardappelplaag-resistente ggo-aardappelen in Wetteren. Dat zeggen de betrokken onderzoekers van UGent, ILVO, VIB en HoGent. Het huidige weertype bevordert de ontwikkeling van Phytophthora infestans, de schimmel die de aardappelplaag veroorzaakt.
De eerste meldingen van de aardappelplaag in Vlaanderen zijn al binnengekomen. De ziekte gedijt het best wanneer het gewas lang vochtig blijft en bij temperaturen tussen de 17 en 23 graden. De wetenschappers controleren dagelijks of er ziektesymptomen in de veldproef met de ggo-aardappelen opduiken. Het proefveld wordt niet preventief behandeld tegen de schimmelziekte. Voldoende ziektedruk is noodzakelijk voor een goede evaluatie van de resistentie. De onderzoekers zijn heel benieuwd naar de manier waarop de ziekte zal toeslaan en evolueren.
In de proef zijn 27 genetisch gemodificeerde aardappellijnen aanwezig, maar ook een tweetal conventioneel resistente aardappelrassen, die vandaag voornamelijk in de biologische aardappelteelt worden gebruikt. Dit zijn de rassen Bionica en Sarpo Mira. Het is afwachten hoe al deze aardappelen qua ziekteresistentie presteren ten opzichte van de in de proef aanwezige niet-resistente referentierassen Nicola, Bintje, Agria, Désiree en Fontane.
De onderzoekers betrokken bij de veldproef testen niet alleen de resistentie van genetisch gewijzigde aardappelen. Ze brengen ook de diversiteit van de Phytophthora-populatie in kaart. Hiervoor hebben ze op twee andere locaties zogenaamde 'Phytophthora-vangvelden' aangeplant. Dit zijn velden waarop telkens 75 verschillende aardappelplanten staan die elk een verschillende gevoeligheid voor de ziekte hebben.
Door nauwgezet te inventariseren welke planten door de ziekte aangetast worden, en welke niet of minder, kan bepaald worden welke Phytophthora-stammen toegeslagen hebben. Kennis over welke Phytophthora-stammen in België voorkomen, stelt de wetenschappers in staat te bepalen welke combinaties van resistentiefactoren in de toekomst het best in nieuwe aardappelrassen gebruikt worden.
Na de vernielingspoging van Field Liberation Movement op 29 mei ligt het belaagde veldje in Wetteren er nu relatief gunstig bij. De veldproef is in de mate van het mogelijke hersteld en conform de vergunning vervolledigd. Een aantal planten werd definitief vernietigd. Van de planten waarvan enkel het loof werd afgerukt hebben de onderzoekers kunnen vaststellen dat deze – mede door beregening – weer goed aan het groeien zijn. De homogeniteit van het belaagde proefveld blijft wel aangetast. Hierover zal na afloop van de proef gerapporteerd worden.
De bewaking van de veldproef blijft onverminderd en verscherpt van kracht. In de loop van de zomer verwachten de organisatoren een aantal wetenschappelijke en andere delegaties die het proefveld zullen bezoeken en bekijken welke van de ggo en niet-ggo aardappelen de Phytopthora-druk hebben overleefd. Ook buitenlandse delegaties hebben al interesse getoond voor een bezoek.