Rampenfonds vergoedt droogteschade uit 2011 maar deels
nieuwsWaar de regen nu met bakken uit de hemel valt, werden de velden vorig jaar geteisterd door een ernstige droogte in het voorjaar. Belgische boeren dienden bijna 7.000 schadedossiers in voor meer dan 40 gewassen die getroffen werden. Federaal landbouwminister Sabine Laruelle laat nu weten dat alleen de droogteschade aan vlas en spinazie overal erkend wordt als landbouwramp.
Het KMI bestempelde de droogte in het voorjaar van 2011 als een uitzonderlijk weersfenomeen dat niet vaker dan eens om de 20 jaar voorkomt. Voor een erkenning als landbouwramp dienen nog drie andere voorwaarden vervuld te zijn. De totale schade voor de landbouwsector moet meer dan 1,24 miljoen euro bedragen. Het gemiddelde bedrag per schadedossier bedraagt minstens 5.580 euro en de Europese Commissie eist tot slot dat minstens 30 procent van de gemiddelde jaarproductie van een gewas vernield werd door het noodweer.
Minister Laruelle ontving 6.978 schadedossiers als gevolg van de droogte, waarvan 657 uit West-Vlaanderen. Alleen de droogteschade aan vlas en spinazie voldoet in alle provincies aan de vier criteria. In de Oostkustpolder komen ook schadedossiers die betrekking hebben op zomergranen voor vergoeding in aanmerking. Het betreft percelen gelegen in Bredene, De Haan, Blankenberge, Knokke-Heist, Zuienkerke, Damme, Brugge, Jabbeke en Oudenburg. Voor deze laatste vijf steden en gemeenten wordt het landbouwgebied dat bekend staat als 'Vlaamse zandstreek' uitgesloten.
De landbouwsector hoopt dat de uitbetaling snel volgt. Ook de fruittelers die in de zomer van 2011 zwaar getroffen werden door de Pukkelpopstorm wachten nog steeds op de tussenkomst van het rampenfonds.