Peeters bezoekt bedrijf om gevolgen GLB te bespreken

Vlaams minister voor Landbouw Kris Peeters werd vrijdag door Boerenbond uitgenodigd op een bedrijf in Berlare, om de gevolgen van de hervormingsplannen voor het GLB na 2013 te bespreken. Daarbij kondigt hij aan 60.000 euro middelen te voorzien voor de voortzetting van ECO² tot de inrichting van PDPO III in 2014, en pleit hij voor een gedeeltelijke realisatie van ecologische focusgebieden op collectief niveau.

Naar aanleiding van de gesprekken die momenteel gevoerd worden in de Europese Landbouwraad en het Europese Parlement over de hervormingsvoorstellen voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) na 2013, nodigde Boerenbond Kris Peeters uit op het bedrijf van Piet D’Heer en Tania Vis, lid van het hoofdbestuur, in Berlare.

Tijdens dat bedrijfsbezoek benadrukte de organisatie haar 10 aandachtspunten voor het GLB. De organisatie dringt onder meer aan op groene groeimaatregelen die zijn aangepast aan de eigenheid van de regio en de sector. “Op Europees niveau wordt intussen wel al enige flexibiliteit ingebouwd, maar die gaat nog steeds voorbij aan de specifieke Vlaamse context van meer intensieve, grondarmere landbouw”, klinkt het.

Boerenbond benadrukt bovendien dat heel wat bedrijven al veel inspanningen leveren, die onvoldoende erkend worden in de hervormingsvoorstellen. “Piet D’Heer en Tania Vis bijvoorbeeld investeren al in grasland, groenbedekker, hectares in Nature 2000, natuurlijke hooiweiden en energiebesparende maatregelen in de melkinstallatie. Toch zal het bedrijf niet voldoen aan de vergroeningseisen van Europa 2020, vooral wat betreft de zeven procent ecologische focusgebieden. De strikte definitie daarvan erkent de groene inspanningen van dit bedrijf niet, waardoor het in de toekomst heel wat ondersteuning zal mislopen.”

Om dergelijke situaties te vermijden, pleit Boerenbond voor een meer flexibele invulling van ‘vergroening’ en voor maatwerk, aangepast aan de eigenheid van de regio. “Nu al geleverde vergroeningsinspanningen moeten ten volle erkend worden en de haalbaarheid op bedrijfsniveau moet verbeterd worden”, besluit de organisatie.

Peeters erkent dat de voorgestelde hervorming van de toeslagrechten voor heel wat Vlaamse bedrijven hard zal aankomen. Hij benadrukt dan ook dat de verliezen draagbaar moeten blijven en dat een voldoende grote overgangsperiode moet worden voorzien, om bedrijven toe te laten hun bedrijfsvoering aan te passen. Ook sluit hij zich aan bij het pleidooi van Boerenbond voor meer flexibiliteit en maatwerk op het vlak van vergroening.

Wat de ecologische focusgebieden betreft, pleit Boerenbond concreet voor gebiedsgerichte samenwerking tussen boeren onderling en met andere grondgebruikers. “Dit kan leiden tot een meer kwalitatieve, effectieve en efficiënte invulling van de ecologische focusgebieden dan een individuele invulling.”

In het project ECO², waarbij op initiatief van lokale boeren agrobeheergroepen opgericht worden om natuur- en landschapsbeheer te integreren in de economische bedrijfsvoering, werd het succes daarvan al aangetoond. Dit project loopt echter ten einde in september 2012. “Om de opgebouwde expertise en kennis daaromtrent te bewaren, is het noodzakelijk om de periode tot de inrichting van het nieuwe PDPO III in 2014 te overbruggen. De sector is bereid hiervoor zelf een deel middelen te generen, maar hoopt op de nodige ondersteuning vanuit het beleid.”

Peeters gaat hier graag op in. “Ik heb aan de Commissie en aan het Deens voorzitterschap voorgesteld om de zeven procent focusgebied deels mogelijk te maken binnen een collectief van een groep van boeren. Op die manier kan het focusgebied daar ingericht worden waar het bedrijfseconomisch het meest verantwoord is. Ik kan u al meedelen dat de Commissie dit voorstel bespreekbaar vond. Verder ben ik bereid om 60.000 euro extra middelen vrij te maken in de landbouwbegroting van 2013, om voor ECO² de periode 2012-2014 te overbruggen. Als we op het vlak van natuur voorwaarts willen, zullen we naast de natuurverenigingen immers ook de landbouwers moeten inschakelen in het natuurbeheer.”

Verder pleit Peeters voor het aanwenden van de niet benutte middelen van Pijler I voor Pijler II. “Die pijler vormt immers de basis van het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds, wat in de toekomst moet worden veiliggesteld.” Wat de afschaffing van het melkquotasysteem betreft, deelt hij mee dat 26 procent van de melkveehouders plannen maken om hun productie nog met een kwart uit te breiden. Dat blijkt uit een enquête van de administratie, waarvan de resultaten binnen enkele weken zullen worden voorgesteld. “Dit eerste resultaat bewijst alvast dat de melkveehouders vertrouwen hebben in de toekomst. De volledige zuivelsector moet zich nu organiseren en herpositioneren om deze extra productie adequaat op te vangen en te verwerken.”

Ten slotte zegt Peeters veel te verwachten van de mogelijkheden die de Commissie voorziet met betrekking tot producenten- en brancheorganisaties. “Een eerste vergadering met alle schakels in de agro-voedingssector heeft intussen plaatsgevonden, en mijn administratie heeft al een vijftal werkgroepen opgericht waarin voor de diverse sectoren onderzocht wordt welke mogelijkheden er concreet bestaan.”