nieuws

Ook Belgische studie kritisch over biobrandstoffen

nieuws
Een nieuwe CETRI-studie, uitgevoerd op vraag van federaal minister van Energie en Klimaat Paul Magnette, bevestigt de negatieve neveneffecten van het Europese biobrandstoffenbeleid. “Strenge duurzaamheidscriteria kunnen de milieu- en sociale gevolgen niet vermijden”, luidt het. De Belgische milieu- en Noord-Zuidbewegingen dringen daarom aan op een herziening van het beleid.
29 december 2010  – Laatst bijgewerkt om 4 april 2020 14:57

Een nieuwe CETRI-studie, uitgevoerd op vraag van federaal minister van Energie en Klimaat Paul Magnette, bevestigt de negatieve neveneffecten van het Europese biobrandstoffenbeleid. “Nieuwe ambitieuze duurzaamheidscriteria kunnen de milieu- en sociale impact niet vermijden”, luidt het. De Belgische milieu-, Noord-Zuidbewegingen en landbouworganisaties dringen daarom aan op een herziening van het beleid.

De studie, uitgevoerd door CETRI in opdracht van federaal minister van Energie en Klimaat Paul Magnette, onderzocht de impact van de uitbreiding van de biobrandstoffenteelt buiten de Europese Unie. De resultaten bevestigen die van de eerder uitgevoerde en gepubliceerde Europese studie door het Institute for European Environmental Policy. Daarin worden biobrandstoffen aangewezen als indirecte oorzaak van meer in plaats van minder CO2-uitstoot.

Ook deze Belgische studie wijst op ernstige negatieve gevolgen van biobrandstoffenteelt. Zo zijn er ontbossing, privatisering van de toegang tot essentiële natuurlijke rijkdommen, het verdringen van voedingsgewassen, het vergroten van de voedselafhankelijkheid en zelfs een aanzienlijke verhoging van de CO2-uitstoot door veranderd landgebruik.

Daarenboven toont de studie aan dat het opleggen van duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen niet alle negatieve gevolgen voor het Zuiden kan oplossen. “Wat de criteria ook zijn, zij pakken de essentie niet aan: hoe kan een producent van biobrandstoffen verantwoordelijk worden gesteld voor de gevolgen van indirect landgebruik in een andere regio of in een ander land?”, luidt het bij Bond Beter Leefmilieu.

De milieu- en Noord-Zuidbewegingen waarschuwden eerder al voor dergelijke gevolgen. Naar aanleiding van de studie herhalen zij hun bezorgdheid. “De Europese richtlijn om tegen 2020 10 procent van het transport op ‘brandstoffen uit hernieuwbare bron’ te laten overschakelen, is vandaag niet te verantwoorden. Zeker niet gezien de Europese lidstaten voor een groot deel beroep zullen moeten doen op geïmporteerde biobrandstoffen”, stelt Bond Beter Leefmilieu.

Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege erkent de problematiek rond biobrandstoffen. “In Nagoya zijn we akkoord gegaan met nieuwe en ambitieuze doelstellingen, waarin expliciet vermeld wordt dat de handel in biobrandstoffen verder moet worden verduurzaamd”, zei ze naar aanleiding van een parlementaire vraag daaromtrent.

Ook de Eurocommissarissen voor Energie en Klimaatactie, Günther Oettinger en Connie Hedegaard, erkennen de potentieel negatieve impact van het Europese beleid. “We moeten dit ernstig onderzoeken en vermijden dat het beleid verantwoordelijk is voor negatieve neveneffecten”, stelt Oettinger. “Ondanks onze duidelijke duurzaamheidscriteria voor de productie van biobrandstoffen, mogen we niet negeren dat het mogelijk onverwachte gevolgen heeft elders in de wereld”, erkende ook Hedegaard.

De Europese Commissie zal daarom onderzoeken welke beleidsmaatregelen nodig zijn om het probleem aan te pakken. De evaluatie daarvan zal verschijnen ten laatste in juli 2011.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek