"MAP4 focust teveel op het einde van de kringloop"
nieuwsWervel, de Werkgroep voor een Rechtvaardige en Verantwoorde Landbouw, vindt de maatregelen in MAP4 teveel gericht op oplossingen aan het ‘einde van de pijplijn’. In plaats daarvan pleit de organisatie voor oplossingen aan de bron van het mestprobleem, zoals de afbouw van grondloze veehouderij, het gebruik van vaste kwaliteitsmest en compost en de herintroductie van eiwitrijke gewassen in de teeltrotatie.
Na Boerenbond, het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) en BioForum, neemt nu ook Wervel het nieuwe mestactieplan en de hele mestproblematiek onder de loep. Volgens Wervel zijn de milieuproblemen met betrekking tot mest te wijten aan het huidige landbouwsysteem. Als grootste oorzaak wijst de organisatie op het verdwijnen van de teelt van eitwitrijke gewassen, waardoor plantaardige eiwitten voor veevoeder in grote hoeveelheden moeten worden ingevoerd. “Voor de kwaliteit van ons water is dit een probleem, aangezien met de eiwitten ook de nutriënten in onze ecologische kringloop terechtkomen”, luidt het.
Daarnaast wijst Wervel op een verkeerde visie op de nutriëntenkringloop. Volgens de organisatie kan immers geen bemestingsadvies worden verleend op basis van chemische bodemanalyses of fysische metingen. “De situatie is veel complexer dan dat. Biologische processen en interacties in de bodem, het gewas en de atmosfeer spelen ook een rol, maar dat wordt nog steeds onvoldoende in beschouwing genomen.”
Ook de overheersende theorie van plantenvoeding en de regelgeving daaromtrent, negeert dit gegeven volgens Wervel. “Met de bijdrage van het bodemleven wordt geen rekening gehouden, waardoor compost bijvoorbeeld slechts beperkt mag worden toegediend. Nochtans zorgt een natuurlijke bemesting met compost ervoor dat minder nutriënten uitspoelen omdat ze beter worden vastgehouden door het bodemleven.”
De maatregelen in MAP4 zijn volgens Wervel dan ook teveel gericht op oplossingen aan het ‘einde van de pijplijn’. “In plaats daarvan moet het teveel aan stikstof en fosfaat weggewerkt worden aan de bron.” Concreet stelt Wervel voor om de instroom van nutriënten te beperken door afbouw van grondloze veehouderij. “Dit op een sociaal aanvaardbare manier, waarbij familiale bedrijven prioritaire bescherming krijgen, en door middel van warme in plaats van koude sanering.” De saneringscriteria moeten ten slotte bij voorkeur verbonden zijn aan de graad van grondgebondenheid en dus aan het ontbreken van mestoverschot.
Een tweede voorstel dat Wervel poneert, is het opnemen van maatregelen om het gebruik van vaste kwaliteitsmest en compost te stimuleren in plaats van minerale meststoffen. “Op lokaal niveau gebeurt dit al, maar tussen de verschillende beleidsdomeinen en -niveaus ontbreekt een coherente visie.”
Daarnaast moet de teelt van eiwitgewassen opnieuw gestimuleerd worden en moet het Vlaams landbouwonderzoek meer aandacht besteden aan biologische bodemvruchtbaarheid en het opkrikken van de organische stofbalans. Deze twee laatste elementen dragen volgens Wervel immers bij tot een reductie van de nitraat- en ammoniakuitstoot, het vasthouden van CO2 in de bodem en een grotere weerstand tegen ziekten.
Ten slotte vraagt de organisatie dat onderzoek en innovatie met betrekking tot duurzaamheid in MAP4 gestimuleerd worden in plaats van beperkt. “Projecten als biologische landbouw en agroforestry moeten meer experimenteerruimte en wetenschappelijke ondersteuning krijgen.” Daarbij wijst Wervel op twee projecten in New York en München, waar innovatieve landbouw en milieudoelstellingen hand in hand gaan.
Meer info: bekijk hier het volledige standpunt van Wervel