"Liefst ben ik melkkoe op vooruitstrevend bedrijf"

Begin dit jaar zei Ivo Mechels van Test-Aankoop dat de maatschappij niet staat te springen voor genetische formule 1-koeien die jaarlijks 15.000 liter melk produceren. Deze koeien zouden het levende bewijs zijn dat de veehouders hun dieren enkel als machines beschouwen. In het jongste nummer van het vakblad Melkveebedrijf plaatst professor Aart de Kruif (UG) stevige nuances bij deze visie: "Ik zou het liefste koe willen zijn bij een zeer goede boer-manager die zijn koeien een heerlijk rantsoen voorschotelt, die gezorgd heeft voor een zeer goede stal en die meteen ingrijpt als ik iets mankeer".

De hedendaagse hoogproductieve koeien zijn bijna allemaal van het Holstein-Friesian ras. Dat is uitsluitend gefokt met het oog op de melkproductie. Hun genetische achtergrond stelt hen in staat veel melk te produceren als de omstandigheden gunstig zijn. "Er zijn bedrijven waar deze koeien jaarlijks 6.000 liter produceren en er zijn bedrijven waar ze meer dan 10.000 liter geven", analyseert professor de Kruif.

Volgens de Kruif hebben deze productieverschillen te maken met vier factoren: de voeding, de huisvesting, de diergezondheid en de bedrijfsvoering. Een hoge productie vergt gezonde koeien, uitstekend voeder, goed geventileerde stallen met ruime ligboxen en bedrijfsmanagers die oog hebben voor al deze aspecten.

"Helaas, in de praktijk zijn er niet veel bedrijven waar het bovenstaande het geval is", betreurt de Kruif. "Bij problemen geven boeren wel eens de schuld aan de koeien of aan de moderne fokkerij. Eén ding is echter zeker: onze moderne melkkoeien kunnen en willen zeer veel melk geven, maar dan moet de boer ervoor zorgen dat alles tip-top in orde is. Is het rantsoen niet goed of de stal versleten, dan gooien onze topatleten er inderdaad het bijltje bij neer. Het lijkt mij verschrikkelijk een Holsteinkoe te zijn bij een boer die mij niet graag ziet".

Lees ook: geVILT: "Genetica als motor van de veehouderij"