KVLV ontvangt prinses Mathilde in West-Vlaanderen

Naar aanleiding van het 100-jarig bestaan van KVLV bracht prinses Mathilde maandag een bezoek aan drie boerderijen in West-Vlaanderen. KVLV-Agra maakte van de gelegenheid gebruik om enkele pijnpunten in het sociaal statuut van de meewerkende echtgenote aan te kaarten. “In 100 jaar tijd is de positie van de boerin erg verbeterd, maar er is nog werk aan de winkel.”

KVLV viert dit jaar haar 100ste verjaardag. Doorheen die jaren heeft KVLV, en KVLV-Agra in het bijzonder, veel verwezenlijkt om de positie van de vrouw in de landbouwsector te verbeteren. Zo werd in 2003 het mini-statuut voor de meewerkende echtgenote ingevoerd, wat vrouwen op de boerderij verplicht verzekerde voor arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschap. In 2005 werd dit mini-statuut vervangen door het maxi-statuut, wat zorgde voor een volwaardige dekking binnen het sociaal statuut der zelfstandigen.

Maar ondanks deze belangrijke stappen voorwaarts is de positie van de vrouw op de boerderij nog niet gelijk aan die van haar partner. In 2010 en 2011 maakte KVLV-Agra een evaluatie van de situatie op juridisch, sociaalrechtelijk en financieel vlak. Uit die evaluatieronde blijkt dat er nog een aantal knelpunten in het systeem zitten.

Zo wijst KVLV-Agra op het probleem van de ‘tussengeneratie’. “De belangrijkste meerwaarde van het maxi-statuut is dat meewerkende echtgenotes hierdoor recht hebben op een eigen pensioen. Tenminste als zij een loopbaan van 30 jaar kunnen aantonen, waarvoor zij sociale bijdragen hebben betaald. En daar wringt het schoentje, want de generatie vrouwen geboren na 1956 en voor 1970 zullen deze vereiste pensioenloopbaan nooit volledig kunnen opbouwen, wat wil zeggen dat zij wel bijdragen betalen maar nadien geen recht hebben op een deel van de koek”, stelt An Deneffe. “Voor deze tussengeneratie moet dus een oplossing gevonden worden, temeer omdat zij momenteel 70 procent uitmaakt van de actieve boerinnen.”

Een tweede pijnpunt is het gebrek aan een regeling voor meewerkende echtgenotes die een bijkomende zelfstandige activiteit uitvoeren. Wanneer de echtgenotes een bepaald mandaat opnemen binnen een organisatie of groepen ontvangen op het bedrijf tegen een vergoeding, moeten zij zich voor deze kleine bijkomende engagementen aansluiten in hoofdberoep, wat in verhouding veel extra sociale bijdragen met zich meebrengt. KVLV-Agra pleit daarom voor een beperkte toelating van bijkomende activiteit, zoals die er is voor gepensioneerden.

Ten slotte wijst de organisatie op de grote behoefte aan informatie en sensibilisering wat juridische en sociaalrechtelijke aangelegenheden betreft. “Een groeiend probleem is bijvoorbeeld dat vrouwen deeltijds buiten het bedrijf gaan werken omwille van de moeilijke financiële situatie in de sector. Vaak nemen hun verantwoordelijkheden op het bedrijf hierdoor niet af, waardoor de vrouwen meer dan fulltime werken, zonder dat zij een volwaardig pensioen opbouwen. Veel vrouwen weten niet welke gevolgen zo’n beslissingen hebben op hun pensioenrechten of loonontwikkeling.

Een ander probleem zijn slechte afspraken tussen gehuwde partners in verband met het bedrijf, waardoor vrouwen na een echtscheiding soms met niets achterblijven. Ook op dat vlak is informatie en sensibilisering broodnodig.” “In de toekomst zullen wij aan deze pijnpunten blijven werken, zodat de verhouding tussen man en vrouw op de boerderij één van gelijkheid wordt”, besluit An Deneffe.

Prinses Mathilde wou door haar aanwezigheid maandag haar steun uitdrukken voor de vrouwen en de werking van KVLV. De prinses bracht een bezoek aan hoeve ’t Hoppecruyt in Poperinge, een gemengd landbouwbedrijf met hop als hoofdactiviteit, het Warandehof in Alveringem, een groentebedrijf gespecialiseerd in rabarber, en de Beauvoordse Walhoeve in Veurne, een melkveebedrijf en kaasmakerij. Daarna werd ze uitgenodigd voor een maaltijd met streekproducten en een gesprek met enkele aanwezige Agra-vrouwen.