Inkomen boeren en tuinders daalt met 15 procent

De lagere opbrengsten en gestegen kosten resulteerden in 2004 in in een daling van het globale agrarische inkomen met 1 miljard euro. Dat is 15 procent minder dan in 2003. Doordat ook het aantal land-en tuinbouwers afnam, ging het gemiddelde inkomen per voltijdse werkkracht eigenlijk met 13 procent naar beneden. Het bedraagt nu 44 procent minder dan van een voltijdse werkkracht elders.

"We hadden in 2004 een zeer hoge productie, maar dat kon de lage verkoopprijzen niet goed maken. Voedingsmiddelen hebben nu eenmaal een fysisch maximum en gaan niet méér verkopen omdat ze goedkoop zijn", zegt Boerenbond-woordvoerder Roger Saenen. "Bovendien stegen in 2003 de aankoopkosten voor grondstoffen zoals veevoeding en zaai-en plantgoed gemiddeld met twee procent".

Voor tuinbouwers was het voorbije jaar rampzalig, luidt het. De prijzen van groenten die in openlucht worden geteeld daalden met 24 procent, van glasgroenten met 20 procent. Uitschieters in negatieve zin waren prei (-53 procent), tomaten (-40 procent) en tenslotte komkommers, bloemkolen, paprika en champignons met prijsdalingen tussen 4 en 15 procent. Dat 2004 een slecht jaar was voor tuinbouwers blijkt ook uit het feit dat groenteveilingen ondanks een omzetdaling in kilo's met amper 1,7 procent, toch een omzetdaling in geld kenden met 25 à 30 procent. Dat is enkel toe te schrijven aan de lage verkoopprijzen, zegt Saenen.

De prijzen van granen daalden met 30 procent ten gevolge van de algemene hogere Europese oogst, het ruime aanbod op de internationale markten en de hoge koers van de euro die de export bemoeilijkt. De verkoopprijzen van aardappelen op de vrije markt namen een duik van 75 procent.

In de fruitteelt daalden de prijzen in vergelijking met 2003 met 16 procent voor de appelen, 14 procent voor de peren en 20 procent voor de aardbeien. In de sier-en boomteelt kreeg vooral de chrysantenteelt zware klappen. Er werden in 2004 meer planten gekweekt en in Polen, Frankrijk en Nederland ontstonden nieuwe productiegebieden. Een desastreus lage verkoopprijs was het gevolg. Er zijn zelfs aanzienlijke partijen vernietigd, aldus de Boerenbond.

De melkprijs lag 1 procent lager dan vorig jaar ten gevolge van de internationale concurrentie en de hoge koers van de euro die de export belemmert. Na een prijsherstel in 2003 daalde de rundvleesprijs in 2004 gemiddeld met 8,5 procent. De grootste prijsdalingen werden genoteerd voor het kwalitatief betere vee.

Het Belgische landbouwinkomen deed het volgens berekeningen van de Boerenbond nog slechter dan het Vlaamse en ging in 2004 met 19 procent achteruit. Een vergelijking met de andere Europese landen toont dat het agrarische inkomen in België in 2004 op Nederland na de sterkste daling kende. Opvallend in de Europese cijfers is de sterke stijging van landbouwinkomens in de nieuwe EU-lidstaten.

Volgens de Boerenbond is het dringend nodig dat de sector sterker front vormt tegen de grootdistributie of er overleg gepleegd wordt over de prijzen. De overheid kan daarin een bemiddelende rol spelen, aldus Saenen. Ook vindt hij dat de overheid omzichtig moet omgaan met het opleggen van nieuwe lasten aan de sector en hij verwijst naar de bijdrage voor het Voedselagentschap. "De draagkracht is echt bereikt", aldus nog de Boerenbond-woordvoerder.