Grondstofefficiënter Europa door minder voedselverlies

De voedselketen is in Europa verantwoordelijk voor 17 procent van de broeikasuitstoot en 28 procent van het grondstoffengebruik. Tegelijk gaat elk jaar 90 miljoen ton voedsel verloren. "Daarom zijn efficiënte productietechnieken, duurzame consumentenkeuzes en het terugdringen van voedselverspilling cruciaal binnen de EU-strategie", zegt de commissaris voor Milieu Janez Potocnik.

De Europese Commissie wil economische groei tegen 2050 loskoppelen van een verhoogd gebruik van grondstoffen. De EU-strategie zet vooral in op het efficiënt omgaan met grondstoffen voor infrastructuur, mobiliteit en voeding omdat de vraag naar grondstoffen vanuit deze sectoren 80 procent van de milieu-impact van het totale grondstoffenverbruik veroorzaakt.

In de EU-strategie wordt een halvering van de voedselverliezen tegen 2020 vooropgesteld. EU-commissaris Potocnik is overtuigd dat landbouwers, voedingsindustrie, distributie en consumenten met een gezamenlijke inspanning het grondstoffenverbruik van de voedselketen kunnen verminderen. In de praktijk zal de voedingsindustrie restproducten nog beter moeten benutten en de distributie zal zijn stockbeheer moeten verbeteren. Aangezien de consument een kwart van de aangekochte voedingsmiddelen weggooit, wijst Potocnik ook alle burgers op hun verantwoordelijkheid.

De Europese wetgeving is vandaag al afgestemd op het terugdringen van voedselverliezen. De richtlijn omtrent afval poneert afval voorkomen als beginsel, gevolgd door hergebruik, recyclage en energierecuperatie alvorens aan weggooien gedacht mag worden. Tegen 2013 moet elke lidstaat een nationaal actieprogramma indienen dat aan deze principes beantwoordt. De Europese Commissie werkt aan een handleiding omtrent voedselverspilling om de lidstaten hierbij te ondersteunen.

Hoewel de Europese Unie ook niet-wetgevende initiatieven neemt om voedselverspilling te voorkomen zoals de Ronde Tafel omtrent Duurzame Voedselproductie en -Consumptie, benadrukt Potocnik dat initiatieven uit de privé-sector een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Hij denkt bijvoorbeeld aan de afspraken die in verschillende lidstaten gemaakt worden tussen grootwarenhuizen en voedselbanken om voedingswaren dichtbij de vervaldatum als voedselhulp te benutten.