"Alle lidstaten moeten jonge boeren extra ondersteunen"

EU-commissaris voor Landbouw Dacian Ciolos vindt het belangrijk dat alle lidstaten na 2013 de steunmaatregelen voor jonge landbouwers doorvoeren. Dat zei hij in een videoboodschap op een congres in het Europees Parlement dat door CEJA, de belangenverdediger van de jonge Europese boeren, georganiseerd werd.

Het voorstel tot hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) wil jonge boeren in de EU meer toekomstperspectieven bieden. "Starten met een landbouwbedrijf vraagt niet alleen steeds meer expertise van jonge mensen, maar ook een alsmaar groter startkapitaal", zegt Europees commissaris Dacian Ciolos. De grote investeringslast is volgens hem de belangrijkste beperkende factor voor jonge boeren, zeker in regio's waar landbouwgrond schaars en duur is.

Aangezien het voorbije decennium bijna drie miljoen Europese boeren en tuinders hun bedrijf hebben stopgezet, acht de Commissie de ondersteuning van starters belangrijk. Daartoe wil zij voorzien in financiële steun en betere toegang tot krediet. In de tweede pijler van het GLB-voorstel, omtrent plattelandsontwikkeling, richt de Commissie zich uitdrukkelijk tot jonge boeren met investeringssteun en steun voor opleidingsprogramma's.

Tezelfdertijd voorziet de Commissie in verhoogde inkomenssteun voor jonge landbouwers in de eerste vijf jaar nadat zij een landbouwbedrijf overnamen of uit de grond stampten. "Sommige lidstaten dringen aan op het vrijwillig karakter van deze maatregel, maar dat zou de beleidsdoelstelling ernstig verzwakken", meent Ciolos. "Het landbouwbeleid en de markt voor landbouwproducten zijn gemeenschappelijk. Dat moet dus ook het geval zijn voor de inkomenssteun aan jonge boeren. Alleen een maatregel die de lidstaten verplicht moeten invoeren, kan garanderen dat jonge boeren in alle lidstaten dezelfde steun kunnen genieten."