150 ton afval van varkensbedrijf raakt niet opgeruimd
nieuwsDe gronden rond de boerderij verraden de voedertechnieken die de zelfmenger toepaste. Voor en achter het woonhuis liggen stapels half ontplofte slagroombussen en deels weggeroeste, gistende blikken gevuld met een onherkenbare vette smurrie te stinken. Op 7 juni 2005 was de maat voor de Antwerpse milieu-inspectie vol. Ondanks een jarenlange stortvloed van processen-verbaal bleef de boer zijn varkensbrij mengen in een mengput van 60 kubieke meter. Van daaruit reed hij de smurrie uit over in totaal elf varkensstallen in en rond Geel.
Na het faillissement zijn nog niet alle problemen van de baan. De voorzienige boer had uit voorzorg immers 150 ton zure slagroom en groenteconserven, klaar voor de varkensbrij, in veiligheid gebracht op de oude boerderij van zijn moeder. Kwestie van het later nog te kunnen gebruiken. Nu het doek is gevallen over de bvba en de eenmanszaak is de gistende brij van niemand meer en door een speling van allerlei wetten en bevoegdheden wordt ze ook door niemand opgeruimd.
In het verslag van de milieu-inspectie staat dat boer Verschueren blijkbaar wel steenrijk is, maar het probleem is dat de afvalstoffen horen bij het faillissement van de bvba Verschueren. Daar is geen geld, maar wel veel afval. De smurrie kan ook niet vervoerd worden naar het bedrijf van Verschueren omdat de curatoren niet bevoegd zijn om handelingen te stellen op de boerderij van de moeder van de voormalige varkensboer.
De stad Geel ziet de opruiming niet zitten omdat ze de kosten niet zal kunnen verhalen op de failliete bvba Recycling Verschueren. Dus heeft de milieu-inspectie OVAM aangeschreven. Maar omdat er nog geen sprake is van een dreigend gevaar voor mens of leefmilieu kan OVAM niet ingaan op de vraag tot ambtshalve sanering. Het blijft wellicht wachten tot het moment dat de gistende en rotte massa zodanig begint te stinken dat er wel degelik een gevaar voor mens en leefmilieu ontstaat, besluit De Morgen.