Verschuift deadline van WTO naar juli?
nieuwsDe 'Doha-ontwikkelingsronde' is opgestart eind 2001. De bedoeling was om eind 2005 een akkoord te bereiken over de zogenaamde modaliteiten, zijnde de nieuwe maxima voor importtarieven, importquota en andere handelsbelemmeringen. Die deadline was niet toevallig gekozen. VS-president George Bush heeft van zijn parlement speciale volmachten gekregen tot juli 2007. Als hij een WTO-akkoord voor die tijd kan laten ratificeren door het Congres, kan dat Congres enkel ja of neen zeggen. Na juli 2007, zonder volmachten, mag het Congres over ieder punt afzonderlijk oordelen.
Algemeen wordt aangenomen dat zonder die volmacht een WTO-akkoord in de VS niet geratificeerd raakt, omdat de parlementsleden moeilijk zullen doen over alle punten die nadelig zijn voor de VS. En al evenmin realistisch lijkt het om te veronderstellen dat het Congres Bush een verlenging van de volmachten zal gunnen.
Er moeten rekening mee gehouden worden dat de technici 'een aantal' maanden nodig hebben om een politiek akkoord om te zetten in een gedetailleerde juridische tekst, met duizenden bladzijden tarieven en afspraken tussen de 149 lidstaten. Hoeveel 'een aantal' is, is nu de vraag. Tussen eind 2001 en eind 2005 is altijd gezegd dat minstens een jaar nodig was. 2006 was dan het jaar van de juridische vertaling van het politiek akkoord, begin 2007 moesten de nationale regeringen zorgen voor ratificatie in hun respectieve parlementen.
Toen eind 2005 een akkoord onhaalbaar bleek, hebben de ministers van Handel afgesproken om een akkoord te bereiken tegen eind april. Nu deze deadline nadert, wordt gedacht aan juli. Er is dan een Algemene Raad gepland, de ministers zijn dus toch in Genève. Juli zou nog net goed zijn om de twee volgende stappen op tijd af te werken. Zowel de Wall Street Journal als de Financial Times citeren diplomaten terzake.
Inhoudelijk is er sinds Hongkong in december weinig vooruitgang geboekt. Pascal Lamy, directeur-generaal van de WTO, vat de situatie als volgt samen: Europa moet meer toegevingen doen over de verlaging van de importtarieven voor landbouwproducten, de VS moeten meer toegevingen doen over verdere verlaging van de landbouwsubsidies, en Brazilië en enkele andere 'opkomende economieën' moeten meer toegevingen doen over de verlaging van de importtarieven voor industriële producten.
Deze week zijn er op het WTO-hoofdkwartier op diplomatiek niveau onderhandelingen over zowel landbouwproducten als industriële goederen. Of die nog iets kunnen opbrengen, is onduidelijk. Iedereen verwacht dat op een hoog politiek niveau de cruciale knopen moeten worden doorgehakt.
Al enkele weken wordt gespeculeerd over een 'Dunkel-manoeuvre'. Toen de vorige handelsronde, de zogenaamde Uruguay-ronde, compleet vastzat, heeft Arthur Dunkel, toenmalig directeur generaal van wat toen nog de GATT was, een eigen gedetailleerde tekst op tafel gelegd. Op die manier werden de onderhandelingen vlot getrokken, maar werden die onderhandelingen ook al meteen in een definitieve plooi gelegd.
Lamy overweegt dergelijke stap maar heeft er schrik voor. De WTO is een organisatie gebaseerd op consensus en gelijkwaardigheid. Het is aan de lidstaten om volledig autonoom tot consensus te komen, en zelf hun toegevingen te bepalen. Een Dunkel-manoeuvre wordt daarom algemeen beschouwd als een allerlaatste redmiddel. En momenteel overheerst de mening dat het daarvoor nog iets te vroeg is.
Het heeft er nog steeds alle schijn van dat alle WTO-lidstaten een multilateraal handelsakkoord genegen blijven. Een ambitieus Doha-akkoord zou de wereldeconomie met vele miljarden euro doen groeien. Het alternatief ligt in bilaterale handelsakkoorden, maar die zorgen wellicht enkel voor een verschuiving van handelsstromen, niet voor het aanzwellen ervan.
Bron: Belga