Tevreden dierenartsen in de varkenshouderij

Onderzoekers van de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent hebben via een enquête geprobeerd om een beeld te krijgen van het functioneren van een dierenarts in de Belgische varkenshouderij. De enquête bestond uit 76 vragen die betrekking hadden op de opleiding tot dierenarts, de praktijksituatie en de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding.

Drieënveertig dierenartsen die actief zijn in de varkenshouderij hebben de enquête ingevuld. Ze hebben gemiddeld 17 jaar praktijkervaring. Bijna alle dierenartsen hebben een voltijdse functie en werken gemiddeld 54 uur per week. De respondenten zijn bedrijfsdierenarts op gemiddeld 43 varkensbedrijven.

58 procent is werkzaam als onafhankelijk praktijkdierenarts en 42 procent is tevens verbonden aan een veevoederbedrijf. 44 procent werkt in een eenmanspraktijk en 56 procent in een groepspraktijk. De onderzoekers verwachten dat het aandeel dierenartsen werkzaam in een groepspraktijk in de toekomst verder zal toenemen omwille van specialisatie en een betere combinatie van werk en privé-leven.

Gemiddeld wordt 17 uur per week aan administratief werk besteed. Dit is ongeveer een derde van de tijd. Ook in eerder onderzoek werd aangetoond dat de administratieve taken voor dierenartsen de laatste jaren significant zijn toegenomen. Bij 76 procent van de dierenartsen wordt een deel van het administratief werk door een administratieve medewerker (54%) of door de partner (22%) verricht. De ondervraagde dierenartsen geven aan gemiddeld 34 procent van hun totale werktijd in de stallen actief te zijn.

Voor een goede bedrijfsbegeleiding is volgens de respondenten een goede diergeneeskundige kennis vereist en moet de dierenarts ook op de hoogte zijn van huisvesting, voeding en genetica. Als derde eigenschap geven de respondenten aan dat een dierenarts voldoende sociale vaardigheden moet hebben om goed te kunnen omgaan met de varkenshouder. Sinds 2007 wordt ook aan die laatste eigenschap aandacht besteedt tijdens de studie Diergeneeskunde aan de Universiteit Gent.

Het opvolgen van de gezondheidsstatus van de dieren gebeurt volgens de respondenten het best door middel van aanvullend onderzoek op het bedrijf en niet in het slachthuis. De praktijksituatie en de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding kunnen volgens een groot deel van de respondenten op tal van punten (administratie, vergoeding, rol van kwaliteitslabels, medicatie en toezicht op voorschrijfgedrag) verbeterd worden.

85 procent van de dierenartsen meldt dat varkenshouders niet bereid zijn te betalen voor deskundig advies. Een belangrijk deel van het inkomen (43%) wordt dan ook gehaald uit de verkoop van geneesmiddelen. 

Zesentachtig procent van de respondenten geeft aan dat ze in hun huidige positie willen blijven. Dit wijst op een grote tevredenheid en toont aan dat de huidige praktijkdierenartsen hun toekomst binnen de varkenssector hoopvol tegemoet zien.

Meer info over de enquête : Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift

Het functioneren van de dierenarts binnen de Belgische varkenshouderij: een enquête bij practici
D. Maes, H. Vander Beken, J. Dewulf, S. De Vliegher, F. Castryck, A. de Kruif
Faculteit Diergeneeskunde, Universiteit Gent en Dierengezondheidszorg Vlaanderen