Syngenta erkent vervuiling genmaïs

Syngenta heeft erkend dat er onbedoeld vervuiling is opgetreden in een aantal lijnen van de genetisch gemodificeerde maïsvarianten die het tussen 2001 en 2004 in de Verenigde Staten heeft geleverd. Het gaat om Bt11-maïs waar een resistentie tegen de maïsboorder is ingebouwd. In sommige parijen is sprake geweest van vervuiling met de Bt10-variant. De maïs kent hetzelfde gemodificeerde eiwit als Bt11, maar Syngenta heeft voor Bt10 geen toelating.

Volgens Syngenta heeft er geen gevaar voor het milieu of de volksgezondheid bestaan. Het betrof slechts 0,01% van alle Bt11-maïs die Syngenta in de Verenigde Staten heeft geleverd. Het bedrijf heeft de EPA, FDA en USDA direct op de hoogte gebracht van de gemaakte fout. Alle aanplant en voorraden van de Bt10-maïs zijn getraceerd en vernietigd of teruggehaald.

De zaak werd dinsdag door het tijdschrift Nature uitgebracht op haar website. Syngenta bracht vorig jaar al de Amerikaanse autoriteiten op de hoogte en sindsdien zijn die met het bedrijf in discussies verwikkeld over wat ze moeten doen en of het grote publiek moet worden ingelicht.

Nature citeert alvast een Amerikaanse voedingsdeskundige die meent dat de affaire bewijst dat er in de VS geen grondig monitoringsysteem bestaat voor GGO's. Binnen de WTO vechten de VS een robbertje uit met de EU over de strenge regels voor monitoring en tracering van gemodificeerd voedsel. Volgens de Amerikanen zijn die overbodig. "De VS vallen ons daar zwaar over aan terwijl nu duidelijk blijkt dat hun controlesysteem grote gaten vertoont", aldus de woordvoerder van het directoraat-generaal voor milieu en consumentenzaken van de Commissie.