Opleiding dierenzorg enorm populair

De afdeling Dierenzorg binnen de scholengemeenschap Katholiek Onderwijs Geel-Kasterlee (Kogeka) is al bijna een school op zich geworden. De opleiding startte in 2003 met 48 leerlingen, maar telt er nu meer dan tweehonderd. Acht van de tien leerlingen zijn meisjes. Ondanks de populariteit van deze richting, worden er wel vragen gesteld bij de tewerkstelling van de eerste lichting dierenverzorgers die binnenkort afstuderen.

In september 2003 begon het Sint-Aloysiusinstituut van Geel aan een nieuwe uitdaging: de landbouwschool richtte een BSO-afdeling Dierenzorg op. Het volgend jaar volgde de start van een derde jaar TSO. Ondertussen telt de richting meer dan tweehonderd leerlingen, wat een serieus huisvestingsprobleem veroorzaakte. Daarom werd vorig jaar beslist om de leerlingen van de derde graad een nieuw adres te geven, namelijk in het Sint-Jozefinstituut.

Opvallend is dat de opleiding bijna tachtig procent meisjes lokt. "We hadden dat niet verwacht. Het succes van de opleiding hebben we waarschijnlijk ook te danken aan tv-series over dieren en het feit dat het een nieuwe opleiding is. Dierenzorg spreekt jongeren aan omdat het mogelijk is om hun hobby of gevoeligheid voor dieren te combineren met een opleiding", aldus directrice Kristien Boonen.

Ondanks het succes van deze opleiding is het momenteel nog niet duidelijk waar de dierenverzorgers na hun opleiding aan de slag kunnen. Er bestaat geen enkel wettelijk kader waarbinnen deze mensen mogen werken met zieke dieren. Want volgens de wet op de diergeneeskunde mogen alleen dierenartsen diergeneeskundige handelingen stellen. Het betekent uiteindelijk dat de dierenverzorgers veel minder zullen mogen doen dan wat ze tijdens hun opleiding leren. Maar er wordt volop gewerkt aan een aanpassing van de wet.