Nitraatvervuiling door bemesting stijgt opnieuw

Voor het eerst sinds 1999 neemt de verontreiniging van het oppervlaktewater door de landbouw opnieuw toe. De voorbije jaren daalde het aantal meetpunten waar een overschrijding van de nitraatnorm werd vastgesteld van 59 naar 30 procent. Tijdens de voorbije winter werd echter op 44 procent van de meetplaatsen de norm niet gehaald. Dat blijkt uit cijfers van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).

Volgens de Europese nitraatrichtlijn uit 1991 mag een liter oppervlaktewater niet meer dan 50 mg nitraat bevatten. 799 meetpunten in Vlaanderen brengen op regelmatige tijdstippen de vervuiling door overbemesting in kaart.

Tijdens de winter van 1999-2000 werd bij 59 procent van de meetpunten minstens eenmaal een overschrijding van de norm vastgesteld. Amper een jaar later was het percentage gezakt tot de helft. De daaropvolgende jaren zette de positieve trend zich verder. Tot vorig jaar nog slechts bij 30 procent van de meetpunten teveel nitraat werd opgetekend. De goede resultaten werden toegeschreven aan strengere bemestingsnormen en de inspanningen van de veehouders.

De voorbije winter stelde de VMM echter op 44 procent van de meetplaatsen een overschrijding vast. Vooral West-Vlaanderen boert achteruit. Op 72 procent van de meetplaatsen lag de nitraatwaarde er hoger dan de norm. Het verband met de intensieve veeteelt in de regio is duidelijk merkbaar.

De VMM wijst erop dat het weer een belangrijke invloed heeft op nitraatconcentraties. In de droge zomer van 2003 was er weinig uitspoeling van de nitraten uit mest. Als gevolg van de hevige neerslag in de voorbije wintermaanden spoelde het opgestapelde nitraat weg in de waterlopen.

Meer informatie: MAP-meetnet

Lees ook: Vilt-info: 'Nitraat? Dat meet ik zelf'