nieuws

Naar het einde van het Belgische kartelparadijs?

nieuws
Nadat de warenhuizen en de industriële maalderijen op de rooster zijn gelegd, moeten nu ook de snoepgoedfabrikanten, de aannemers en zelfs de op-en-top 'Belgische' frituren eraan geloven. De federale minister van Ondernemen, Vincent van Quickenborne (Open VLD), voert de strijd tegen concurrentievervalsende afspraken in snel tempo op, niet toevallig in consumentgevoelige sectoren. Een prijzenobservatorium moet daarbij helpen. Brult hij als een leeuw zonder klauwen of heeft brullen alleen ook effect?
24 mei 2008  – Laatst bijgewerkt om 14 september 2020 14:03
Nadat de warenhuizen en de industriële maalderijen op de rooster zijn gelegd, moeten nu ook de snoepgoedfabrikanten, de aannemers en zelfs de op-en-top 'Belgische' frituren eraan geloven. De federale minister van Ondernemen, Vincent van Quickenborne (Open VLD), voert de strijd tegen concurrentievervalsende afspraken in snel tempo op, niet toevallig in consumentgevoelige sectoren. Een prijzenobservatorium moet daarbij helpen. Brult hij als een leeuw zonder klauwen of heeft brullen alleen ook effect?

Als minister van Ondernemen ijvert Vincent Van Quickenborne onverdroten voor meer concurrentie. Dat is niet alleen perfect in lijn met het liberale gedachtegoed, maar het klinkt ook de consument als muziek in de oren. Meer concurrentie en meer transparantie moeten leiden tot lagere prijzen. Tegenover de sterk gestegen prijzen voor voedingsproducten en de kwellende energiefacturen kan de kiezer het initiatief van de liberale minister alleen maar op applaus onthalen.

In zijn ijver wil Van Quickenborne de slagkracht van de mededingingsautoriteiten versterken en de onderzoeken naar concurrentievervalsende prijsafspraken opdrijven. Zulke prijsafspraken kunnen volgens studies van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) de prijs artificieel met 50 procent de hoogte injagen. Het staat buiten kijf dat ze nefast zijn voor de consument en op termijn voor de hele economie.

Het initiatief van Van Quickenborne komt er net op het moment dat bij velen de indruk bestaat dat nogal wat producenten en handelaars surfen op de stijging van de grondstoffenprijzen om onevenredig hoge prijsverhogingen door te voeren. Ook bij buitenlandse regeringsleiders leidt dat tot toegenomen alertheid. Daarbij gaat de aandacht vooral naar consumentengoederen.

"Zo richt de Luxemburgse minister van Economie, Jeannot Krecké, zijn pijlen op toeleveranciers van consumentengoederen aan Luxemburgse warenhuizen. Die worden verplicht zich te bevoorraden via België en niet via - de goedkopere Duitse en Franse distributiekanalen", meldt Vincent Wellens, specialist mededingingsrecht op het Luxemburgse advocatenkantoor Arendt & Medernach.

Ook de Franse president Nicolas Sarkozy laat zich niet onbetuigd. Hij is voorstander van nieuwe spelregels om de concurrentie tussen de supermarkten aan te wakkeren en spoort de Franse mededinginginstanties aan, werk te maken van efficiënte controles. In het Verenigd Koninkrijk kregen Tesco en Sainsburry's midden april inspecteurs over de vloer. Zelfs in het verre Litouwen ontplooide de overheid initiatieven om de comcurrentie tussen de warenhuizen aan te vuren.

In ons land blijft het onderzoek niet beperkt tot warenhuizen. De Dienst voor de Mededinging, een onderdeel van de federale overheidsdienst Economie en belast met de opsporing van kartelpraktijken, voerde onderzoeken in industriële maalderijen en bij snoepfabrikanten. Ook de bouwsector wordt aan een nader onderzoek onderworpen, terwijl Van Quickenborne ook acties aankondigt in de energiesector, bij de banken en zelfs bij de frituren, een initiatief waarmee hij deze week de voorpagina van Financial Times haalde. Aanleiding voor die actie is de stijging van de prijs van een bakje friet terwijl de prijs voor aardappelen met een kwart daalde.

De vraag is of Van Quickenborne voldoende middelen zal kunnen inzetten om zijn initiatieven tot een goed einde te brengen. Zo ving zijn voorstel om de Dienst voor de Mededinging te versterken al bot bij de Franstalige regeringspartijen. En die opsporingsdienst kampt nu al met een nijpend personeelsgebrek. Er komt wel een versterking van de Raad voor de Mededinging (kortweg de Raad), de enige instantie die in ons land karteldeelnemers kan beboeten. Maar het is maar de vraag of twee bijkomende manschappen zullen volstaan.

Volgens de specialist mededingingsrecht Frank Wijckmans heeft de Raad sowieso al een achterstand weg te werken. "Terwijl de Europese Commissie en de kartelautoriteiten in onze buurlanden in sneltempo recordboetes oplegden, gebeurde dat in België voor het eerst begin dit jaar. En dat terwijl de Raad al vijftien jaar bestaat". Die boete van 29.121 euro werd opgelegd aan de Vereniging van Belgische Bakkers VEBIC. Die had sinds de liberalisering van de broodprijs in 2004 een kostenschema en een broodindex uitgewerkt, waardoor de leden aangemoedigd werden hun prijzen te verhogen.

Volgens Wijckmans is die achterstand net het gevolg van gebrek aan middelen en manschappen. "Daardoor zijn de medewerkers van de Raad jarenlang verplicht geweest zich toe te leggen op fusie- en overnamedossiers en de eventuele daaruit voortvloeiende machtsconcentraties. Het onderzoek naar machtsconcentraties is voor de auditeurs bij de Raad immers aan veel striktere deadlines onderworpen. De opvolging van de karteldossiers is daardoor jarenlang naar de achtergrond verschoven".

Door de scherpere controles met veel tromgeroffel aan te kondigen, zou Van Quickenborne toch nog zijn doel kunnen bereiken. "Hij lijkt de knuppel in het hoenderhok te gooien. De aangekondigde acties kunnen ertoe leiden dat bij de karteldeelnemers een zekere zenuwachtigheid ontstaat. Sommige bedrijven zouden eieren voor hun geld kunnen kiezen en gaan overwegen een clementieverzoek in te dienen", zegt Wellens.

"Tot nu zijn er bitter weinig bedrijven die het bestaan van een kartel bij de autoriteiten melden om zo aan een geldboete te ontsnappen", zegt Wijckmans. "Begin dit jaar waren er maar een vijftiental clementieverzoeken ingediend waarvan sommige dan nog met betrekking tot dezelfde kartelafspraken". Dat er tot nu weinig klikspanen zijn, ligt voor de hand. De karteldeelnemers hebben er zelf alle financieel belang bij om het kartel zo lang mogelijk overeind te houden. Wellens wijst op nog een andere reden. "Spijtoptanten worden nadien binnen hun sector scheef bekeken".

Nochtans is het indienen van een clementieverzoek veruit het belangrijkste middel om het bestaan van een kartel aan het licht te brengen. De kartels worden georganiseerd in een sfeer van geheimhouding met vergaderingen buiten de ondernemingsmuren en vaak onder een of andere codenaam. Als geen enkele karteldeelnemer aan het praten gaat, blijft het voor de overheid een uitdaging om kartels te bewijzen. Overgewaaid uit de Verenigde Staten, vormen de clementieverzoeken dan ook dé informatiebron bij uitstek voor de Europese kartelautoriteiten.

"Nagenoeg alle kartelafspraken die de Commissie de laatste jaren behandelde, zijn het gevolg van een of meer clementieverzoeken en dus het geklik van spijtoptanten", stelt Wijckmans. Afwachten dus wat het gebrul van de minister zal opleveren.(KS)

Bron: De Tijd

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek