Laruelle zal ketenvoorstel varkenscrisis verdedigen

Minister van Landbouw Sabine Laruelle engageert zich om samen met haar Vlaamse en Waalse collega's te kijken of het mogelijk is het voorstel van de partners in het ketenoverleg omtrent de varkenscrisis te agenderen op Europees niveau. De verkoopprijs van varkens in België is momenteel één van de laagste in Europa met 134,9 euro per 100 kg, terwijl de gemiddelde producentenprijs in Europa 150,64 euro per 100 kg bedraagt.

Sabine Laruelle stelt vast dat het voorstel van de ketenpartners (Agrofront, BEMEFA/APFACA, FEVIA, UNIZO en Comeos, nvdr.) kan dienen als basis voor een structureel mechanisme, dat op Europees niveau moet worden uitgevoerd. Op korte termijn zal het de extreme variaties in de hele keten van de grondstofprijzen temperen. Het spreekt volgens de minister voor zich dat dit project nauw moet worden gekoppeld aan de lopende discussies met betrekking tot prijsvolatiliteit en structurele problemen in bepaalde sectoren, zoals de varkenssector. Laruelle zal het voorstel op de agenda brengen van de Landbouwraad van 14 april.

Mechanismen om extreme grondstoffenprijsschommelingen te temperen, moeten aan vijf criteria voldoen. Het moet gaan om een structureel systeem, dat niet discriminerend werkt en evenmin oneerlijke concurrentie veroorzaakt. Een maatregel moet worden gedragen door de hele keten en zich situeren in een Europees kader. Ondersteuning van export is uitgesloten. Tot slot moet het mechanisme van toepassing worden bij scherpe prijsdalingen, maar evengoed bij scherpe stijgingen, wat uiteraard gevoelig ligt bij het Agrofront.

"Onze varkenshouders hadden ongetwijfeld een maatregel gewenst met onmiddellijke impact, vergelijkbaar met die van de ad-hoc-maatregelen van enkele weken geleden", beseft Boerenbond, "maar de terechte bezorgheid van de andere partners in de keten over de weerslag op de concurrentiepositie van de Belgische varkensketen tegeonver onze belangrijkste handelspartners, maakt het noodzakelijk om deze discussie op Europees niveau te voeren." Boerenbond laat weten dat dit meer tijd vraagt, maar wel het perspectief biedt dat bij volgende crisissituaties sneller kan worden ingegrepen.

In Boer & Tuinder wordt het structureel mechanisme uitgelegd als een referentiebrutomarge met daarrond drempelwaarden. Marges die te klein (of te groot) worden en de drempelwaarden onder- of overschrijden, zijn het 'knipperlicht' dat alle betrokken partners rond de tafel brengt. Vervolgens moeten de verschillende ketenpartners nagaan hoe het verschil tussen de referentiebrutomarge en de werkelijke brutomarge geheel of gedeeltelijk gecompenseerd kan worden.

Boerenbond noemt het belangrijk dat de partners zich engageren om hun aankoopbeleid niet te wijzigen tijdens de periode dat het compensatiemechanisme wordt toegepast. Dit moet het mogelijk maken dat elke schakel de compensatie kan doorrekenen naar de volgende schakel. Een simpele vermelding op de factuur zou moeten volstaan.