Habitatrichtlijn laat weinig speling in stikstofbeleid

Landbouwers die in 2014 een brief van de Vlaamse overheid ontvingen met daarin de onheilsboodschap code oranje of rood zullen zich afgevraagd hebben waar die overheid in godsnaam mee bezig is. Met de uitvoering van de Europese natuurdoelstellingen, dat weten we ondertussen, maar Vlaanderen is geen eiland dus willen landbouwers weten of men in het buitenland even kordaat snijdt in de belangrijkste bronnen van stikstofdepositie in natuurgebied. Op een studiedag van de Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht (VVOR) leerden we dat het toetsingskader voor alle lidstaten hetzelfde is, namelijk de habitatrichtlijn. En die laat behoorlijk weinig manoeuvreerruimte, zo toonde advocaat en UGent-medewerker Hendrik Schoukens aan met behulp van de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie.
25 februari 2016  – Laatste update 4 april 2020 15:26
Lees meer over:

Landbouwers die in 2014 een brief van de Vlaamse overheid ontvingen met daarin de onheilsboodschap code oranje of rood zullen zich afgevraagd hebben waar die overheid in godsnaam mee bezig is. Met de uitvoering van de Europese natuurdoelstellingen, dat weten we ondertussen, maar Vlaanderen is geen eiland dus willen landbouwers weten of men in het buitenland even kordaat snijdt in de belangrijkste bronnen van stikstofdepositie in natuurgebied. Op een studiedag van de Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht (VVOR) leerden we dat het toetsingskader voor alle lidstaten hetzelfde is, namelijk de habitatrichtlijn. En die laat behoorlijk weinig manoeuvreerruimte, zo toonde advocaat en UGent-medewerker Hendrik Schoukens aan met behulp van de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie.

De programmatische aanpak stikstof (PAS) is een verhaal van natuurdoelstellingen en stikstofdeposities maar ook van wetten en hun interpretatie door Europese rechters. Het natuurbeschermingsrecht, meer bepaald de habitatrichtlijn, is een belangrijk toetsingskader gebleken voor de manier waarop lidstaten de atmosferische stikstofdepositie aanpakken. De Europese habitatrichtlijn dateert van 1992 en moest twee jaar geleden door de lidstaten omgezet zijn in nationaal recht. De richtlijn bevat twee pijlers: gebiedsbescherming (Natura 2000-beleid) en soortenbescherming. Hoewel een teveel aan stikstof ook een impact kan hebben op soorten, is de regelgeving inzake Natura 2000 van groter belang als juridisch toetsingskader voor het stikstofdepositiebeleid.

Hendrik Schoukens, als advocaat aan de slag bij LDR en als wetenschappelijk medewerker aan de UGent, ontleedde op een studiedag van de Vlaamse Vereniging voor Omgevingsrecht in Gent over de programmatische aanpak stikstof de relevante bepalingen van de habitatrichtlijn voor een publiek van beleidsuitvoerders en andere professionelen. Artikel 6 genoot uitgebreid zijn aandacht want daarin staan de regels die van toepassing zijn op Natura 2000-gebieden. De doelstelling staat in lid 1 van artikel 6 van de habitatrichtlijn: het behoud en herstel van de gunstige staat van instandhouding. Lid 2 schrijft preventieve maatregelen voor om een verslechtering van de natuurkwaliteit tegen te gaan. Lid 3 handelt over de habitattoets voor projecten die mogelijk een impact hebben op Natura 2000-gebied en lid 4 bevat de afwijkingsprocedure.

Wat vereist artikel 6 van een lidstaat of regio? “Lid 1 maakt geen gewag van stikstofdepositie maar bepaalt in algemene termen dat de overheid maatregelen moet nemen voor het behalen van een gunstige staat van een instandhouding”, vertelt Schoukens. Is de stikstofneerslag in een natuurgebied daarbij heel belangrijk? Of moet je de ‘gunstige staat van instandhouding’ afmeten aan de optelsom van alle mogelijke milieuproblemen in een natuurgebied? De milieuadvocaat laat het antwoord in het midden bij gebrek aan een uitspraak van het Europees Hof van Justitie.

Hij noemt de kritische depositiewaarde voor stikstof een belangrijke maar niet de enige indicator. Een te hoge stikstofdepositie staat kwaliteitsvolle natuur niet altijd in de weg. Door herstelbeleid, bijvoorbeeld het verhogen van de grondwaterstand, kunnen natuurbeheerders daar in een aantal gevallen een mouw aan passen. Schoukens merkt op dat herstelbeleid niet zaligmakend is want volgens sommige ecologen is het succes van natuurherstel erg afhankelijk van het (niet) overschrijden van de kritische depositiewaarde. Dat verklaart ook waarom de programmatische aanpak stikstof (PAS) zowel inzet op reductie van de stikstofneerslag als op natuurherstel, dat een habitat ‘robuuster’ kan maken. Reductie en herstel lijken een complementair verhaal in het kader van de habitatrichtlijn, maar finaal laat Europa de maatregelenkeuze aan de lidstaten over. Zij moeten inschatten waar de plaatselijke natuur nood aan heeft.

Belangrijk om in de oren te knopen, is dat de ‘gunstige staat van instandhouding’ uit de habitatrichtlijn een resultaatsverbintenis is voor de lidstaten. Dat heeft het Europees Hof van Justitie heel duidelijk gemaakt. Anders dan bij de nitraatrichtlijn bijvoorbeeld is er geen strikte deadline, een lidstaat heeft dus wat marge. “Dat is belangrijk in het besef dat veel natuurgebieden in slechte staat zijn”, aldus Hendrik Schoukens. De doelstelling laat zich niet vastpinnen op een jaartal, maar een lidstaat mag het natuurherstel niet nodeloos vertragen. En moet binnen de zes jaar nadat een natuurgebied officieel beschermd is als Natura 2000-gebied maatregelen implementeren.

Is een PAS het soort maatregel dat Europa van een lidstaat verwacht in het kader van artikel 6, lid 1? Dat is mogelijk want de lidstaten krijgen heel wat vrije invullingsruimte maar Schoukens vindt het gevaarlijk om economische ontwikkelingen op te nemen in de PAS. En laat dat nu net de doelstelling zijn van de programmatische aanpak stikstof in Vlaanderen: economie verzoenen met ecologie en vermijden dat het vergunningenbeleid op slot gaat. Door iets te doen aan de hoge stikstofdepositie en in te grijpen via natuurherstel blijft er ontwikkelingsruimte gevrijwaard voor het vergunnen van nieuwe projecten (landbouw, industrie en verkeer). Zo’n gemengd economisch-ecologische aanpak vanwege de overheid is volgens de advocaat-wetenschapper onderworpen aan de habitattoets, waarmee we kennismaken in lid 3 van de habitatrichtlijn. Alleen een natuurbeheerplan dat louter en alleen focust op ecologische maatregelen is daar niet aan onderworpen.

Hou VILT.be in de gaten voor nog meer juridisch inzicht in dit dossier.

Gerelateerde artikels

Er zijn :newsItemCount nieuwe artikels sinds jouw laatste bezoek